Obstructieve slaapapneu en hypopneu zijn een gekende risicofactor voor cognitieve veroudering en de ziekte van Alzheimer. Dit wordt verklaard door de fragmentatie van de slaap en de vermindering van de hoeveelheid beschikbare zuurstof in het bloed en dus thv de hersenen.
Volgens bevolkingsonderzoek in Zwitserland (HypnoLaus 2011) zou obstructieve slaapapneu en hypopneu niet 5% tot 10% van de bevolking treffen, maar 50% van de mannen en 23% van de vrouwen!
Hoe dichter de dynamiek van de hersenfunctie van ouderen aanleunt bij die van hun jongere collega’s, hoe beter hun cognitieve vaardigheden lijken te zijn als ze verouderen en hoe lager het risico om ooit te evolueren naar de ziekte van Alzheimer.
Het verband tussen slaap en Alzheimer werkt in 2 richtingen: aanwezigheid van bèta-amyloïde en tau-eiwitclusters verstoort de slaap en een verstoorde slaap werkt de afzetting van deze schadelijke eiwitten in de hand (Gilles Vandewalle).
Een gezonde levenswijze met voldoende beweging, een vast tijdstip om naar bed te gaan en het mijden van cafeïne of andere stimulerende middelen in de vooravond zullen de slaap wellicht verbeteren. Tegelijkertijd oefent dit een positieve invloed uit op de dynamiek van de hersenfunctie, die zo dicht mogelijk aanleunt bij die van jongere individuen. Door een slechte slaapkwaliteit aan te pakken kunnen we dus ingrijpen om niet alleen cognitieve veroudering te vertragen maar ook de kans op de ziekte van Alzheimer.
Andere factoren zijn
- de cognitieve reserve
- onze emotionele toestand (depressieve symptomen of angststoornissen worden in verband gebracht met een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang)
- globale biologische slijtage tgv verhoogde fysiologische stress-respondsystemen
Een belangrijke functie van de slaap: de glymfatische functie. Het gaat om eliminatie tijdens de slaap, via de circulatie van hersenvocht, van toxische stoffen die zich tijdens de wakkere uren hebben opgehoogd in het hersenweefsel (als gevolg van de cellulaire activiteit die bij wakkere toestand hoort), ( Lulu Xie Science 2013). Het betreft o.a. lactaat, enolase, kooldioxide, maar ook bèta-amyloïde- en tau-eiwitten. Tijdens de slaap neemt de ruimte tussen de zenuwcellen toe, de cellen krimpen wat in, waardoor de evacuatiewegen wijder open komen te staan. Tijdens de slaap ontdoen de zenuwcellen zich van hun gifstoffen die via de lymfatische circulatie in de bloedbaan terecht komen.
Alzheimer-risico: de nachtelijke signalen.
Dossier cognitieve veroudering, Artsenkrant 26 januari 2024, nr 2769
|