eind 1800 kwam mijn grootmoeder, van het verre limburg , naar ons dorp om daar te gaan dienen bij graaf en gravin...., haar oudere zus, tante elise, was daar al ingeburgerd. en zo was het nestje van "mammike" leeg, want haar zoon had ze de raad gegeven in het klooster te treden bij de redemptoristen,kwestie van zekerheid in deze tijden van werkloosheid.
de zussen waren goed terecht gekomen, tante elise ging helemaal in haar rol op, alsof haar naam haar een zekere voor bestemming had gegeven, mooi was ze niet, neen maar ze had wel présence. mijn grootmoeder met haar gitzwarte ogen, weelderige haarbos, was mooi, maar nederig; en al vlug mocht ze haar zus bijstaan in de directe omgeving van de gravin. ze was leergierig, maakte zich meester van de franse taal, de wensen van madame en wist haar plaats in deze addelijke omgeving.
en zo brachten ze de winter door in het herenhuis in brussel, kwamen op mooie kastelen, maakten ,op de achtergrond, jachtweekenden mee, wisten alles over fijne gerechten, zonder ze zelf te proeven (?), mochten mee op buitenlandse reizen, zagen de etna en hoorden hem grommen vanuit hun dienstenkamertje.
tijdens al haar werkzaanheden had ze de mooie jongen, in postbode uniform, al opgemerkt die regelmatig, in de keuken ,wat op zijn positieven kwan, na een lange rit naar het domein. cupido schoot zijn pijlen af, ze werden verliefd en huwden. hij gaf haar geen kasteel, maar liefde en drie kinderen, die ze met verfijning grootracht. tante elise is nooit gehuwd, bleef bij haar gravin,droeg zwarte kleding ,en in vol ornaat, hoed met voilette, handschoenen en tas,ging ze in de boomgaard van haar zus wandelen. het klooster is nonkel pierre altijd zijn thuishaven gebleven, jaarlijks ging hij enkele dagen naar de familie.
een gelukkig einde, maar voor de zussen kon al dat vertoon toch de warmte van een gezin niet evenaren.
gabrielle
|