Mijn over, over, over grootmoeder langs vaders kant . RIRORKE
Je moet maar durven. RIRORKE
Mijn oom Louis
blijf positief denken
blijf optimistisch kijk vooruit, nooit achteruit.
21-07-2007
GRIJS EN GRAUW
Het is grauw en grijs aan zee, het motregend, dichte mist en ik heb het koud.
De rollende golven maken een hels lawaai
Een schreeuwende meeuw vliegt rakelings voorbij, op zoek naar wat brood.
De golfbrekers of kribben bezaaid met algen zien er nog gladder en gevaarlijker uit dan voorheen.
Hier en daar een eenzame wandelaar met zij hond op het verlaten strand, het is nochthans verboden maar kom.... Het maakt mij weemoedig en neem het besluit een kleine wandeling te maken.
De eerste " bistro " die ik tegen kom ga ik binnen.
Het is er volle bak, er word gedanst, gedronken, gemorst, gelachen en uit volle borst meegezongen.
De microbe begint te kriebelen, ik kruip op een stoel en breng het liedje : zie ik de lichtjes van de schelde, krijg en geweldig applaus, word op de schouders van een stoere bonk getild en het café rond gedragen.
Het kan niet meer stuk, ik word getrakteerd en amuzeer mij rot tot laat in de vroege morgen.
Voldaan en een redelijk tipsy keer ik huiswaarts .
Een zacht briesje streeld mijn wangen, ik snuif de geur van het zilte zeewater, een vissersboot gaat op vangst naar verse garnalen, een deugddoend zonnetje komt piepen aan de horizon, ik heb genoten, slaap wel.
De boerderij van oma en opa bestond uit kamers,keuken,waskot en een zoldertje.Een zoldertje dat vol stond met oude rommel zoals motoren, weegschalen, kruiwagens, troggen enz...
De zolder was alleen berijkbaar via een ladder.
Jakke van den Turk( waarom men hem zo noemde weet ik nog altijd niet want zoals een Turk zag hij er niet uit),had de motor van zijn traktor stuk gereden.Zijn enige hoop was het zelfde stuk terug te vinden op de zolder van opa.
Maar van mekaniek had Jakke geen verstand en was ook niet zo snugger aangelegd in die dingen.
Oma en opa hadden afgesproken om hem een poets te bakken.Toen Jakke op de zoder zat trok oma stilletjes de ladder weg. Ze begon te gillen van help....help....er zit een dief op zolder.Opa nam vliegens vlug zijn geweer met losse flodders en loste enkele schoten in de lucht.
Jakke die niet meer van de zolder kon raakte in paniek en riep al maar door niet schieten, niet schieten, ik ben het Jakke....Jakke van den Turk.
Opa, ook niet verlegen als het om een grapje ging, deed er nog een schepje bij en riep " ik ken gene Jakke van den Turk.Wie ben jij ?
De arme stakker, zo wit als een laken, begon zowaar zijn hele familie op te noemen.
Toen vond oma het welletjes en werd hij al schuddend en bevend van de zolder gehaald.Om te bekomen dronk hij met opa verschillende jenevers en vele uren later keerde hij al waggelend terug naar zijn traktor.
Monteerde zo goed en zo kwaad als het ging het nieuwe stuk.Stak de motor aan en zijn traktor begon op stijgen zoals een hélicopter. Hij schakelde in eerste en tot grote verbazing van oma en opa vloog hij over de wei richting het noorden.
Jakke en zijn traktor waren voor goed verdwenen. Ze hebben hem nooit meer terug gezien.
Heel lang geleden, toen ik nog een jonge kerel was, werkte ik de zaterdag en de zondag bij meneer de Graaf, om een centje bij te verdienen.
Hij was de gelukkige eigenaar van een prachtig kasteel midden in een beboste omgeving. Hij bezat drie Rolls royces, twee Jaguars en twee oude Mini Coopers.
Verder runde hij een manége met echte raspaarden, waar de veearts om de twee dagen langs kwam.
Zijn tuinen werden onderhouden door zes hoveniers en vier helpers, het keuken- en huishoudpersoneel bestond uit zeven personen, dus absoluut geen sukkelaar zoals ik.
Eenmaal per jaar, bij de opening van de jacht, moesten wij gaan trakken.
(Trakken is het wild opjagen in de richting van de jagers, door met een stok op de bomen en op de takken te kloppen.)
Al trakkend bemerkte ik in het struikgewas een gekwetst hert, die met haar voorste poot in een val, gelegd door stropers, geklemd zat.
Hoe ze ook trok en sleurde, ze geraakte er niet meer uit. Ik heb ze toen met enkele vrienden "trakkers" bevrijd uit haar netelige situatie en overgebracht naar een van de tuinhuisjes van de Graaf, om ze daar verder te verzorgen.
Na enkele weken, was ze zodanig hersteld, dat wij ze terug in de vrije natuur hebben losgelaten.
Wij hebben toen menig glaasje gedronken op de goede afloop.
Ik was in zwembroek en zonnebril, schelpjes aan het zoeken op het strand. Genietend van een heerlijk zonnestraaltje, komende uit het zuid oosten.
Toen plotseling een lichte bries, komende uit het westen, mijn tere wangen, mijn kiekeborst, mijn hangbuikje, mijn dunne beentjes en mijn platvoeten streelden.
