Te weinig slaap is nefast voor een kind, zegt wetenschapster Karen Spruyt.
'Slapen doen we als we dood zijn, wordt vaak gezegd. In onze maatschappij tellen alleen de uren dat je wakker bent. Je slaaptijd is net zo belangrijk als je waaktijd, want zonder goede slaap functioneer je niet optimaal.' Professor Karen Spruyt is slaapexperte, ze doctoreerde aan de VUB over slaapproblemen bij kinderen. In haar boek Slaapproblemen bij kinderen biedt ze ouders en hulpverleners tips en achtergrondinformatie over kinderen en hun slaapgedrag. Ondertussen woont ze in de Verenigde Staten en doet ze onderzoek naar slaapproblemen bij kinderen en obesitas bij Amerikaanse jongeren. 'Daar is de situatie nog wat erger dan hier, iedereen leeft er 24 uur per dag, zeven dagen op zeven. We vermoeden dat er een link is tussen een verstoorde slaap en zwaarlijvigheid bij kinderen. We onderzoeken hoe dat precies in elkaar zit.'
Spruyt komt in haar onderzoek veel kinderen tegen die te weinig slapen. Sommigen hebben daardoor een chronisch slaapstoornis opgebouwd. 'We weten nog niet of kinderen die te weinig slapen later minder intelligent zullen zijn. Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar de impact op langere termijn van structureel slaaptekort bij kinderen. Het is wel duidelijk dat te weinig slaap nefast is voor een kind. Ze dommelen overdag vaker in. Hun ouders klagen vaker over hun slechte humeur en moeilijke gedrag. Op school kunnen ze zich moeilijk concentreren. Een schoolgaand kind leeft op de piek van zijn alertheid en dat hangt vast met een optimale slaap. Hij doet kennis op. Hij leert, ontwikkelt en groeit. Dat proces gaat ook voort als het slaapt. Tijdens de non-remslaap scheidt ons lichaam ook groeihormoon af. Dat hormoon zorgt ervoor dat onze weefsels herstellen. Slapen is, bijvoorbeeld, belangrijk voor het geheugen. Om dat proces optimaal te laten verlopen, moeten kinderen lang genoeg keren rem-slaap en non-remslaap afwisselen. En dus lang genoeg slapen.'
'Slaap is een venster op de hersenontwikkeling', zegt Karen Spruyt. 'Slaappatronen van kinderen veranderen op belangrijke momenten in hun ontwikkeling. Kinderen van drie, zes en negen maand beleven sleutelmomenten in hun ontwikkeling en we zien dat er op die leeftijden ook veranderingen in hun slaappatronen optreden.'
Slaaphygiëne moet goed verzorgd worden, zegt Spruyt. 'Bedtijd is vaak een heikel punt. Kinderen hebben allerlei trucjes om bedtijd uit te stellen. Sommige ouders treden er niet kordaat genoeg tegen op.'
Een duidelijke structuur inbouwen 's avonds is essentieel. 'Dat vaste patroon begint al overdag', zegt Spruyt. 'Kinderen hebben geen tijdsbesef. Dus de ouders bepalen hun dagindeling. Zo weten ze, bijvoorbeeld, perfect dat ze na het avondmaal nog even mogen spelen en dan hun bedje in moeten.' Bij kinderen met slaapproblemen moet Spruyt vaak hele opvoedingspatronen veranderen. 'Ik moet ouders grenzen leren stellen. Dat gebeurt met therapie. Een beetje zoals dat bij opvoedingsprogramma's op televisie gaat.'
En die grenzen moeten niet alleen tijdens de week gelden. 'Veel kinderen gaan later slapen in het weekend. Het slaaptekort dat ze in het weekend oplopen, krijgen ze niet meer opgehaald. Als dat structureel gebeurt, kan er een slaapstoornis ontstaan.'
'Een kindje slaapt best gewoon in zijn eigen bedje. De slaapomgeving moet rustig zijn', zegt Spruyt. Een kind moet leren wat bedtijd is. Dat lukt, volgens Spruyt, met behulp van een slaapritueel. 'Een muziekje, bijvoorbeeld, wat hij associeert met bedtijd. Het kind moet er wel rustig van wordt. Wat dat is, hangt af van kind tot kind.' (vdr)
Bron: De Standaard vrijdag 27 maart 2009, Valerie Droeven.
|