Mama woonde nog steeds zelfstandig op haar appartement en had zelf niet het minste ziektebesef. Ze had voortdurend meer hulp nodig. Zelf eten maken lukte niet meer. De was doen werd onmogelijk, het strijken werd vergeten, poetsen deed ze de hele dag door, ze begon steeds opnieuw.
Midden in de zomer kwam ik haar in een winkel op ons dorp tegen met haar winterjas aan (ze had het koud was haar uitleg). Langzaam verloor ze al haar mogelijkheden om voor zichzelf te zorgen en ze was alle besef van tijd kwijt. Alleen zij vond dat er nog niets aan de hand was, alleen wat vergeten!
Ondanks onze dagelijkse zorgen, verloor ze in enkele maanden tijd 15 kilo. Er bleek na inwendig onderzoek niets mis te zijn. Alzheimer had er blijkbaar niet genoeg aan met het kapot maken van haar hersens, neen, hij was bezig haar helemaal op te vreten.
Dus na de zomervakantie gingen we naar de neuroloog voor onderzoek. De diagnose was vlug gesteld: mama had dementie van het type Alzheimer. Op dat moment stond de wereld voor ons even stil. Haar vader heeft dezelfde ziekte gehad. We weten maar al te goed wat Alzheimer met een mens doet: Grootvader leefde jarenlang, "zonder erbij te zijn".
Het moet zowat twee jaar geleden begonnen zijn. Mama was toen 75 jaar.
Wij, haar kinderen (ik, haar dochter Ellen en mijn man Arsène) hadden het wel door dat het bij mama niet alleen vergeten was. Er haperde iets meer. En op onze laatste reis samen naar de Provence, waar ze na de dood van haar man, altijd met ons naar toe ging, werd het ons duidelijk. Mama vond haar slaapkamer niet meer terug, midden in de nacht kleedde ze zich aan in de veronderstelling dat ze een middagdutje had gedaan, ze merkte niet eens meer op dat het buiten donker was