Welkom! Fijn dat u een bezoekje bracht! Dank u wel! 
					 
				
					 
			
		
			
			
		
			
			
				
				
					 
				
					
    
        
            
             kerima.ellouise@gmail.com 
            
            
            klik op de kleine foto om een gedicht uit deze bundel te beluisteren, voorgelezen tijdens de presentatie 
            -----------------
            
             
        
             
        
             
     
    
        
             
        
            Stilte in het tegenlicht  
            De bundel bevat ongeveer 90 gedichten (2008) 
            ISBN 978-3-86703-895-9
             
        
             
     
    
        
             
        
            wil je één van mijn
            schrijfselkes gebruiken, had ik graag dat je mijn naam erbij vermeldt en
            ik zou het erg fijn vinden als je me dat even laat weten. 
             
             
        
             
     
    
        
             
        
            Hieronder vindt u de laatste
            schrijfsels. Eerdere werkjes bevinden zich in het archief
            (onder deze titels), per maand geordend. 
         
     
					 
				
					 
			
		
			
			
		
			
			
				
				
					 
				
					 
				
					 
			
		
			
		 
		
		
				
					 
			
			
				
					01-02-2010  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            27-02-2010  
        
             
        
            
            Droefje Droef was een heel klein kereltje. Hij woonde al jaren onder het gebarsten theekopje 
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
            
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
        
             
        
            
            
             
             
             
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
        
             
        
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            23-02-2010  
        
             
        
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            20-02-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            zeg niet  
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            14-02-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
                   
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            13-02-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            12-02-2010  
        
             
        
            
            
             
            (foto van Sylvia Schrijen ©) 
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
        
             
        
            
            
             
            klik op de foto 
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            11-02-2010  
        
             
        
            
            
             
            
             ik wil niet denken 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            06-02-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            het gezicht van een hart misschien kan ik in jou  
                
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-01-2010  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            31-01-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            
            ik wil met ondoorzichtige manoeuvres 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            28-01-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            afbeelding: schilderij van Heide Renier het staren boeit hem   
               
            
             
             
         
        
             
     
    
        
             
     
    
        
            25-01-2010  
        
             
        
            
            
             
            
              
              
              
              
            -alsof  
                 er een landschap 
            woekert  
            op muren,  
            de uren nodig 
            in scheppen van gedachten  
              
              
              
            zou het raar zijn  
            als het verdict zich uit stenen snijdt 
            oceaangroot 
              
            zo zwaar 
            als vielen wij voorgoed 
            uiteen 
              
            zou het geruis van alle stromen stilvallen, samen  
            met het leed  
            dat uit schelpen braakt 
            tussen wier en het waarachtige weten 
              
            golf 
            mijn lief 
            en voltooi in het terugkeren de reden; 
            mijn vraag aan jou en wat in je drijft 
              
            vertel me 
            wanneer jij met een droom het licht ingaat 
                 dat de zon geen zout brandt op huid
              
            elk alleen 
                in het vonnis van deze achtergelaten 
            onhoudbare dag 
              
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            21-01-2010  
        
             
        
            
            
            
            
              
              
            achter een boom vol vlinders  
            houd ik me schuil 
              
            er is een reden 
            voor dit deel van het leven;  
            het op- en neerwaarts 
              
            en waar het allemaal om gaat 
              
                 ik ben de nacht dankbaar 
            dat ik me mag neerstorten in zijn duisternis 
            dicht bij de stilte en de stenen waarachter wind  
            dromen draait 
              
            dwaas in drang 
            alsof ze ooit gevlogen hebben 
              
            misschien onzin  
            maar hoe anders kan ik woorden vinden 
            om jou te omhelzen  
              
            wanneer het naar binnen keren 
            mij verdrinkt  
            in mijn eigen lelijkheid, geen oorsprong vindt 
              
            in wat erfelijk zou moeten zijn 
            onaangetast 
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            17-01-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
               
            spiegelrozen kan je  rozenbloesems laten bloeien onzichtbaar  in de palmen van je hand levend water uit regenbogen scheppen kleurig zoals je stem wanneer woorden samenvallen  met het licht kan je de zomer ademen  in elk bewegend blad tussen de lijnen van het leven en zou je dan bij iedere ontmoeting een afdruk willen schenken voor hen, jezelf en de kinderen van de aarde als een druppelherinnering  voor later kerima ellouise © 
            
            
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            12-01-2010  
        
             
        
            
            
            
            Het stofgoud van de Heer Wietewuiten 
              
            * als dank aan de Heer Wietewuiten  
            (en met toestemming )  voor
            zijn zovele waarderende  
            en poëtische reacties onder mijn schrijfsels  
            op
            gedichten.nl,  
            heb ik er een aantal verzameld  
            en aan elkaar
            geschrijfseld.  
            Het zijn volledig zijn woorden ! * 
            
            
            
              
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            11-01-2010  
        
             
        
            
            HET KLEINE HUIS
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
        
             
        
            
            
             
             
             
             
            gewoon een lief mens .
            tussen symboliek en mystiek, 
            op Gibraanse wijze, 
            richt zij zij haar pijlen, 
             weldadig en bruisend, 
            op twijfel,hoop en gevangen verdriet. 
            Agnes klaagt tegen Job. 
            
            
            met gesloten ogen,
            verankerd in zichzelf.
             
            En toch ook een gewoon, lief mens,
            zoals jij en ik,
             
             zoekend naar Liefde. 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            09-01-2010  
        
             
        
            
            Eenzame dromer, Vertaald naar het Hongaars door Zsolt  
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
            De leesbaarheid van de winter 
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            08-01-2010  
        
             
        
            
            
            
            
            
            de dialoog in mij 
              
            
            hoe kan ik benoemen waar ik in thuis wil blijven 
            wanneer het enige dat straalt  
            niet te houden is 
            mij verlaat 
              
            en decemberdagen neerlegt 
            alsof mijn ziel er in zou  
            passen 
              
            loodzwaar 
              
            hoe kan jij vragen  
            of het zich rond mij wil wikkelen  
              
            en alles wat ik in verbeelding zie 
              
            warme wind en weemoed 
            laag op laag, zacht op zilt 
              
            weerloos 
              
            wanneer dat woord 
            dode bloesems draagt, gebonden aan de schijn  
            van tederheid 
              
            hoe kunnen wij blijven  
            in deze ongelijkheid van stilte, bonken op die brandende schreeuw 
              
            voortgaan 
            in alles en in elkaar 
              
            als ik alleen mezelf   overhoud 
            in het sterven 
                 
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-12-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            31-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            30-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
               
            
             
             
         
        
             
     
    
        
            27-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            hemel en aarde terugkeer terwijl het wintert route 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            25-12-2009  
        
             
        
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            23-12-2009  
        
             
        
            
            foto van Sylvia Schrijen uit de reeks Winterdicht © 
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            ik wil de hoogte meten 
            het koeren van de duiven, de winterlucht 
            ik wil opstijgen 
            zodat ik naar huis kan schrijven 
            naar jou 
            om te vertellen  
            dat het over liefde gaat  
            dat het altijd  
            om ons heeft gegaan 
            en om het lot 
            dat wat we verwachten 
            onze lichamen in de zon 
            en vlinders 
            vele kleine vlinders 
            wanneer bomen zich strekken 
            bereid tot overgave 
            met wortels aan voeten 
            eens zo wijd 
            ook in schaduw, de strijd in sneeuw  
            de hartstocht 
            en dat ik van je hou, in herinnering 
            voortdurend 
            dat ik zo graag had willen springen 
            over stenen, papier en alle liedjes, letters 
            zo dicht bij jou, van dit ogenblik af 
            zo dicht 
            bij ons 
                                               
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            21-12-2009  
        
             
        
            
            
             
            
            
            
              
            wit  
            zoals het onschuldig lichaam  
            van de winter, mijn lot 
            in het weten 
              
            blaas ik  
            zachtjes sneeuw naar het verleden 
            mijn verhaal 
            alsof niets meer ontkend kan worden 
              
            zoals die eerste schreeuw  
            of een onvervuld verlangen terwijl het buiten 
            langzaam donker wordt 
              
            een wenken waarin duisternis zwijgt 
            om de waarheid te vieren, het bloed zo bang 
            om vol te zijn 
              
            ik waag een eerste stap 
            en spring naast vleugelranden, verlies datgene 
            wat zozeer veranderd was 
              
            de graven kraken 
            kalm 
              
            zij zijn de enigen 
            die rusten in vrede 
            kerima ellouise © 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            18-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            Winternacht 
             
            Dank je Mobar voor dit machtig mooie gedicht!  
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            en dat het eenzaam wordt 
            voorbij die laatste waterplas 
              
            wanneer enkel de spraak van het zand  
            weerklinkt  
            in het lege huis 
              
            ik wil weg uit mezelf, daar 
            en dan 
              
            wil de diepte  
            of in verleden dagen  
            de onthoofding van de dood 
              
            wanneer ik het geraamte bedek 
            zo ontzettend  
            treurig 
              
            stil 
              
            met woorden  
            die jij niet horen kan, niet voorbij de tijd 
            of de geboorte van het dromenkind 
              
            hier en nu 
            in deze sneeuw 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            16-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            doorzien al fluistert het land godverlatenLaurens Windig  en kerima ellouise © 
                
            
             
             
         
        
             
     
    
        
             
     
    
        
            15-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            de brieven Stormtrooper  en kerima ellouise © *
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            10-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            in woorden uit een leven 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            08-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            met poëtisch gras en zag 
            een nieuwe bloem 
              
            onwetend van haar kleur 
            waarin ik mij verblufte 
            elke dag 
              
            glimlach van de ziel 
            golven branding 
            welke zinnen strelen 
            drijvend door de cerebrum 
            van het ware leven  
              
            met open handen 
            liet zij mij haar hart zien 
            week en vaak zo 
            rood doorbloed  
            kloppend sterke hart 
              
            nog steeds doordringend 
            diep in mijn emotiemerg  
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            06-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            wuif naar mij 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            05-12-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            vertel me  
                
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-11-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
             
        
            
            
            
            
            
            gedicht op foto: Hans Andreuser glijdt    © 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            20-11-2009  
        
             
        
            
            
            
            over alles wat ik heb gehoord 
            ik ben geheel en al de leugen 
            
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            18-11-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
            
            
            
            
              
            welke droom hebt u,  
            vroeg de dichter  
              
            en hij verdeed zijn ziel  
            toen hij dagen en weken en jaren  
            in het graf van zijn woorden dook 
              
            verzen neerschreef 
            stiller dan het geluid   van minnaressen 
            luider dan hemzelf en de muren, uitgediept 
            tot in de kerkers van het weten 
              
            hij wilde stil verdwijnen 
            maar telkens de nacht begon 
            droeg hij zijn geluk naar vuile lakens 
              
            onbezwangerd  
            en uitgevouwen, veel jonger  
            dan zijn laatste wil  
              
            waarin hij begonnen was 
            haar tijdloos neer te schrijven  
              
            tussen eenzame bloemen    
            en de boezem van een barmhartige 
            engelennacht 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            16-11-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            13-11-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            meer en meer 
            verberg ik het overleven  
            in onduidelijke woorden 
              
            het zou  
            mijn stilte kunnen  
            verklaren en de zoveel anderen 
            in mijn hoofd geboren 
              
            ik scheld mezelf schuldig en teken 
            al de lichamen op mijn lijf, onherroepelijk van de liefde 
            gescheiden 
              
            uit onmacht, angstvallig 
              
            omdat tijd niet weg te slaan is 
            uit allerlaatste verzen en gevreesde 
            dagen 
              
            ach, wist ik het maar 
              
            dan schreef ik  
            op jouw plekje iets liefs 
              
            een gedicht, eenvoudiglang 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            10-11-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            1985. Oostende.  
              