Af en toe keek ik naar een mooie madam in bikini en even verder naar een minder geslaagd exemplaar in monokini, rood verbrand van de zon, zodat ze geleek op een rijpe tomaat, gekweekt en grootgebracht in de serre.
Op nog geen vijf minuten tijd, veranderde het weer van mooi naar bewolkt.
De wind kwam geweldig opzetten, het begon te bliksemen, te donderen en de regen viel met bakken uit de hemel.
Iedereen vlugte weg van het strand maar ,hoe het kwam weet ik niet, ik zat met beide voeten in het mulle zand vastgezogen en kon geen stap meer verzetten.
Hoe harder ik sleurde, hoe dieper ik wegzakte.
Ik voelde zo de krabben aan mijn tenen prutsen, op zoek naar een niet alledaags menu.
Ten einde raad, liet ik me toen op mijn buik vallen en al rollend op mijn rug kon ik mij uit mijn hachelijke situatie redden.
Door de stortregen woog mijn onderbr....., mijn zwembroek zeker tachtig kilo, mijn zonnebril was ik kwijt en aan mijn linker kleine teen hing verdorie nog een klein krabbetje.
Dit beestje heb ik meegebracht als aandenken naar huis en heb ze verder opgevoed. Ze zit nu op mijne zolder en weegt zeker honderdveertig kilo.
Met volgende Kerst, word het geen kalkoen maar krab voor familie, buren en vrienden.
Ik werd door mijn Zweedse vriend uitgenodigd om samen een reis door de wildernis te maken.
Hij had het al tweemaal overleefd en vond het fantastisch boeiend.
Midden in de nacht, roeiden wij met ons klein houten bootje zonder moto stroomopwaarts tot aan een soort van een groot meer.
Bij het krieken van de dag, kwamen de verschillende dieren er hun dorst laven. Soms voor de laatste keer want sommige werden meedogenloos meegesleurd door de hongerige krokodillen.
Het was voor mij een geweldig en afgrijselijk spektakel. Af en toe kon ik een beeld schieten van dit gruwelijk geweld en na enkele uren keerden wij huiswaarts, waar we genoten van een welgekomen douche en een lekker eetmaal.
We sliepen elk in een apparte hut, zonder stroom, zonder water,zonder w c, zonder koelkast, stikkend warm en ik had gewoon de deur open gelaten met juist de zift er in.
Rond vier uur schoot ik wakker van een hels gebrul, de koning van de wildernis had zich voor mijn zifteke genesteld, wachtend tot ik buitenkwam om zo zijn ochtendmaal te kunnen verscheuren en mij stukje voor stukje op te peuzelen.
Ik werd wit, geel, rood, purper, bruin (was ik al een beetje van de zon) en durfde bijna niet meer ademen uit pure schrik, ik moest plassen en ik kon niet buiten, roepen mocht ik ook niet, zo dat ik stokstijf , waanzinnig aan het worden was en in mijn bed bleef liggen zonder te bewegen. Waar ze van daan kwam weet ik nog altijd niet, maar aan mijn voeteinde, kwam daar plotseling een grote wurgslang naar me toe gekropen.Ze kroop over mijn lijf, buik, borst en aangezicht om dan achter mijn bed te verdwijnen.
Even later werd ik eindelijk uit mijn lijden verlost, een jonge neger kwam al fluitend en zingend naar mijn hut ,tilde met zijn kleine handen de nep leeuw op, nam de slang over zijn schouder en liep er mee naar buiten. In samenspraak met mijn vriend hadden ze mij een geweldige poets gebakken.
Toch ben ik toen een ganse dag in bed blijven liggen om van mijn emotie te bekomen.
Ik had mijn fiets meegenomen naar zee. Het weer was prachtig.Er stond geen of weinig wind. Ik voelde mij goed in vorm en besloot een dertigtal km te fietsen.Mijn voorberijding was perfect.Mijn zadel stond op de juiste hoogte.Mijn ketting was gesmeerd met tafelolie.Mijn banden opgepompt. Mijn koersbroek aangetrokken.Mijn drinkbussen gevuld met geuze lambik, wat zakgeld opzij gestoken in geval van nood en klaar was kees.
Ik vertrok aan een behoorlijk tempo met een lichte bries in mijn rug tot in de eerstvolgende badplaats.Ging een taverne binnen en bestelde een frisse schuimende pint bruin bier met een pannekoek en suiker.Van grote dorst dronk ik er nog een tweede.Enige tijd later begon dat zo een beetje te draaien en te keren in mijn hoofd en in mijn buik.
Ik besloot om terug te keren. Ondertussen had het briesje plaatsgemaakt voor een felle tegenwind en ik geraakte bijna niet meer vooruit.
Een goede 3 km verder was het bingo, door al dat geduw en getrek, kwamen mijn darmen in aktie en moest ik drie vier keer na elkaar het struikgewas induiken.
Ik kon geen stap meer vooruit.Ook begon het te regenen en was ik door al dat gedoe de nieuwe gsm van men vrouw kwijt geraakt.
Van grote miserie heb ik men fiets moeten achterlaten en ben al slenterend,met auto-stop, naar ons appartement gesukkeld. De volgende dag ben ik mijn fiets gaan ophalen, dewelke nog altijd in het struikgewas lag en heb mij een opplooibare autopet gekocht. Dat ging veel gemakkelijker in bergaf, in bergop stak ik ze gewoon in mijn rugzak en ging te voet verder.