|   tussen twijgen en afgevallen takken rottende bladeren geknetter van uiteenspattende holle stammen   blijf ik wachten tot schemering plaatsmaakt voor stille helderheid waar vlinders als beroering fladderen lijk in een door hen gewilde eenzaamheid   waarbij ze me de zin van leven op aarde openbaren niet langer blind en onwetend maar volop het licht beleven 
 |