              
            
            Tweemaal schreef ik je over mijn dood.  
            Hoe kon ik toen weten dat waarheid zo zegbaar was 
            en zo zou razen in mijn verzen. 
              
            Op de muur, waar geen enkel woord meer  
            crepeerde  
            of terug kroop 
              
            naar de leugen 
            en mijn buik, het spreken verwaarloosd 
            na het vloeken. 
              
            Misschien bracht rouw jou naar deze kamer. 
            Alleen.  
            Naar het drijvende bed  
            en de woorden  
            die toen bleven draaien rond mijn zilte slaap  
              
            zee werden 
              
            groter en groter 
            in de regen, in die bindende stilte, zo anders  
            dan ik had vermoed 
              
            tot ik verdronk. Jouw gezicht zag 
            en die laatste hand. 
              
              
            - Mijn woorden waren als meeuwen 
            die ik aan de waarheid gaf.- 
            
             
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            09-11-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            Geen frambozen 
              
              
            Voor jou, zeg je.  
            Hier, neem aan.  
              
            En tot in het kleinste  
            van afscheid 
            leg je een brood neer.   
              
            Maar, vertraag ik, het geloof  
            in kruimels heb ik  
            begraven.  
            Weet je nog.  
            Onze wandelingen.  
            En alle vogels die lachten.  
            Behalve dan die ene kleine,  
            die droeve 
            die 's nachts in de dennen  
            het koele sterven bezong  
            en mij dan openhartig aankeek 
            alsof blauw nooit zou volgen. 
              
            Weet je nog. 
            Ik was zo verrukt in het bos. 
            Jij gaf het voorbeeld  
            en drukte jouw horloge in het zand.  
            We zouden nooit verlaten leven. 
            Niet van diep begrip of tweemaal. 
            We zouden over beekjes praten  
            en wilde bloemen. 
            Geuren naar overal en herinneringen brengen  
            naar warme stemmen in de ochtend. 
            Ons schrijven zou het reizen zijn,   rijzen  
            tussen het sandel en het frambozenhout. 
              
            Nee, zeg je. 
            Ik sprak over vrijheid. 
            Voor jou. Neem aan.. Het is nog warm.               foto: beeldentuin Dehullu 
                
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            07-11-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            Canon in D   
            De tijd opent zich traag vandaag,  
              
            Geen meeuw beweegt 
              
            Hoe dicht mag ik bij je komen 
            als gemis geen enkel geluid maakt 
            en de duinroos zwijgen blijft, 
              
            ver achter het dalen 
            van de zee. 
              
            Ik breek het raam open en kom uit  
            op dezelfde straat.  
            Daar is het zuiden, wijs ik. 
              
            De schemering plakt mijn woorden op de voorgevel.  
            Het is een keerpunt.   
            Misschien was jij wel mijn eerste liefde.
             
             
             
            (Titel Pachelbel, Canon in D)
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            04-11-2009  
        
             
        
            
              
            
            
            pinokkio 
              
              
              
            vier witte muren  afbeelding: beeldentuin dehullu 2009 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            02-11-2009  
        
             
        
            
             
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-10-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            30-10-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            op de droomlijn 
              
              
              
              
            wil ik je zoenen 
            de kamer horen zingen 
            zuchten 
              
            tussen twee zinnen  
            steeds weer 
              
            je vol verwachting aankijken 
            overgevoelig worden, overwonnen 
            zoals het licht zoekt 
            en vindt 
              
            verovert 
            over tepels en teder, rozen 
              
            zich dan laaft aan ruimte 
            verbeelding 
              
            de zee en het seizoen  
            waar ik van houd, wil ik je plagen  
            op het strand 
              
            met  
            kleine vingers  
            en schaterende vogels 
              
            onvoorwaardelijk 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            29-10-2009  
        
             
        
            
            
            
            
             
             
             
             
             
            Gisteren. 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            28-10-2009  
        
             
        
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            26-10-2009  
        
             
        
            
            
             
             
            
              
              
              
            bijna dragelijk 
            
            fluister je 
              
            wat komt daarna 
              
            ik voel de herfst  
            door me heen gaan, enkel de herfst  
            en geen andere vragen die sporen dragen van holle huizen  
              
            waarin niets zich kan hechten 
            behalve de onmacht, immer herhalend 
            zoals witte kruisen, lijf aan lijf 
              
            nooit uit marmer 
            of uit letters van leven 
            wel liefde, liefde, zoveel liefde 
            onberekenbare liefde, binnen in mij 
              
            en daarna , fluister je 
            onbekend 
              
            ik houd mijn mond dicht  
            en   loop  
            naar de bladeren rondom jouw voeten 
              
             
            ter verdediging van de eeuwigheid  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            24-10-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            19-10-2009  
        
             
        
            
            
            
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            schaduwdans 
              
              
              
            ik vul jou, mijn dichter 
            aan 
              
            met woorden  
            die uitgesneden liggen naast houtnerven 
            en waar de vloer, vastgeworteld 
            zijn schaduw geeft 
              
            speels mijn armen  
            rond jou schetst 
              
            ik weet niet of ik nog iets 
            zeggen wil of dat ik de bloemen verder 
            draag  
              
            naar buiten  
            de nacht   vol weemoed 
            met wind en de onzichtbaarheid 
            van mijn dromen 
              
            je omhelst me  
              
            ik dans 
            en laat mijn gedichten waaien 
              
            onbekend tot stof 
            
            
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            16-10-2009  
        
             
        
            
            "moest ik de reden van mijn bestaan weten, dan zou mijn lijstje met onzinnige waarheden zich beperken tot een punt" 
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            13-10-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
            
            
            
            zacht land 
            alle gedachten  
            die ik uit de winter  
            verzameld heb 
              
            alle slachtoffers  
            uit het reliëf van de nacht    
              
            bange stappen en mistranden  
            het knielen  
            voor de duisternis in mij 
              
            ze verdwijnen  
            wanneer de horizon duinen dichterbij brengt  
              
            nog dichter dan een witte oever 
            aan de dood ontleend 
              
            de wind, een vogel,  
            het schuimen 
            van verzen  
              
            het begrijpen van licht 
            waarin ik jouw woorden  
            vind 
              
            en dat wat zich voortbeweegt 
              
            hou van me 
            want uit een zeeschelp geworpen 
            ben ik iedere waarheid 
              
            
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            12-10-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            uit het dagboek van een wintertuin 
              
              
              
            alles  
            begint opnieuw 
              
            zo ook de roos  
            die sterft door het niet verstaan 
            van dode ogen  
              
            en hoe de maan papieren vogels oplaat  
            langs touwen die de eenzaamheid  
            in lege buiken knopen 
              
            gebarsten zoals oude winterbomen 
            zwart beslagen 
              
            het wenken naar de afgrond 
            de onopgemerkte pijn 
              
            bloei dan, mijn roos 
            en leg je in het helder licht 
              
            schoonheid  
            kent liefde, streelt schaduwverzen  
            eeuwig  
              
            en zo hemels buigend 
             
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            09-10-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            Liefdesgedicht Ik buig neer bij de boom. 
                
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            07-10-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            geef me  
            geen dagen van gebeden  
            wanneer ik mijn waarheid op de brandstapel werp  
              
            maar geef me een lichaam  
            waarin ik kan wonen 
              
            ongewijzigd gillen  
              
            tegen de schrijvers 
            en de makers van een dichtgemetselde 
            eeuwigheid 
              
            waar ik kan rouwen om de leugens 
            steen per steen 
            geworpen in woorden van het lot 
              
            bewaak mijn huis 
            en het eenzame kind  
              
            de vonken en het vuur 
              
            wanneer ik   ga 
            onvoltooid 
              
            zoals in dit gedicht 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
			
			
				
					 
			
			
				
					01-09-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            24-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
              
              
              
            Ik las boeken  
            en hun einde. Ik trad binnen  
            en weer buiten. 
              
            Halverwege. 
              
            Droefheid  
            veroorzaakte een geloof  
            in klaverblaadjes; een onuitgewerkte uitgave.  
              
            Bomen kraken.  
            Ik hoor ze elkander strelen. Ik heb hen  
            en hun wereld lief. Het omhoog dwalen van een enkele vogel 
            tussen het wisselen van de stemmen. 
              
            Ik loop me te pletter en neem afscheid van ieder. Bladstil. 
              
            Lipvormig.foto: kerima ellouise  
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            23-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
              
              
              
            kus me dan  
            nog voor november kleuren  
            dempt 
            je hart voorgoed gesloten wordt 
              
            beloof me  
            om te ontwaken 
            nog voor winter koude namen schrijft 
              
            en stille kinderen slapeloos dwalen 
            in woorden  
            van ontheemde dichters 
              
            rond en rond 
            een volle maan 
              
            -geen mens bestaat in deze waan- 
              
            verzamel me 
            dan 
            nog voor ik wenen mag 
              
              
            kerima ellouise © 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            22-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            ik kijk door het raam  
            en zie 
            wanneer ik even niet verdwaal 
            een vreemd licht  
            op het gras liggen 
              
            het is veel zachter dan gisteren 
              
            ik ga voorbij, blootsvoets 
            onzichtbaar 
              
            als een reiziger met koortsige handen 
            die wolken bedenkt, heen en weer 
            druppel voor druppel 
              
            er waait wind 
              
            misschien ben ik het sterven  
            nog niet gewend 
            in dit voltooide samenzijn  
                   
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            19-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            och de onverzonnen spraak  
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            18-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
            
            te midden van wind 
            hang ik rozen tegen de muur 
            omlijst de bladeren met een museumstuk 
              
            rood  
            zoals het alfabet van liefde 
            dat verzinkt in vochtige voegen, zo vaak 
            beschreven en weer heengegaan 
              
            een dag, een uur, een week 
            of duizend en meer jaar  
              
            tot er niets meer over is  
            dan een beknot bedrog, de zware last  
            van het zwijgen 
              
            woorden ongebruikt 
              
            ik laat los  
            en rechtvaardig de spijkers in mezelf 
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            17-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            om me heen 
            liggen regels te baden 
            in het licht 
              
            geen schaduw of boodschap 
            verstoort hun vreugde van bevestiging 
              
            ik beloof  
            ze nog meer blauw en vraag  
            of ze mijn gedicht willen binnentreden 
              
            zodat ik het schateren kan horen 
            als kinderen onstuimig op het zandstrand 
              
            fladderend in wind en rode  
            zomerwolkjes 
              
            op blosjes van scheppend ongeduld 
              
            ik zwaai naar hen  
            en droom  weg, op zonnebloemen 
            en gedichtenbootjes  
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            09-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
               
            bespiegeling 
              
              
            
            
            
            als licht  
            komen ze aanwaaien 
              
            ze schateren even in de zon  
            en heuvels lijken 
            te dansen 
              
            met de verste vogels, een roep 
            op zondag om te zijn 
            te strelen  
              
            aan je oor, de zachte wind nog  
            niet voorbij of bewaard  
            in een nachtkus 
              
            op je vingertoppen, armen 
            rond schouders, je buik 
            in slaap 
              
            ze buitelen in eenvoud 
            vergankelijk 
              
            en achteraf, niet meer dan 
            een kleine mijmering 
              
            in een woordengalerij  
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            04-09-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
                    vandaag  beweegt er niets in de tuin   maar ik voel de kraaien nabij wij zullen samen sterven of ieder alleen door verdere dagen   de zomer is weg, straten worden langer alsof schaduwen  geen bestemming meer vinden   voor de zoveelste maal zie ik het kind opnieuw    ze woont aan de rivier gevormd uit een beetje poëzie en mijn innerlijke tijdloosheid    ze droomt, zegt ze ze is de ziel van jouw stilte   ik vang het vruchtwater op met wilde bloemen        kerima ellouise ©     
            
