Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
29-10-2009
Voor Solange
Ik vernam gisteren dat een nichtje van me gisterenmorgen in besloten kring begraven werd.
Haar jongste broer, een politie-inspecteur, werd 20 jaar geleden vermoord; haar oudste broer stierf vorig jaar aan een beroerte, naast haar ziekbed... Mijn tante, haar moeder dus, is 15 jaar weduwe... Sommige mensenlevens lijken bevreemdend zinloos.
Bij de Maas
Die kinderogen van dat kleine meisje dat ik op mijn schouders droeg vergeet ik nooit: zo vrolijk, zo mooi, vol levenslust. Zij kon nog maar pas lopen, terwijl ik mijn eerste racefiets testte in jouw achtertuin bij de Maas
Die verliefde ogen van die jonge dame, die eigenzinnig trouwen wou vergeet ik nooit: zo gelukkig, verleidelijk mooi vol lust om te lopen terwijl hij met haar zou pronken in zijn gokkantoor bij de Maas
Die gebroken ogen van die zieke vrouw, door het lijden ondermijnd heb ik nooit gezien, dat vergeet ik nooit. Ik wist te laat dat je afgetakeld was en de strijd had opgegeven, terwijl je je verstopte voor de blikken van de wandelaars bij de Maas
Je laat steeds meer horizon ongemoeid en schuift steeds verder door de ramen. Ben je door dat schijnen zo vermoeid, of zweren de planeten tegen jou samen?
Ook de dag kort je stiekem geluidloos in, zodat wij, overmeesterd door de nacht, naar Kerstmis verlangen, het nieuw begin, waarnaar al eeuwen wordt gesmacht.
Zelfs de wolken staan je naar het leven, zodat je soms de ganse dag verborgen blijft. Gelukkig blijf je ons gul je warmte geven, ofschoon de kou zelfs je stralen verstijft.
Ik mis je, zon, in deze koele najaarsdagen, en als je komt, is het om snel te verdwijnen, je dwingt me om elders warmte te vragen: alleen liefde weerhoudt me weg te kwijnen.
Mijn moeder met Milan, haar achterkleinzoontje in juni 2007
Mensentaal
Laatst wou iemand van me weten welke taal mijn kleinkind praat. Ik zei: hij kan zelfstandig eten en hij speelt heerlijk als hij baadt.
Zijn driewieler kan hij goed besturen en hij loopt het liefst door 't hoge gras, hij wuift vriendelijk naar de buren en stapt nog steeds niet naast een plas.
Die iemand had me niet begrepen en herhaalde toen de zelfde vraag. Hij kende wel de gekste knepen, maar zat met deze zaak in zijn maag.
Toen keek ik omhoog en sprak tot hem in de taal die mijn moeder me leerde, met woorden die ruiken naar haar stem en legde uit wat zij steeds beweerde:
Waarom spreken wij niet dezelfde taal? Waarom is alles oorlog, haat en zwart? Omdat wij vaak vergeten, allemaal, de mooie taal te spreken van het hart ...
Ik wou dat je nooit meer weende, dan vertel ik je hele leven grapjes Ik wou dat je nooit nog honger had, ik maak je de lekkerste hapjes.
Ik wou dat je goede vriendjes krijgt,
dan krijgen de slechte wel slagen. Ik koop je alles wat je hart verlangt, dan hoef je nooit meer te zagen.
Ik wens dat je een lieve jongen wordt,
dus schenk ik je al mijn tederheid. Ik wens dat je alles zelf kan doen, dan is er geen tijd voor ledigheid. Ik wens dat je de liefde ziet die me drijft, dan ken je ook nog dankbaarheid.
Ik wou dat ik je altijd beschermen kon,
maar ik heb niet het eeuwige leven, dus wens ik dat je dat alles zelf verwerft Want ik kan het je echt niet geven. Ik wou eigenlijk dat je gelukkig blijft dat je nooit gaat vechten of haten Maar dat zal je zelf moeten leren en ik zal je los moeten laten.
Halloween is als een vlucht naar voren voor wie de dag van Allerzielen vreest. Ik wil graag de stem van moeder horen even zacht als die immer is geweest.
Met Halloween doet men ons vergeten dat ons leven eindigt in zachte rust, Maar ik wil samen met moeder eten en door haar nog dikwijls worden gekust
Ik zal Halloween alleen waarderen Als de jeugd haar levenslust wil uiten, en al kunnen zij hun lot nimmer keren Laat ze dwalen met hun dwaze snuiten.
Ik wil niet dat Halloween me verblindt Maar waardeer dat mijn moeder er nog is, Ik geniet ervan hoe ze mij bemint en verwens de dag dat ik haar ooit mis.
