waar restheuvels
het landschap tekenen
kronkelige kasseiwegen
zich langs rijen knotwilgen bewegen
klaprozen en korenbloemen
de bermen laten bloeien
winden het water van de beken
zilver laat rimpelen
en de holle weg
de oude trambaan terug ontdekt
daar wandel ik als gelukkig kind
terug in mijn herinneringen
restheuvels : heuvels die niet geƫrodeerd
zijn door hun rotsachtige ondergrond
|