            
            
            afbeelding: beeldentuin Dehullu kunstenaar: Jan Leeuwenburgh         
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            01-09-2009  
        
             
        
            
            
            moerbezie 
            
  
            
  
            
            poëzie -wens, oh wens een stip in het gemis- "moerbeiboom, welk blad verlies jij"  
            
            
            
                            kerima ellouise © 
            
            
            
                         - literair festival 'onder de moerbeiboom'  Breda- 
                                                              
              
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-08-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            28-08-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            zal je mij 
            nog herkennen op de dag 
            dat ik sterf 
              
            of de vlinders  
            vanuit mijn vrouw-zijn, teder en waanzinnig 
            aan alle zijden wit 
              
            en onze liefde 
            de verzen die wij lazen, licht zonder 
            schaduw 
              
            als zon op zwanen 
              
            een middag van oceanen 
            eentalig zacht 
              
            en vrij, zo stil, zo stiltevrij 
            in jou,   zo hemels jou in jou                                                     foto: beeldentuin Dehullu 2009  
                
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            23-08-2009  
        
             
        
            
            
             
            
            
             
              
            
            
              
            als een zomerdag  
            slingert het thuisgevoel zich rondom  
            de oude schaduwlinde 
              
            lome wolken wijzen naar de stilte  
            terwijl het gras zacht neuriet en zonnige appels plukt  
            uit het blauwe landschap van lievende ogen  
              
            luister dan;   zo dichterbij  
              
            hier schept vriendelijkheid  
            meer dan ruimte 
              
            een tijd van dromen  
            langs Giessche kaarsjes met twijgenlicht 
            op het maangewaad    
              
            
             
             
         
        
             
     
    
        
            11-08-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
            
            alsof de nacht zwaait 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            09-08-2009  
        
             
        
            
              
              
              
            
            
            
            bestemming 
              
              
              
              
              
            nergens in de wijde omtrek 
            kwam ik stilte tegen  
              
            toen zag ik jou  
            en raapte je op, wist niets van je vluchtige reis  
            of de wereld waaruit je werd geboren 
              
            ik kende zelfs je naam niet 
            zag enkel buien en het draaien van de duinen 
            innerlijk ontwricht, met bleek gelaat 
              
            een tiental vogels vloog op uit de wind 
            tot dicht bij het water, hees  
            zoals de woorden uit het maanlicht 
              
              ik hield je tegen mijn oor 
            en vond de witte troost van stilte 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            08-08-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
            
              
            ik was even, in het vluchtige  
            van tijd, compleet  
              
            zoals een glimlach  
            en een bijzondere plek, waardig  
            aan het leven  
              
            nederig aan de dood 
              
            even was ik een gezicht  
            tussen sleutelbloemen en volmaakte 
            ramen 
              
            een lichte zin 
            in zonneglans, in water van weggegleden zeeën 
            verbonden door het begeren 
              
            nu draag ik het gemis, vele dagen ver, 
            naar het midden  
              
            nabij de zomer 
              
            en wacht op het landschap 
            rondom de ringen van een boom 
              
            onbegraven 
            als een meeuwloos kind 
            van gratie 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            03-08-2009  
        
             
        
            
              
              
            denkbaar 
              
              
              
              
            nog niet zo lang geleden 
            roeide ik langs vijvers en kapotgewaaide 
            zonnebloemen, onvertakt 
              
            en dacht: misschien ben ik 
            één van hen, blijft de werkelijkheid 
            voorgoed achter me 
              
            op te dunne stelen, ongewild 
            door het licht  
              
            zonder middaguur, zonder reizigers 
            zonder te weten waar de wereld 
            begint  
              
            of misschien ben ik gewoon  
            een ogenblik 
              
            van de tijd vervreemd; tot drie gescheiden 
              
            ondenkbaar in alle uren  
            van toekomst 
              
            -waarom herinner ik me dan morgen- 
             
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            01-08-2009  
        
             
        
            
            
             
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            ik sluit mijn wereldafbeelding: beeldentuin Dehullu 2008  
                   
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-07-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            30-07-2009  
        
             
        
            
              
              
            
            
            
            
              
            
            
            
            
            
            tussen mij en de zee 
              
              
              
              
              
              
            de hele nacht was ik dicht bij je  
            en in het bewegen van de golven 
            verbeeldde ik   me  
              
            twee vleugels in mijn adem 
              
            onze liefde werd een vogel  
            sierlijk en vol witte veren 
              
            meeuw , zei ik zacht 
              
            en jij verlengde het landschap  
            aan de toppen van je vingers, zoals een horizon 
              
            glinsterend  
            geheel en al zee 
            met de branding waarin ik naar binnen ging 
              
            het vrouwzijn ontdekte  
            bij het ongedeerde licht 
              
            vrij , zei je zacht 
            en beschrijf onze wereld 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            28-07-2009  
        
             
        
            
              
            
            
            iedere dag  
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            18-07-2009  
        
             
        
            
            
            
            
              
              
              
              
            ruw trek ik mijn stinkende   huid uit 
            schraap de gaten waarin een oneindige ruimte 
            de kruisen bevochtigt 
              
            van doden die hun buiken aanschouwen; 
            glasachtig in het spreken 
              
            ik doorsnijd de woorden, geef vorm  
            met dezelfde beweging waarmee mijn hart 
            werd doorboord 
              
            en trek het ongedierte  
            uit de zwarte vlekken, opgezwollen tot afkeer 
            van dubbele ogen, spiegelvaardig en onmachtig 
            om zich verstaanbaar te maken  
              
            -ik werp nog een trouwe bloem op mijn buik - 
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            14-07-2009  
        
             
        
            
            
            
            foto: kerima ellouise ©
            
            
            
            
            
            
            
            het was beloofd 
              
              
              
              
              
            Lief, mijn lief 
            wil ik de daggesloten jaren verdrijven  
            tot ver achter de wind of tot daar waar het hart 
            zeker is van het aardse licht 
              
            het onbekende, temidden van het ruisen  
            en elk gesprek 
            dat werd beweend; 
              
            het groeien van de leegte  
            onder het goed-rode zand.  
              
            Vandaag wordt je gezicht  
            in een gedicht opgenomen,   gelijk  
            de gedachte aan beminnen 
              
            ik richt me tot jou, mijn lief 
            en tot je oude slaap 
              
            leg mij neer in die duisternis. 
                     
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            13-07-2009  
        
             
        
            
            
             
            foto: kerima ellouise ©
            
            
            
            
            
              zoiets als lucht 
            
             
            
              
            
            
            
              
              
            zou ik daar  
            de stilte kunnen tekenen of erin verdwijnen 
            met meer dan mijn ogen alleen 
              
            zal ik mezelf aan de grens herkennen  
            in het weten dat mijn hart heftig  
            klopt 
              
            (liefde veroorzaakt pijn)  
              
            wanneer ik naar een laatste wens  
            word geschopt door de hongerige tijd  
              
            die, zoals mijn duindromen, immer bij mij blijft 
            ziltig in waarheid, rakelings langs golven  
            en sterren 
              
            of zal mijn naakte lichaam in zee weten  
            dat  het sterfelijk is 
              
            door de minnaar die kreunt  
            en zijn jaren in twee wil snijden met een onmogelijke 
            beweging van de nacht; 
            tussen mij en het gezicht 
            van de dag 
              
            (liefde veroorzaakt pijn)  
              
            ik sterf eerder  
            in het allerdiepste, veel te klein  
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            10-07-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            
            
            
              
            laatste woorden scharrelen zich  
            rond weggeworpen  
            stof 
              
            alles houdt zich stil 
            in dit hartbrekend ogenblik 
              
            wanneer ik mijn naaktheid  
            in jouw zwarte handen 
            afleg 
              
            als een kleed van verlangen 
              
            om een rivier te worden 
            naar die oneindigheid  
            waar vlinders  
              
            de waarheid 
            aan geliefden hangen 
              
            leugens slechts een poëtische 
            haarwrong zijn, afgesneden van de avondwind 
            op frêle schouders 
              
            en zo, wegens de dood, op een witte huid 
            van kralenkrijt 
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            09-07-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            vaak  
            houd ik mijn ogen  
            gesloten  
            om de nacht te ervaren 
            wanneer hij aan mijn zijde slaapt  
              
            om te voelen wat hij voelt  
            zonder begrensde ruimte 
            of, opnieuw, een andere dag 
              
            mijn vingers aarzelen 
            willen overhellen naar het ongeschonden zwart 
            dichtbij de reis van vroegere dromen 
              
            de verbinding met een volle zee 
            en de vele onsterflijke sterren  
              
            doorheen het blauwe van een vlinder 
            waarin geen glimlach  
            verloren gaat 
            
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            06-07-2009  
        
             
        
            
            
             
            foto: kerima ellouise ©
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            torenzand 
              
              
              
              
            het is daar 
            dat ik mezelf verlies 
            uit liefde voor de meeuwen 
            en op hen wacht 
              
            zoals de kerktoren 
            die de eenzaamheid wegslingert  
            op mijn mond 
              
            en me terug bindt aan  
            hallucinerende seconden    
              
            het is daar  
            dat ik stemmen hoor die schelpen ruw 
            wegdrukken naar nevel 
            uit nachten 
              
            en naar lichamen 
            waaruit schaduwen van water 
            lopen 
              
            nabij hem die ik liefhad 
            ruist het verder 
            over zee 
            
                    
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            05-07-2009  
        
             
        
            
            
             
            afbeelding: beeldentuin Dehullu 2008
            
            
            
            
            
            
            
            ik zou je willen houden 
              
              
              
              
            nu ik het dromen heb opgegeven 
            lijkt de wereld  
            eens zo luid 
              
            ik trek me terug 
            schik het huis naar het noorden  
              
            genoeg tot alles  
            en tot waanzin naast geraamtes; 
            het lege staren, de weg terug 
              
            het verwensen van herkenning 
            en de diepte binnenin 
              
            mensenvreemd  
            en daarna verdwenen 
              
            draag ik het gevloek
					
   
                              
					 
         
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			 
			
			
				
					 
			
			
				
					01-06-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            22-06-2009  
        
             
        
            
            
             
            
            
            
            
              
              
            
            
            
              
            we spreken af   aan het station 
            klokslag 
              
            als de laatste trein vertrekt 
              
            en ik zie de dichter 
            vallen uit zijn woorden en uit  
            mijn hoofd 
              
            alsof de boodschap  
            niet genoeg is om de afstand 
            mee te dragen 
              
            vertel maar wat, zeg je 
              
            maar ik hoor 
            slechts dat ene woord 
            van tijd 
              
            dag, vorm ik 
            en verlies de ruimte 
            in het likken van mijn woning  
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            19-06-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            hoe een vrouw 
             
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            17-06-2009  
        
             
        
            
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
              
            
            
            
             
             
             
             
            elfjes op papier 
             
             
             
             
             