Niets doet mijn hart met meer liefde kloppen, niets kan ik minder weerstaan, niets laat mijn adem zo onverhoeds stoppen en mijn pols weer sneller slaan, dan het heerlijke momentje als dat kleine ventje zachtjes mijn hand aanraakt, mij zo uit mijn dromen wekt. Dan is het dat in mij de opa ontwaakt, die met hem naar de speeltuin trekt!
Nooit werd mijn hand met zo veel verlangen omklemd of mijn sluimerend verstand zo gelukkig gestemd
Uitbundigheid is vluchtig, ze gaat voorbij, jouw standvastige rust blijft, daarentegen. Dat je daar zo zit, is opwindend voor mij, samen hier in de kamer, uit de regen.
Ik twijfel niet dat je vlug en handig bent, dat je tevens als de beste kan weven. Ik vertrouw erop dat je nog geen ander kent, en dat we hier lang zullen samen leven.
Gisteren was je bij me komen eten en sinds die keer ben je mijn vriendinnetje. Kom samen met mij onze kamer meten, je blijft voor eeuwig mijn liefste spinnetje!
Je raakt me aan met je ogen, want vingers heb je niet. Je zou nochtans mogen, maar je kan het niet.
Je voelt mijn lach met je hart, beter dan je ze met je ogen ziet. Je loopt met me mee in gedachten, want voeten heb je niet. Ook waar ik heen ga, kom je alleen met je hart en met liefde, en ja: zonder voorbehoud...
Een oogopslag bij het licht van een kaars verraadt een traan die glinstert van geluk. De muziek van stilte is echt iets raars en ik kom dichter met een zachte ruk.
Je zet je glas stil op de tafel neer, dan schuiven je pantoffels op de grond. Ik adem en de vlam wiegt heen en weer. Luie schaduwen dansen in het rond.
Mijn vingers glijden over die van jou en omklemmen je pols vol vertrouwen. Eventjes ril je, maar niet van de kou, wel door mijn streling binnen je mouwen.
Je haren filteren gouden kleuren die gauw mijn gedachten af doen dwalen. Dan ga ik op zoek naar warme geuren, heel behoedzaam, om toch niet te falen.
De poes rekt zich uit en spint fluisterzacht. Ze luistert graag mee naar wat je mij zegt, even heilzaam en broos was nooit de nacht wanneer je je hoofd op mijn schouder legt.
Meer dan twee miljard mannen bezig met macht, geld en vrouwen, kinderen, elkaar en vooral zichzelf, werken, zoeken, liegen en vertrouwen wanen zich de pijlers van het gewelf.
Meer dan twee miljard vrouwen bezig met tact, thuis en mannen, kinderen, intuïtie en vooral elkaar, zorgen, pronken, leugens bannen zalven wonden en kammen hun haar.
Meer dan twee miljard kinderen bezig met zoeken wie ze zullen zijn, mannen of vrouwen als voorbeeld maken hun keuzes, leuk of vol pijn: ze worden nog zo dikwijls veroordeeld maar horen uiteindelijk bevoordeeld
Als de mist het werk van mijn ogen moeilijk maakt, de dauw van de ochtend de blaren weer samenbrengt, nadat die, door de wind verdwaald, weg zijn geraakt, en de zuinige zon nog nauwelijks het gras verzengt,
als mijn zonnebril zonder zorgen zoek mag blijven,
de branding zacht met zand van het strand kan spelen, niet meer gestoord door joelende halfnaakte lijven, en de meeuwen op t natte mos een mossel stelen,
als de dagen korter worden en de schaduwen langer,
en we de hemel zien door de kruinen van de bomen wordt de melancholie bezongen door menig zanger omdat het zo hoort, als de herfst weer is gekomen...
Mijn handen duwen de witte zak opzij, dat is althans -denk ik zo - mijn bedoeling. Hoog in de spiegel kijkt een monster naar mij, alleen met jou mis ik nu alle voeling.
Ik zie je niet, je zat zopas nog hiernaast. Ik hoor je niet, daarnet was er nog een zucht. Er komen hier vrachtwagens voorbijgeraasd, zwarte vlekken ontsieren de blauwe lucht.
Twee handen grijpen me vast, niet die van jou. Ik voel een natte warmte op mijn gelaat, door de voorruit waait de regen en de kou ik zou nu echt niet raden wie buiten praat. Metalen gensters schroeien zwart mijn kleren maar de pijn liet me waarschijnlijk in de steek. Iemand zegt: Ik zag dat hier al zeven keren En 't is al de tweede dode deze week Mijn schat, ik wil je zo graag vergezellen het bloed wegvegen dat vloeit uit je oren Als je me bezoekt, wil dan eerst eens bellen op die laatste reis mag men niemand storen.
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!