             
            alsof   ontelbare handen  
            een horizon bouwden, warm en rijk 
            als zilvervuur rond flower fairies    
              
            en jij er bij hoorde, vol van schoonheid 
            in een taal die ik niet spreken kan 
              
            slechts liefhebben 
            in het verlegen lilalicht en in de eenvoud 
            van je verdriet 
              
            ik zag je daar 
            naar een regenbloem gebogen  
              
            -kom binnen- 
              
            ik zag het hart  
            van een vriendelijk, in een gedicht geboren, 
            lavendelkind 
               
              
            
            
            
            kerima ellouise ©
               
              
              
            
            
            
            
            
            voor Hilly 
            dank je  
            voor je erg lief gebaar 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            14-06-2009  
        
             
        
            
            
            
            
             
             
             
             
             
            
            behouden blauw   
             
             
             
             
            het was niet het onbekende 
             
             
            kerima ellouise © 
             
            13 juni 2009, meeting Nijmegen  
             
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            10-06-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            een andere weg 
              
            
            
            
              
              
            wat ik nooit zal overwinnen 
              
            alsof ik wist dat dit ging komen 
            ik zal mij kleden als een bruid 
            voor wie ik zacht verleiden moet 
            mijn hart is ziek, het feest te koud 
            ontvolkt de stad, mijn sterven oud 
             
             
                    
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            06-06-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            tegelzand 
              
              
              
              
              
            september zesenveertig 
              
            in dit huis gaf je mij  
            jouw zegen 
              
            een leven lang en gelukkig 
            om te herhalen  
              
            ik herinner me het tellen  
            en de tegels, de kamers die wij nodig  
            hadden 
              
            genoeg om tot de tijd te fluisteren 
            - nog later dan nu  
              
            dat zij niet bestond 
            niet hier  
              
            niet op de houten vloer 
              
            in het zonlicht 
            cirkelrond 
              
            dat ook aan de bomen hing 
            en aan de kinderen omdat we minnaars 
            waren 
              
            op onze gezichten en in de helderheid 
            uit onze mond 
              
            zesenveertig tegels 
            en bij de deur hield het op 
            
            
            kerima ellouise © 
                 
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-05-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            30-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
             
             
             
             
             
             
             
            alles past buiten 
             
            niets wordt daar bedrogen 
             
            bomen worden woorden 
             
            een vonk van poëzie  
             
            alles  
            of het niet meer verlaten, het teruggaan 
             
            het pseudoniem  
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            27-05-2009  
        
             
        
            
            foto: beeldentuin Dehullu 2008
            de boom en de berg 
            
            
            
              
              
              
            heel even  
            dacht ik iets te zijn 
              
            een mens misschien 
              
            maar ik sloot mijn ogen te vaak 
            en werd een toevalligheid 
              
            zoals een woord 
            dat in het beloofde bergland 
            naar beneden stort  
              
            daar de illusie bemerkt; 
            de mythe van het honinghart 
            naïef bij elke boom en elke aalmoes 
            van hoop 
              
            gewuifd tot vaarwel 
            tot niets  
              
            in dat heel klein beetje leven 
            rondom het water 
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            26-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            
            
              
              
            als het leven  
            mij geen waarheid vertelt  
              
            leef ik dan in slechts een leugen  
            of ben ik zelf de allergrootste  
            illusie 
              
            zoals de vogel die heel dicht 
            bij doden rust, in wonderen  
            gelooft  
              
            en rond de jongste dag zingt 
            rond mij  
              
            steeds zachter  
              
            verward om de schreeuw  
            die in mij huist omdat ik niet meer ben 
              
            verdwaald 
              
            in de mens die ik bedacht 
            vreemd   - achter deze onomkeerbare wereld  
            zonder omhelzing 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            22-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            draden van licht 
              
            
            
            
              
            en dat ik jou niet missen kan 
            heeft niemand in  
            de gaten 
              
            het kleine brokje 
            in mijn keel of het neerleggen  
            van woorden met deuren toegeschoven 
              
            doen me afdalen in jou 
            zoals het late middaguur dat langs  
            de bladeren likt  
              
            en poëzie laat ontstaan 
            in de plek waar ik ben; het ademloze licht 
            over mijn stille hand 
              
            telkens zachter  
            wanneer ik niet meer spreken kan  
              
            schaduwvol verscholen  
            
            
            
            kerima ellouise © 
                
            
            
            
            
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            20-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
            door de nevels van morgen  
             
             
             
             
            laat me spelen -het is stil  
             
            kerima ellouise ©                                                         illustratie: beeldentuin Dehullu 2007 
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            15-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
             
              
              
              
              
              
            laat maar 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            13-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            genagelde handen 
            en spijkers om Zijn hoofd 
            een ijzerharde genade hartelijk dank Meneer Waltack!
                 
            
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            10-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
             
             
             
            
            het geheim van de hemel  
             
             
             
            ik droomde dat ik bleefillustratie: beeldentuin Dehullu 2008  
             
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            09-05-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            stille tijd  
              
              
              
              
              
            onverwacht 
            hoorde ik   de nacht 
            gewillig, boven alles uit 
            getuigen 
              
            dat de dag mij drie zonen 
            zou baren 
              
            ik was onwetend en keek  
            omlaag naar m n zwellende meisjesbuik 
            en de donkere vlekken  
              
            die ik   als zwarte vlinders 
            verborgen hield achter een dode stem; 
            ontroostbaar 
              
            in ieder sussend woord 
            van onschuld 
            
            
            kerima ellouise © 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            05-05-2009  
        
             
        
            
            
            Poëzie Podium Breda  
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-04-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            30-04-2009  
        
             
        
            
              
            
            
            dankjulliewel! 
            
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            29-04-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            foto: kerima ellouise ©     
              
            
            
            
            
            ik mag de koe wel   
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            25-04-2009  
        
             
        
            
            
            
            
             
            ze weende  
            
             
            kerima ellouise ©illustratie: Beeldentuin Dehullu 2008  
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            24-04-2009  
        
             
        
            
            
            
            
              
              
            
            
            
              
            laat me, mijn lief 
            laat me een gedicht voor jou maken 
              
            al is onze dood 
            onbegrijpelijk   voor de beuken 
            en de bloemen 
              
            eenhuizig zonder stem,   met schimmels 
            langs heuvels, glad en  
            grijs 
              
            ik klaag niet, mijn lief 
            om het mos dat aanspoelt door 
            regen 
              
            mij zacht kust in boomkruinen 
            als zouden vruchten nooit verdwenen  
            zijn 
              
            en de wind, mijn lief 
            laat me de wind op het eind 
              
            ik weet, jij zal ontwaken in mijn verzen 
            zoals papieren vogels 
              
            helend in mijn hand 
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
        
             
        
            
            
             
            gedicht 'Seeschmetterling'
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            22-04-2009  
        
             
        
            
            
             
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            21-04-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
               
              
              
            
            
            
            geef mij te drinken 
            wanneer ik door het land  
            van leugens reis 
              
            melaats  
            zoals de nacht 
            die tot waanzin groeit 
              
            in schrale wind 
            en een niet meer te dragen 
            stem 
              
            verf de aarde zwart 
            wanneer mijn mager lijf  
            naast donkere randen valt 
              
            en vroege dromen verliest 
            in jou en in de vreemdeling, dicht 
            tegen de dood 
              
            van mijn ziel 
            waarin alles heeft bewogen 
              
            tot ik schaduw werd 
              
            in jouw gezwollen 
            rivier 
            
            
            kerima ellouise © 
            
            
            
            
            
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            14-04-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            
            
              
            hij kijkt naar  
            de lijken in zijn hoofd 
            hoe ze hongeren naar voedsel 
              
            van maagden 
            die hij liever zelf had bevrucht 
            met alternatieven van verschoonde 
            kunsten 
              
            hij bemint ze en ook de talloze namen 
            die hij met zijn ogen opent  
            als niemand het hoort 
              
            hoe het licht verft, naar huid verlangt 
            en muren vasthoudt, te smal 
            voor leugens maar ook voor  
            waarheid 
              
            hij erft een dag  
            die niet bestaat 
            in het moederschootmuseum 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            13-04-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
              
            Haar naam betekent zoiets  als nobele geefster en hij  moest aan Maria denken  Sterre der Zee en hoedster  van een behouden vaart  maar zij vond het  veels te ver gezocht  grap voor een intellectueel  die alles intens beleeft  vanuit de tweede hand  gedicht in een verhaal   
                
             
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            12-04-2009  
        
             
        
            
            foto: kerima ellouise ©
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            zie je de meeuw 
            zij vangt de stilte op 
            boven het geruis van de zee  
              
            zoals ik  
            het zachte lispelen 
            van het licht 
              
            met een gedicht  
            binnenin 
              
            waarop de verte drijftkerima ellouise ©  
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            09-04-2009  
        
             
        
            
            'de stilte zien is als een stilleven dat zich uit z'n lijst bevrijdt om de ruimte te ervaren' kerima ellouise © 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            08-04-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            Vandaag niet, zei ik. 
            Later. 
              
            Wat deze dag betekent, hier en nu,  
            is enkel het deelbare deel in deze kamer  
            vol paginas. 
              
            Ook jij kunt me niet bevrijden 
            van vergankelijkheid of van de steen die geen echos 
            wil herhalen. Niet zonder toeschouwers of minder schaduw. 
              
            Dat weet ik,  
            antwoordde je. 
              
            Dat staat geschreven in je woorden, 
            vruchtbaar maar immer wankel, zoals elke onzekerheid  
            tussen waarheid en leugen 
              
            waaruit het verlangen groeit naar stilte 
            in de schalen van onze schepping. 
              
            Vandaag niet, zo voel ik. Ik kan nog houden 
            van het leven en de steen in 
            mijn hand. 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            04-04-2009  
        
             
        
            
            
            
              
             
             
              
              
              
            melancholie dwaalt blauw  
            rond kersen 
              
            het mooie van jouw stilte 
              
            rond omgeploegde 
            aarde, touwladders en weidsheid  
            van het licht 
              
            waarin gebaren een weg zoeken 
            als lentebloesems en geplukte trillingen  
            uit stemmen 
              
            die dieplevende 
            schaduwen rond eikenbomen laten 
            glanzen 
              
            zielsverbonden  
            met al dat moois, uitgestrekt 
            in jou 
              
            en in je handen van hart 
            naar liefde  
              
            zo Haspenblauws 
              
              
            kerima ellouise ©  
             
              
            
            
            
            
            
            
            
            Opgedragen aan Erna Muermans 
            n.a.v. haar debuutbundel Haspenblauw 
            4 april 2009 
                   
            
             
             
         
        
            
            
			
			
				
					 
			
			
				
					01-03-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            27-03-2009  
        
             
        
            
            
                                             foto: kerima ellouise ©
 
             
             
             
            in het licht van stilte 
              
              
            
            
            
            
              
            ik geef jou  
            een steen, aarzelend warm 
            van mijn handschrift op zijn huid 
              
            misschien dat het lot 
            mij dit vraagt; een paar ronde, 
            onmeetbare woorden 
              
            nog  vóór  mijn ziel    
            het ontbinden verkiest en alle straten  
            zwart schrijft 
              
            met droeve verzen  
            waarin vogels zonder stem  
            zich wikkelen  
              
            of misschien  
            willen mijn handen weten 
            waar we zijn, hoe schaamteloze stilte 
            kan zijn 
              
            het liefste  
            en oprecht tussen ons 
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            22-03-2009  
        
             
        
            
             
            
            
            
            
            
            
            alles houdt zich stil 
              
              
              
             
             
              
              
              
            hier aan de rand  
            ligt de tijd, dit is haar wereld 
              
            nog veel vaker  
            dan dat ze de woorden kan verdoven 
              
            ontwaak mijn sterrenvlinder, ontwaak! 
              
            luistert ze  
            naar zijn eindigheid, naar zijn kleine 
            witte stem 
              
            en wanneer ze zwijgt, haar hoofd te rusten legt 
            van boom tot boom, in wind 
            gebogen 
              
            in alle stappen terug 
            op het vensterglas, over stenen en kruisen 
            langs het gemis 
              
            en kringen op de vijver 
            licht 
              
            als engelenveertjes 
              
            wikkelt ze zich, nachtverloren 
            in de zwaarste uren 
              
            en in haar schreeuw 
              
              
            ontwaak mijn sterrenvlinder, ontwaak! 
              
              
              
              
              
            voor L.                               kerima ellouise ©
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            20-03-2009  
        
             
        
            
            
            
            
              
               (drieluik) 
              
              
              
            I. 
              
              
              
            het lijkt nog nacht  
            wanneer mijn woorden zich gaan 
            vertragen  
            om in het bekende te gaan slapen 
              
            want zij weten het, de woorden weten het 
            van elkaar, zij weten 
              
            dat binnen in dit gedicht 
            een kind smeekt om de dood 
            om god, om de dood, om god 
            om  
              
            nacht na nacht te mogen  
            sterven 
              
            in de stilte  
            van een stomme hoek    
              
            uitgebraakt zonder landschap 
            loodlucht  
              
            en leegbloedende  
            spiegels 
              
            
            
            
            II. 
              
              
              
              
              
            het lijkt nog nacht 
            en het kind weet: ze gaan weer  
            komen 
              
            de woorden  
            en de schaduwwachters 
            die door de deur naar binnen sluipen 
              
            een onherstelbare droom vullen  
            met vermommingen en beeld na 
            beeld 
              
            leugen na eeuwigheid  
            na leugen 
            luid 
              
            eeuwig 
              
            in een te klein kasteel 
            van witte lakens, wollen beesten 
              
            en onderaardse, dichtgestopte 
            monden 
            
              
            III 
              
            
              
            het is nog nacht onder het slot 
            van onaantastbaarheid 
              
            en het kind  
            ongehoord, nimmer gehoord 
            en uit het verleden 
              
            bidt 
              
            alsof aan het eind van dit gewankel 
            stilte wacht, sterren 
              
            als   woonst voor de dood 
            waarin alles luistert, niets 
            luistert 
              
            de angst voor hem, de angst om haar 
            voor hem, om haar 
            om het kind 
              
            dat telkens weer aan mijn stem 
            moet wennen 
              
            schuw in verzen 
            en in het weten van de nacht, eindeloos  
              
            in omgekeerde 
            hoogte 
             
            
            
              
              
              
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            14-03-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            satijnwit 
              
              
            
            
            
            
            
              
            is het de spanning  
            op het mooi makend  
            papier  
              
            van woorden  
            in een lentekrul  
              
            die geen regen  
            of sneeuw kunnen verdragen  
            op kletsnatte voeten 
              
            zit de winter dan niet vol poëzie  
            in een ochtend van  
            glazen lelies  
              
            bewogen door de zeldzaamheid 
            van stilte  
              
            ik zie bomen, vogels, vorsten 
            in wit en maanverblindend licht 
              
            en ik zie dromen 
            zelfs   in mijn slaap 
              
            luikendicht, maandenlang 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            07-03-2009  
        
             
        
            
              
              
              
            
            
            
            
             
            hoe stilte zichzelf schrijft 
              
              
              
              
            in dat laatste woord 
            past alles 
              
            de stilte en het tegenlicht 
            de verwarring van poëten door  
            het telkens nieuw geluid 
              
            van rivieren en rotsen  
              
            onder het gedichtendak  
            van een kathedraal 
              
            waarin vrijheid duizelt 
            om de duizend kreten, de tweestrijd 
            in hem of   haar 
              
            om het zwijgen van de stenen 
            en de eindeloze ogen  
              
            van de minnaar en zijn anonieme  
            monologen 
              
            de lezer, op zoek 
            naar waarheid  
              
            en woorden die geen woorden zijn 
            maar bootjes op papier 
            van zand 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            01-03-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            muzes 
              
              
              
            de mooiste zon ooit 
                 
         
     
					
   
                              
					 
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			
			
			
				
					 
			
			
				
					01-02-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            27-02-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
              
              
              
            
              
            om me heen  
            lag de bloei en ik wilde komen  
            tot aan je woorden 
              
            we hoorden de ochtend  
            bewegen, verdeeld over het licht 
            van de verte 
              
            en het gedicht dat ik 
            voorlas 
              
            was als het meisje  
            dat haar stilte droeg naar het opwaaiend 
            papier 
              
            zo ver van armen  
            die ze in en uit wilde lopen 
            dag na dag 
              
            je bent boos en blij, zei je 
              
            en ik knikte, zonder naam 
            naar alles binnenin 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            26-02-2009  
        
             
        
            
             
            Mijn kleinkind moest voor een project op school een werkstuk maken
            over kunst. Ze moest uitleggen wat kunst is en er ook iets over laten
            zien. "Oma , wat is eigenlijk kunst", vroeg ze. Daar had oma niet zo
            gauw een antwoord op.
            "Als je heel mooi kan schilderen, is dat dan kunst?" Dat kan, maar het hoeft niet, dacht ik hardop.
            "als je mooie foto s of beelden kan maken, of als je heel mooi kunt schrijven of toneelspelen, is dat dan kunst??"
            Ik moest lang nadenken en vond eigenlijk niet echt een antwoord. Maar wanneer is iets dan kunst??
            "Oma, als ik iets teken dan zeg jij soms dat je er blij van wordt, is dat dan kunst; is kunst als je er blij van wordt?"
            "Ja", zei ik volmondig, "als je er blij van wordt dan is het kunst."
            Kunst is, denk ik, als iets je raakt. Jouw gedichtjes raken veel mensen, daar ben ik van overtuigd.
            Ik word er in elk geval blij van, zelfs als ze verdrietig zijn word ik blij van de schoonheid en de breekbaarheid ervan.
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            24-02-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
            foto: beeldentuin Dehullu 2008 kunstenares: Christine Dewerny 
              
            
            
            
              
            de maan vermoeit 
            verlaten 
            elke stap die schreeuwt 
              
            alsof ik er niet ben; de uren met jou 
            zo vreemd de kus met tussenpozen 
            
            jij kijkt op, neer 
            mijn woorden en stenigt het geluid 
            van uitgeteerde stilte 
              
            de steeds herhaalde vrees 
            tussen waarheid en waan 
              
            en alles wat ik buiten  
            nog ken 
              
            de vogels zwijgen 
            en jij vraagt je af 
            waarom 
              
            ook het grote 
                  
              
              
              
            
             
             
         
        
             
     
    
        
            21-02-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            belofte 
            
            
            
            
            
              
              
              
            ik zal geen woorden 
            schrijven 
              
            geen zinnen van schaduw 
            waarin de wind mijn as 
            verstrooit 
              
            op straathoeken of op witte bomen 
            in vreugdevolle dagen 
              
            je zal me niet zien 
            zelfs niet wanneer ik naast je  
            zit 
              
            zoals jonge geliefden 
            die nooit het sluiten van de zomer horen 
            in de eerste argeloze wolken 
              
            ik zal lucht zijn  
            -nimmer slapend-  
            
            als je me voelen wilt 
              in open handen 
                
            
             
             
         
        
             
     
    
        
            18-02-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            zoeklicht 
                 
            
            
            
            
            
            
              
            
            het afscheid  
            zal ik schrijven 
            in herhalend zwart 
              
            met gordijnen dicht 
            als getuigen van de taal 
            die ik opraap  
              
            uit de nachtvlakte  
            van de kamer 
              
            en de duizend jaren 
            die ik heb geleefd in 
            mijn woorden, zoals 
            de minnaar 
              
            de vlinderkoning 
            voorheen, met ziel 
            en zinnen 
              
            in het weggegleden 
            landschap, dicht 
            begroeid 
              
            ik heb geen angst meer 
                  
                                        zwart 
             zwart                                                    zwart                                                                                             zwart             zwart                                                                                zwart    zwart    
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            16-02-2009  
        
             
        
            
            O d e   a a n   . . .
             
            
             
             H a a r   l a v e r e n d e   l e t t e r s   w i e g e n   g e d u r i g   s t r o m e n   t o t   w o o r d e n   b e m i n d   e n   v u r i g o m w e n d e n   a l s   ' t   g et i j   
              
            W e l e e n s   z a c h t   s t r e l e n d   
            a l s   e e n   ongerepte   w i n d 
            w a a i e n d   t o t   d e   v e r b e e l d i n g   
              
            b i n n e n   m i j 
XaVion ©   
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
			
			
				
					 
			
			
				
					01-01-2009  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            28-01-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
              
              
            'waar is de waterput 
            waar vogels zich kunnen laven met vrolijk 
            gefluit' 
              
            ik probeer te kijken 
            naar bergen, naar blootgelegde zeeën,  
            zoiets als lucht, woordenblauw 
              
            naar weggebrachte pijnen tussen dikke boeken 
            lege kamers, steeds krommer  
            in armen 
              
            leg ogen, onbekend, in volzinnen 
              
            in weerkaatsende verzen  
            die niet verder kunnen gaan dan het eigen glas  
            dat door landschappen snijdt  
              
            en 
            alles wat overblijft aan de andere kant 
            van vrede 
              
            waar zijn de vogels 
              
            of zijn het zielen die de waanzin laten toeslaan 
            in krampachtige angst 
              
            om in de waterput van spijt 
            de grenzen te openen 
              
            -alsjeblieft- kerima ellouise ©
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            25-01-2009  
        
             
        
            
             
            
             
            
            
            
            
            
            
                 
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            24-01-2009  
        
             
        
            
             
            
            
            the seven bridges 
              
             
             
             
             
              
              
            misschien doet het antwoord sterven 
            en zijn de vele verloren woorden het alibi; 
              
            de rivier naar zee  
            die onder de zeven bruggen van waarheid 
            gezichten onherkenbaar maakt tot hongerige dromen 
              
            en waar het zout de horizon verschroeit  
            tot een kale vlakte, verdeeld over ramen, waanzin  
            en schuld 
              
            aan beide kanten van  
            gisteren; 
              
            het halfdonker van de wereld, stenen mensen 
              
            en alle verzen 
            waarin vleugels noch kinderen verder gaan 
            dan het visioen  
              
            dat ik in gedachten  
            behield als schuimend licht in een ondergaande  
            vraag (dan)  
            
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            19-01-2009  
        
             
        
            
            
            
            vraag dan 
            
            
            
            
              
              
              
            alleen vandaag 
            ben ik het kind met ogen, niet  
            vervloekt 
              
            alleen vandaag behoor ik tot de toekomst 
            en de waanzinnige visioenen die als lichtramen uit de wind  vallen 
              
            vraag over morgen, vraag over dromen van duizend keren onschuld 
            vraag    of ik jou wil aanraken voorbij   de golven, de meeuwen  
            de waarheid en de spartelende vuurtoren  vol introvert vertrouwen 
              
            vraag want alleen vandaag ben ik het kind  
            in golfjes blind 
              
            achter de noordermuur 
            gezocht 
             
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            18-01-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            blauwgrijs geluid 
              
            
            
            
            
              
              
            is het dat  
            wat ik hoor 
              
            de honger in mij 
            om je aan te 
            raken 
              
            of is het nog de onschuld 
            van september  
              
            wanneer bomen spelen 
            met de lichte geur  
            van regen 
              
            en niet vermoeden 
            dat de winter hun kleren  
            zal optillen en dan weer loslaten 
              
            stormscheurend in de navel 
              
            onbedekt 
            onder de grijze regenboog 
            van mijn handen en jouw buik 
              
            die ik wil strelen en warm houden 
            tot de wind stilvalt in onze laatste  
            woorden 
              
            ondenkbaar in een nacht  
            vol poëzie 
              
            is het dát  
            wat ik hoor 
            
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            16-01-2009  
        
             
        
            
             
            
            
            
            
            
            
              
            zoek in mijn woorden 
            dat wat mijn mond  
            niet tegen jou kan zeggen 
            de bewondering  
            die ik er in wil leggen 
              
            want ik zie vlinders 
            in jouw dichtersverhalen 
            die stilletjes ronddwalen 
            rond winterse nachten 
              
            wachten, 
              
            op de lieve lange lente 
            met bloeiende bellefleuren 
            vervuld van mierenzoetheid 
            in bontgeschilderde kleuren 
              
            ik ervaar de klanken  
            van de gekozen letters 
            als een opengevouwen deel 
            van geurende rozenknopjes 
            rustend op zacht fluweel 
            
            
            
              
            © Hilly 
            15 januari 2009 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            15-01-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
             
             
             
             
              
            onder lagen 
            van weerloosheid rilt 
            het uur door aangehouden kilte 
              
            wanneer ik steeds meer terugkeer  
            naar afwezigheid; een onbesliste  
            verte 
              
            waar bestaansvormen spoorloos zijn 
            lichamen vloeibaar in ontelbare rivieren  
            van de zon 
              
            pistoolschoten in wijn geweekt worden 
            en vaders antwoord geven om wat ze deden  
            langs uitgestrekte zomers  
              
            en waar de dag zichzelf niet  
            in steen schrijft met grijs en zwarte tinten 
              
            maar waar ik in mijn slaap 
            geen adem hoef te halen omdat ik bij de stilte hoor 
            in handen alleen 
            
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            12-01-2009  
        
             
        
            
            
            
            wintervertrek 
              
            
            
            
            
              
            dat het moet 
            de vlinders onder zerken 
            van vraatzuchtige   dagen 
              
            wanneer ze rood zijn 
            en vingers de nachten bergen met 
            voorgelogen zomers 
              
            de stilte komt toch 
            met het temperen van 
            hypothesen  
              
            een mond vol brandende woorden 
            bij de adem van vroegere triomfen 
              
            en het zoete gewicht, krabbend 
            aan het nieuwe duister 
              
            nog steeds verleid 
            door het hunkeren naar meer 
              
            omdat dode dromen niet op te tillen zijn 
            
             
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            07-01-2009  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            en ik zie 
            de winter, nét anders 
              
            de liefde 
            die niet meer komt 
            in een huis van sneeuw 
              
            houten schalen 
            in plaats van bloemen 
              
            doden die rusten, telkens langer 
            en stamelend achteruit 
              
            ik zie de maan 
            argeloos   mager, in ieder woord 
            onderdrukt 
              
            met licht als witte lijken 
            en vogels, altijd weer die vogels 
              
            de geur in een fluistermond 
              
            in laagjes land en een toegesnoerde 
            lucht 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
			
			
				
					 
			
			
				
					01-12-2008  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            31-12-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            een leeslint van bloemen 
              
              
              
            
            
              
            hoe kan ik mijn dank 
            tot leven brengen in deze winterstilte; 
            oud vanbinnen 
              
            tenzij verwondering 
            een diepere betekenis krijgt in een pas  
            ontwaakte lichtwereld  
              
            vol letters  
            en zoveel meer 
              
            een nieuwe stem, een jaar, duizelingwekkend  
            blauw 
            
            en uitstromend naar alles  
            wat leeft 
              
            beweegt 
              
            dieren, bomen, bloemen 
            een gedicht op   de horizon 
            en naar mijn dank 
              
            aan jullie 
            
            
            
            
                                                     - dank je wel - 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            30-12-2008  
        
             
        
            
            
            foto: locatie beeldentuin 2007
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            als ik mijn dromen 
            zou kunnen tellen 
            van dag- tot avondlicht 
              
            dan zouden duizend-en-één-sprookjes 
            zich neerleggen in het weelderige gras 
              
            misschien was ik 
            bij leven 
              
            tot poëzie gekomen  
            nog voor de nacht  
            er was 
                     
              
              
            
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            28-12-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            poppenstoet 
            
              
              
            druppels  
            uit al mijn lichamen  
            dringen het kind binnen 
              
            morgen zou het gaan varen 
            ver weg van de grijze pantalon 
              
            en het openscheuren van de donder 
            op zolder, van de minibomen langs het treinspoor 
            dat de seizoenen deed vervreemden  
              
            van het kunstlicht, ratelend  
            en zonder pardon 
              
            morgen  
            zou het gaan varen 
            in de namiddag, licht en roze 
              
            zodra de poppenstoet werd 
            gekleurd door jurkjes 
            
            
            
            
                   
             
                                  
             
             
             
             
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            25-12-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            foto:kerima ellouisenachtschelp  
                   
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            24-12-2008  
        
             
        
             
            
            
            dromenkind 
            
            
            
            
            
            laat mijn woorden  
            dan bij maanlicht van sneeuw  
            zijn 
              
            een siddering, een beetje wonder 
            zoals zilverglans, mild 
            in bomen 
              
            het onbekende  
            dat zich over het leven buigt; 
            een vinden of ontwaken 
              
            in trillend teder  
            en in dromen 
              
            wij samen 
              
            in witte kruinen 
            de engelenvleugels tegemoet 
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            22-12-2008  
        
             
        
            
              
            
            
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            17-12-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            spelevaren 
              
              
              
            ik frommel je in gedachten  
            terug 
              
            hoor   sneeuwvlokken  
            nog hikken en proesten, net boven  
            het gras 
              
            en hoe het landschap  
            kinderstemmen ving, hoog in het 
            ontmoeten van vogels 
              
            jouw kerstboom  
            die het licht bewoog naar een witte, 
            zielloze kamer 
              
            weet je nog 
            rode ridders en kastelen, alle piraten 
            op het dek 
              
            het getikketak 
            van tweeëntwintig groeistappen  
            in eenzelfde straat als nu 
            
              
              
            
                     
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            16-12-2008  
        
             
        
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            15-12-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
             
             
             
             
             
             
            hoe dicht  
            kan perfecte imperfectie  
            bij het volmaakte komen 
             
            als leesrozen 
            tussen woorden groeien, verlangen 
            zichtbaar wordt in het lettertasten van 
            schoonheid (zachtgelijnd)  
             
            hoe dicht  
            zal ik je vinden wanneer je  
            in mijn denken ligt, touwtje springt 
            met ieder seizoenslicht 
             
            in oceanen van papier duikt  
            -golvend-  en poppenscheepjes uit  
            een notendop wrijft 
             
            om liefde 
            enkel om liefde 
             
            -zweef 
              en geef tijd jouw naam- 
             
            zoals een lelie aan het water 
            open-gekroond 
            
                 
             
            
            
            
            
            
            
            voor ClaireQ  
            naar aanleiding van haar bundel 
             
                   "perfecte imperfectie'  
                    
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            13-12-2008  
        
             
        
            
            
            
            wachten op het landschap 
            
            
              
            
              
              
            de avond  
            braakt schapen 
            in een slapen uit 
              
            dwaalt over het land  
            en steenhopen van stilte 
              
            ik breng een laatste vergezicht 
            - daar waar ik niet woon - 
              
            laat leegte los, de aarde  
            en de eenzaamheid 
              
            alsof de nacht al weet 
            tot hoever ik zal 
            geraken 
              
            wanneer jij naast me ligt 
            in de verte van het licht 
              
            en in 
            het trage rood 
            van mijn leeggelopen hoofd 
            
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            10-12-2008  
        
             
        
            
            
            
            
              
              
            
            
              
              
            vandaag gebeurde het 
            in één ogenblik 
              
            buiten op straat 
              
            lag huid 
            te sterven en jij zag opnieuw  
            haar stilstaand gezicht 
              
            vogels in zwart  
            vlogen door vlinders heen 
            en keerden weer    
              
            over wintervelden, uit het einde 
            geboren 
              
            niemand merkte het sneeuwen  
            op je vingertoppen of het zorgzame gebed 
            dat je achterliet  
              
            tussen de schouderbladen van de aarde  
            en deze onbekende 
            
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
			
			
				
					 
			
			
				
					01-11-2008  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            28-11-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
            
              
              
              
              
            winter rouwde 
            om het kind dat altijd 
            schreeuwde 
              
            s nachts 
            wanneer het gezichten 
            tekende    
              
            tot zichtbaar en tussen meer dan 
            lijnen op papier 
              
            winter kwam ook steeds vaker in verhaaltjes  
            waar armen en benen kwijt 
            raakten 
              
            en god, ver weg van 
            de koude aarde 
              
            alsof monsters gedurig wisselden  
            en de manen bevruchtten  
            met de dood 
              
            om niet meer bang te moeten zijn  
            van het leven 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            27-11-2008  
        
             
        
            
            
            Leef  
            
            
            de zwaarte; de herinnering 
            het grote lege nu 
              
            gedachten alsmaar malen 
            het waarom; wat nu 
              
            we leven door, ondanks 
            de beelden die  
            het stof verplaatsen; 
            het vastgebonden zien 
              
            de zwarte loop 
            de trekken en velden 
            ik ken ze nu.. 
              
            en leef Warme armen  
            
               
              
            
            De dag draagt sporen  
            van het uur; de geuren 
            de immer-klanken  
            tranen  
              
            het einde 
            tastbaar dichter bij 
              
            de klok slaat  
            keer op keer 
            telkens weer 
            het   nieuwe uur 
              
            toch eindigt deze schemering 
            en keert terug naar nu 
            waar samen warmte kleurt 
            en armen strak omarmen 
              
              
            
             
             
         
        
             
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
                                            en alles weer  
                                            even zichtbaar wordt 
                                            komen duizend vragen 
              
                                            doch hebben wij ook geleerd 
                                            slechts het goede  
                                            de mooie momenten 
                                            met ons mee te dragen 
              
                                            al is het zicht zo beperkt 
                                            door wat ons heeft getekend 
                                            breek luiken naar de toekomst open 
                                            dat ligt te wachten in de juiste lagen 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            24-11-2008  
        
             
        
            
            
            
              
              
              
              
              
            ren! ren! 
            Raas gedachten! rond 
            razend 
            roof! moord! roof! 
              
            leven! leven! 
            Laat me leven! lief 
            later 
            los! het geld! 
              
            stil! zo stil! ik schreeuw  het slikken 
            de grond trilt traag, woord voor woord 
              
            koud, zo koud 
            stop  het tikken 
              
            oh mijn god 
            mijn hart slaat terug 
              
            waar blijft de dood 
              
              
            -adem- 
             
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            23-11-2008  
        
             
        
            
              
              
            
            
            
            
             
             
            Camperfou 
              
              
              
            ze liep daar 
            zomaar 
            plots 
              
            en je ogen  
            rolden warm 
            en wulps 
            in haar decolleté 
              
            Naomi 
            riep je 
            hartstochtelijk zuiders 
              
            maar ze keek niet om 
            wandelde verder 
            hakkenhoog 
              
            of je haar nog zag 
            in het naakte, roze dal 
              
            ze pushte je nog lager 
            haar maatje was je nooit 
            
            
            
            
            voor een fan van Naomi Campbell  
            
                
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            20-11-2008  
        
             
        
            
            Oskar Kokoschka, Windbruid (the tempest)1914
            
            
            
            
            
            bedekt met as 
              
              
              
              
            je zei nooit  
            liefde is sterker  
            dan wind 
              
            alleen maar dat toekomstwoorden 
            niet uit te leggen waren 
              
            het waaide  
            maar ik sliep zacht 
            en warm 
              
            want met wie kon ik anders praten 
            dan de houtskool dat hellend  
            de bloemblaadjes 
            brandde  
              
            vier deeltjes voor elk seizoen 
            licht als witte kant 
              
            jij bewaarde jouw nachten  
            en zag losmakend  
            ver  
              
            schaduwbruiden  
            in de wind 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            19-11-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            ik maak de nacht wakker 
            omdat ik de boom  
            van blad tot 
            karton 
            niet   krijg gedicht 
              
            hij braakt bergen uit 
            en kinderen zonder glimlach 
              
            een moeder  met gebrek aan geluid 
            en ongekuste lippen 
            afwezig  
            van elkaar en mij 
              
            hoe anders kan ik  
            schrijven 
            dat de betekenis   van haar borsten  
            mij uit mijn slaap houdt 
              
            wanneer ik   mijn doorschijnend kleed  
            laat vallen  op het ongewilde zaad van de dood  
            en koele vingers 
              
            zoveel trager 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            13-11-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            
            
            voel zachte klanken 
            in een eindeloze stoet, geluiden van nergens  
            en overal 
              
            wanneer daglicht en schaduw 
            zijn woorden verlaten  
              
            op zoek   gaan  
            naar losgebroken schimmen van de ziel; 
            het weten dat alles leeft  
            in open zicht 
              
            en dat, gedragen door het sterven, 
            verwachting terugkantelt 
              
            in kleine fonteinen, ongevraagd 
            en vaak hoger 
              
            het komen en gaan 
            tussen deuren en dat wat overwonnen 
            kan worden 
              
            over schouders van het verloren 
            kind 
              
            in het weten: ik kan schoonheid bezitten 
            zonder te sterven 
            
              
            
            
              
              
              
            
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            in een simpel kuiltje 
              
              
              
              
            als een boom zo wijs 
                   
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
			
			
				
					 
			
			
				
					01-10-2008  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            31-10-2008  
        
             
        
            
              
              
              
              
              
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
            jouw schoonheid 
            waait om me 
            heen  
              
            en vanuit de verte fluit 
            de blauwe 
            winde  
              
            naar bewoonde nesten 
              
            nee 
            neem geen afscheid  
            van het licht waarin wij horen 
              
            of van de kleine onbekende vogels  
            die warmte uit de kruinen  
            schudden  
              
            hun gekwetter over stilte leggen  
            door wijzers van de tijd verleid 
              
            voorzichtig  
            warrelend door je haar 
              
            tot diep in je slaap 
                   
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
            
              
            
            
            
            
            
            
              
              
            o ja, ik voel jou, dichteres  je woorden zijn als zijde  gesponnen door duizend rupsen  boven het koude, naakte meer  ik drink jouw geschreven liefde  en de wind leest mij voor  waait de heimwee uit je hart  en legt haar zachtjes aan mijn voeten  o ja, ik zoek en smacht misschien  op hopeloos lege dagen  naar de aanraking van het hoogste  mijn vlinders hebben dorst  en ik kan de bron niet vinden  maar jouw woorden vormen handen  die mijn hart dragen boven rotsen tot  voorbij het koude, naakte meer 
            
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            30-10-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            kom en volg me 
            zeg niet dat je blijft waar ieder het hoofd afwendt  
            van eigen onvruchtbaarheid 
              
            het vals gefluister  
            kruipt immers over barre grond  
            om de zwakste wind te vertrappen 
              
            beneden, waar ramen uit het licht gezogen worden 
            en alle manen verdwijnen rond het najaar 
              
            kom en laat je ontroeren 
            door het stilzwijgende of door witte vlindergedichten 
            die zich in de tuin neerleggen als pure poëzie  
              
            spreek zacht mijn naam uit 
            en volg het witte bruidsorkest van de winter 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            27-10-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            
            
            
              
            ik denk aan jou  
            en je praten over liefde  
            zegeviert,  
              
            zoveel dieper nog  
            dan elk verlangen   dat ik  
            naar binnen buig 
              
            als zou het wachten cirkels trekken,  
            zeven keer 
              
            wat dan het sterven 
            betekent of de eenzaamheid 
            die onophoudelijk herinnert 
              
            dat de plek naast me 
            slechts jouw droom verdraagt 
            
            
            
                    
            
             
             
         
        
             
     
    
        
             
     
    
        
            23-10-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            hoe ik heet 
              
              
              
              
            het voelt vreemd  
            wanneer ik je vertel hoe 
            ik heet 
              
            alsof er iets beweegt; 
              
            zoals de steen  
            die stomzwijgend rozen slingert  in ramen  
            en alle kamers  binnengaat 
            
            waarin ik mezelf herken   
            tot ver  in het landschap  van vruchtbare  
            bomen 
              
            het is onzichtbaar in  
            dit gedicht; 
              
            alsof een witte vogel  
            een cirkel maakt van stilte; 
            er dwars doorheen vliegt en dit herhaalt 
              
            herhaalt en herhaalt tot het levenslicht 
            een stem krijgt en zomerwind 
            met kinderen praat 
              
            in de ochtend  
            en in het breken 
              
            van de verte; de takken van 
            een wilgenboom 
              
            keer op keer  
              
            wanneer ik   het begin ben 
            en het einde van mijn naam 
                   
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            21-10-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
            
            
            
            
            
              
              
            dans nog even in mijn ogen 
            op deze bladzijde van  
            vochtig hout 
              
            weerspiegel mijn stilte 
            in een enkel beeld, blauwgestraald 
            boven dromen en dood 
              
            blijf nog even  
            waar ik wil wonen; van wind en zon  
            tussen papieren bomen 
              
            bewaar mij dicht    
            vòòr het vergeten  
              
            wanneer 
            de nacht met lucifers  
            raast  
              
            rond het oktoberkruis in  
            mijn longen  
              
            en de eerlijkheid van mijn wenen 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            18-10-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
             
            
            
            
            
                    
            
             
             
         
        
             
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            keer op keer 
            wacht ik op het woord 
            dat mijn dagen zal laten 
            opengaan 
              
            als een landschap  
            dat danst uit spiegels van 
            honderd bomen en zeldzame 
            bloemen, wijd uiteen 
              
            het mag zelfs regenen 
            in mijn oor of tijdens lange  
            nachten  
              
            en wanneer het sprookjesbos 
            is vastgebonden met touwen van  
            ongeloof 
              
            dan nog word ik je lief 
            heb ik je lief, krijg je me lief 
            met mijn te kleine tenen 
              
            die keer op keer 
            lichtjes dronken worden 
            door dat ene wondere 
            woord 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
			
			
				
					 
			
			
				
					01-09-2008  
				
					 
				
					
					
					
    
        
            25-09-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            het werd laat 
            en jij draaide steeds sneller 
            het verraad, dwars door de cirkel 
            van papiersnippers 
              
            bedekte het sterven 
            van ontvelde bomen 
            
            met woorden, gewurgd door 
            het zwijgen, losgemaakt 
            van onschuld 
              
            toen ik nog zocht naar de zomer 
            tussen het gekwetter 
            van vogels  
              
            en de warme ramen  
            van een voorbije  
            dag 
              
            veroordeel me maar 
              
            ik had het dichten 
            te lief 
            
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            22-09-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
              
            
            
            
            
            het veld 
            in onbeslapen lijnen 
            nodigt me uit tot verte 
              
            tot vergeten wat dichtbij lag 
            en zich niet beschrijven liet 
              
            wellicht probeerde ik geluk  
            als woord 
              
            wie hield me immers tegen  
            om op te gaan in lichte zinnen 
              
            rozelaars  
            en herschreven stillevens 
              
            de lucht is schaduwloos 
            en zoals dat gaat- in bloei 
              
            zo anders dan de tijd 
            die nu mijn waan verzamelt 
              
            de wolken 
            grijs, de vlagen zwart 
              
            en alles wat nog donker 
            in mijn buik ligt opgebaard 
            
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            19-09-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
                 
              
            
            
            
            
             geroezemoes  
            
              
            ik weet  
            waarom jouw zwijgen 
            de dag onderdompelt in bleke kringen    
            om je ogen 
              
            (stil maar) 
              
            hoe het geschuifel  
            van beminnen kan klinken in holle handen 
            als koude op het winterstrand 
              
            uit woordennood  
            omdat lippen sterven en de helften van jouw hart  
            zwart maken in geschonden duinen 
            en in alles wat is geweest 
              
            (stil maar) 
              
            dit is onze wereld en het zwenken  
            van de zee 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            17-09-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
              
            opnieuw  
            raakt mijn stem 
            de dagen van dobberende bootjes 
              
            op vuurduinen te traag 
            tussen vreemde mensen 
              
            ik ben getuige van mijn mond 
            waarin iedereen verdwijnt en de zee 
            hetzelfde begint te zijn 
              
            kinderen lopen naakt hun lijfjes voorbij 
            met licht en schelpjes 
            aan het oor 
              
            in en uit het water, hun adem 
            langs de barensweeën 
              
            alsof dit gedicht te beluisteren valt 
            in de baarmoeder   van  
            het zand 
            
            
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            09-09-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
              
            
            
              
              
              
              
            Misschien was ze dertien. Een meisje 
            van dertien is een kind. Een meisje 
            van dertien is een vrouw. Een kind 
            is een vrouw. Misschien was ze twaalf. 
              
            Misschien had ze borstjes. Een meisje  
            van twaalf heeft borstjes. Een meisje 
            van twaalf is een kind. Een kind heeft 
            geen borstjes. Misschien was ze dertien. 
              
            Misschien was ze een kind. Maar was ze  
            niet alleen. Kinderen kermen niet.   Misschien  
            werd ze een vrouw. Een vrouw met een vader. 
              
            Misschien was ze gewoon niet. Tien of twaalf. 
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            08-09-2008  
        
             
        
            
            
            
            
                                                                                              (versie één) 
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            wolken vallen op daken 
            en langs de kant van de weg, 
            in plassen regen, kijk ik terug 
              
            naar dode bloemen en gezichten  
            achter ramen, die ik nog steeds 
            tel, van één tot tien 
              
            ze herkennen me niet 
            noch de droefheid die ik draag 
            achterwaarts 
              
            naar het zwarte huis  
            en de appelboom, mank 
            door   het sterven van seizoenen 
              
            bij elf zoek ik mezelf en het kind 
            als een oneindigheid zonder 
            schaduw 
              
            maar vind de kleuren niet 
            enkel het jongleren van  
            gesloten jaren 
              
             
                 
                                                                              ik ben weg, nooit gezien zwarte schoentjes    (versie twee) (ze kan doodgaan, zegt men)                                                   
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            06-09-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
            
            jouw tuin 
              
            het zingt zo mooi 
            over stilte en omarming, over 
            een samenvloeien van zoeken en ogen 
              
            over het vinden van schoonheid 
              
            de ontmoeting met jou 
            om te bewaren 
              
            als wit linnen in 
            mijn zielvoor Hieke  
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            05-09-2008  
        
             
        
            
            
            De bundel bevat ongeveer 90 gedichten            voor de lieve buurlandertjes: 13  (incl.verzendkosten) 
            Wilt u graag deze boreling wiegelen met eigen ogen  
            
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
			
			
				
					 
			
			
				
					01-08-2008  
				
					 
				
					
					
					
    
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
            angst. om eens de dag 
            die zich niet verder dan de nacht  
            verdelen zal 
              
            koud. het schuim  
            dat over akkers valt en aan het ouderhuis vreet 
            vinger na vinger  
              
            herinneringen uitkotst op lendenen 
            van het vaderlandschap, noodlottig 
            veroordeeld 
              
            -nog eenmaal- 
              
            het zoeken naar 
            waarheid. (onuit) roeibaar langs 
            de gordel en de deur verderop 
              
            laat mij. wat moet ik nog 
            ik ben geen moordenaar, zegt hij 
              
            gerechtigheid is niet voor dochters 
            mélangez-vous 
                
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            27-08-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            een Drentse knipoog 
              
              
              
              
            wanneer ik vogels 
            zie spelen in de lucht 
              
            - ik vang jou 
            en jij vangt mij   
              
            dan word ik  
            zomaar blij 
              
            en glimlach  
            met kleine handen naar  
            de stilte 
              
            zoiets als heimwee 
            n tikkeltje dan 
                   
              
              
              
              
            kerima ellouise © 
              
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            26-08-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            
            
            
            doe je ogen dicht 
            en luister 
              
            - hoor je de poëzie - 
              
            ze hoeft niet waterpas te zijn 
            voor de vogel die in het licht  
            stralen zal 
              
            noch voor het sterrenbeeld 
            waarop de nacht   fluit met 
            verliefde vingers 
              
            denk open lucht 
            tussen bomen en de drie heuvels 
            die in en uit zinnen stappen als zomerpassagiers  
            met een hart 
              
            opengewreven door  
            een late zon  
              
            losjesweg in mijn hals gekust 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            25-08-2008  
        
             
        
            
            
             
            foto: locatie beeldentuin Dehullu
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            22-08-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            toegangsbewijs 
              
              
              
              
              
            neem mijn   liefhebben mee 
            naar de tuin 
              
            en vraag aan hen  
            die met stenen hoofden 
            de aardkleuren opgraven 
              
            of   de kalkwitte woorden  
            op mij lijken 
              
            (je ne suis pas belle) 
              
            misschien  
            zijn   ze slechts een vertraging  
            van oppervlakte, te eenvoudig  
              
            losgescheurd  
            uit een voldragen cirkel 
            van weleer  
              
            (je ne suis pas belle) 
              
            want zo was ons samenzijn 
            in stille dagen toen wij  
            zochten 
              
            naar die ene oogopslag 
            van tijd 
                    
              
              
              
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            19-08-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            foto: ClaireQ ©
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            18-08-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            Huil de bloemen maar 
            
            dicht herfst en regen tot gewaden 
            van troost, ik wrijf de dode tijd 
            wel uit jouw ogen. 
              
            Niets is vergeten, 
            zelfs niet mijn schouder die immer 
            hoofden draagt. 
              
            Nu ook jouw tranenspoor 
            in de nacht verdwaalt, luister ik 
            naar het begraven van je tong. Leg  
            stenen opzij en huil de bloemen 
            maar. 
              
            Kom dichterbij, lieverdlief 
            laat me jouw stilte oogsten. 
            
                
            
             
              
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            11-08-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            koud weer 
              
              
              
              
            stilte  
            fluistert zich open 
            grijs en immer nieuw 
              
            werpt mij in de spiegel, het onbekende 
            plein van de dood 
              
            schuld wordt een gewassen  
            bladzijde    
            mijn hand uitgestrekt, wit 
              
            in koude regen 
            want daar begint het 
            vanbinnen 
              
            ik zie noch hoor 
            wat mooi is of dat wat mij 
            verlaten heeft 
              
            het maakt ook geen verschil 
              
            aan het einde  
            van mijn woorden  
            draaien de dagen zich toch niet meer om 
              
            niet op verbeten gezichten 
            dicht of veraf 
            
                 
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            10-08-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
              
              
              
              
              
              
            diep, heel diep  
            graaft hij een woning omhoog 
            naar binnenrook te rechtvaardigen 
              
            want immers, 
            hij is de danser tussen pluimen 
              
            mijn zolder bevrijdt van sluiptenen en kwelkommers 
            van rijstdons en grachtgeblaf, opgedroogd int hese  van drieklank frustraties 
            jonge goden  ademvrij  
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            05-08-2008  
        
             
        
            
            http://aliceday.wordpress.com/ 
            
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
            
            
            ik ben niet meer bewoonbaar 
            nu alles schreeuwt om 
            het tekort 
              
            want waar is mijn wereld 
            waar zijn de dingen die gevoed  
            werden, vertrouwd 
              
            zichtbaar 
            als grijze adem  
              
            in het bewierookte gekkenhuis, net buiten 
            de spiegel en het opzwellen van 
            mijn buik 
              
            waar zijn de ankers  
            die ik slaafs vasthield en in de tijd gooide 
            
                             
          
				 
				
					
					
					
					
					 
				 
			 
			
			
				
					 
			
			
				
					01-07-2008  
				
					 
				
					
					
					
    
        
             
        
            
            
            
            Omhul Dehullu 
              
              
            
            rond de tuin der beelden, balanceert 
            één voet op marmer en haakt de andere 
            nog in gele Geesbloemen, roep dan het gras 
            uit losgezaaide aarde. 
              
            Smelt nog eenmaal jouw adem 
            met deze werken samen alsof vandaag 
            morgen bij het buigen bereikt. Bedek de lucht 
            door sporen van een warmtewandel 
            zoals jij, padenzacht. 
              
                        
                                                                Appelboom ©  
              
            
            
            
            
            
            
            Ellouises aquarel 
              
              
              
            En daar, genegen 
            tussen het blauw 
            drijf jij de dagen 
            voorbij uren zoals 
            kaders nooit 
            sterven in stof. 
            Eénmaal, stilte!  
            andermaal. 
              
            En daar, woont 
            publiek t staren 
            wijl ogen in geld 
            en goed ver- 
            dwalen. Eénmaal, 
            stilte!  Andermaal. 
              
            Doch hier 
            blijft het hart 
            geen prijs noch 
            schoonheid 
            trouw, enkel innerkleur 
            als de hamer slaat. 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
             
        
             
        
             
            bijna gevleugeld 
              
              
              
              
              
              
            ik ga binnen; het waait    
            rust door ramen, de levenden 
            en de doden 
              
            het vederlicht murmelt    
            langs gekleurde glasvogels, te midden van  
            zeeglans, het houden van    
              
            je staat gebogen zoals ik  
            eerder 
              
            in volgegoten schaduwen 
            van de   dagstilte, veroverd door verleden  
            eeuwigheid 
              
            ik adem diep wanneer je hand 
            beroert en leg me neer, steeds  
            breder 
              
            lach traag mijn leegte  
            in vloedlijnen 
             
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            25-07-2008  
        
             
        
            
            bron foto: http://www.dwphotoshop.com/photoshop/feathers2.php  
            
            
            
            
              
              
              
              
              
            zo zon, 's morgens 
            je lach, beminnen 
            de wind in je naam 
            op speelse armen 
              
            pasgeboren 
            de krokusstilte  
            de tijd rond dauw 
            mijn hart, het linnen 
              
            de regen, zo goud 
            je haren vol vogels 
            de ochtendzang van  
              
            mijn liefste uur 
            zo zonder haast 
            je ogen ademen 
            vlinders op bloemen 
              
            ik dans met jou 
            verbonden vleugels 
            een weerloos verlangen 
            van buiten naar binnen 
            
               
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            24-07-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            foto: locatie beeldentuin Dehullu 2007hagelschors 
            
              
              
              
              
            lentelicht springt uitbundig 
            met aan haar voeten 
            de kansen 
              
            die ik zou wegen, uitvergroot 
            en wetend dat waarheid 
            het hoofd zal buigen 
              
            jouw geloof in mij, als stenen 
            vuisten die woorden 
            bewaren 
              
            jonge veldbloemen achterlaten  
            onder de bast van een volle zee 
              
            en uit trage bomen zou het zout 
            de boodschapper brengen 
            met in zijn hoofd  
            het afscheid 
              
            want leven is denken en hardop  
            sterven weegt zwaar  
                    
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            23-07-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            
            een   gedicht te vroeg 
             
              
              
            on a summers day 
            Im a believer 
              
              
              
            ik woon nergens 
            in bomen of op het vochtig zand 
            van de zee 
              
            geen ritueel  
            doet mij geloven dat ik  
            verder moet 
              
            zoals de jaarringen waarin 
            vlinders zich nestelen uit het dons 
            van de zomer 
              
            straks komt de wind, op weg 
            naar bloemen, rozen 
            van vuur 
              
            omlaag, omlaag 
              
            wil ik me begraven 
            zoals jij dat deed 
              
            in een gedicht 
            te vroeg 
              
            zo hoog 
                      
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
            20-07-2008  
        
             
        
            
            
            
            
            
            
            
            
              
              
              
              
            waarom zou ik nog  
            naar woorden zoeken in  
            deze kapotte woning  
              
            mijn letters dragen  
            anonieme gezichten, liefst 
            ver weg 
              
            analfabete minnaars 
            die uit mijn mond vluchten 
            en het glazen trapportaal  
            vermijden 
              
            bewegingsloze  
            decoratie, mijn spiegelbeeld 
            waarnaar honden blaffen 
              
            waarom zou ik nog 
            wind is wind en bomen  
            praten niet 
              
            de zee is slechts een illusie 
            van schelpen, door het 
            ruisen verwend 
              
            en de dood  
            openbaart zich nooit 
            in schoonheid 
              
            in mijn zwijgen, alleen 
                  
            
             
             
         
        
            
            
             
         
     
    
        
             
     
    
        
            17-07-2008  
        
             
        
            
            
            
            nummervlinder 
              
              
              
            je vraagt 
              
            waarom  
            mijn dromen 
            niet voor zomer kiezen 
              
            wanneer  
            rupsen uit mijn kleren kruipen  
            en in de nacht vallen, onherkenbaar 
              
            voor de dichter die naaktheid aankleedt 
            met het zeehemd nog in zijn handen 
              
            gevouwen onder een heldere hemel 
            en fonkelende vrouwenborsten 
              
            in overmoed  
            van liefde en het bevelend 
            vuur  
              
            dat vreet aan de opperhuid van wind  
            boven het blad van  
            de vlinder  
              
            samengesponnen voor 
            één dag 
              
            en ik antwoord : jij bent dichter 
              
            
             
             
         
        
            
            
             
         
   
					
   
                              
					
				
				
					
					
					
					
					 
				 
			 
			
			
			
			
		 
		
		
			
				
				
					 
				
					nder vlieg vlindervrij...verloren vleugels...vergeten vlinder...vandaag voelen vlindervluchtig...vlinder vrij vlindervredig...verhalen van vandaag  
				
					 
			
			
			
			
			
			
		 
		 
  
  
  
  
  
  
  
   
  
  
  
 
dagen als deze
als ik u mijn schaduw geef
zal u me dan vinden in de diepte
van uw eenzaamheid
of legt u hem
op de handpalm met de vingers uiteen
als een pijnlijk verschil
misschien blijft het antwoord beter verzwegen
want uw herkenning zal me tekenen
als een verschrikkelijk
verlangen
vermoeid en verdoofd tot een fossiel
van de nacht
maar in het uur van de dood
doet uw ontkennen dat ook
kerima ellouise ©
foto: beeldentuin Dehullu
kunstenaar: Lebuïn D'Haese