Met het mooie weer van gisteren nog enkele vliegende bezoekers gespot boven en rond de vijver. Van boven naar onder een Houtpantserjuffer en een Lantaarntje. Met de regen van vandaag was er veel minder activiteit te bespeuren !
Normaal zou een mens blij worden na deze vriendelijke woorden. Maar ik zag aan het gezicht van de buurvrouw aan de andere kant van de haag dat dit slechts de inleiding was tot een veel belangrijker boodschap.
“Ik heb nog een heel goed recept voor Coq au vin, interesse?” De kippen die mee stonden te luisteren krompen ineen. Ik zag een vorm van lichte paniek in hun oogjes. “Wij kunnen ’s morgens nooit uitslapen door het kabaal van meneer de haan”. Dat de familie Tok de nacht in een afgesloten nachthok doorbracht vanwege de vossen en marters in de buurt was haar blijkbaar ontgaan. Ik probeerde nog op subtiele wijze duidelijk te maken dat mijnheer de haan in een pikdonker nachthok, afgesloten tot 8 uur ’s morgens, weinig kabaal zou maken. Misschien wel af en toe eens reageren op het gekraai van een collega haan enkele tuinen verderop maar door het gesloten hok komt er weinig lawaai naar buiten. De buurvrouw was echter onverbiddelijk, dat beest was verantwoordelijk !
Gelukkig kwam net op dat moment een andere buurman redding brengen. Hij had wel een “ietsiepietsie” klein probleempje. Hij zocht naar de juiste woorden om het aan te brengen. De brave man was gestuurd op orders van mevrouw die ’s avonds moeilijk in slaap kon geraken vanwege het gekwaak van kikkers in de vijver. Ik merkte op dat die kikkers spontaan naar het water waren gekomen amper één week nadat er water in stond. Bovendien zijn kikkers een beschermde soort in België (het betreft hier inlandse exemplaren en geen ontsnapte Amerikaanse brulkikkers) en ik zou niet weten hoe ze weg te krijgen zonder de artillerie te laten komen. Er waren nog problemen : ’s morgens vroeg zaten de duiven “roekoe roekoe” te doen in de berkenboom, vervelend toch! Ik vroeg me spontaan hardop af wat daarvoor de beste oplossing zou zijn : de duiven afknallen of de boom omhakken! Misschien allebei, dan zijn we van die vervelende vallende blaadjes af in het najaar. Ik antwoordde dat ik dacht de telefoon te horen en haastte me naar binnen. Ik heb eraan gedacht om alles plat te gooien en van de tuin een parking te maken, heel eventjes maar. We zijn nu 3 jaar later : de kippen, kikkers en duiven zijn er nog steeds. De buren ook !
Het horen van de naam duizendknoop veroorzaakt bij een aantal tuiniers reeds hartkloppingen. We hebben het hier echter niet over de beruchte Japanse duizendknoop die alles op zijn weg overwoekert en niet meer weg te krijgen is. Als het een geruststelling kan zijn : deze komt helemaal niet uit Japan !
Dit lid van de familie gedraagt zich heel netjes en woekert absoluut niet, een enkele zaailing op een seizoen, meer last heb je er niet van. Je plant deze mooie bladplant best ergens in de (half)schaduw. Het mooie driekleurig gevlamde blad licht ook de donkerste hoekjes op.
Voor de bloemen moet je deze plant niet aanplanten. Enkel bij een warm najaar heb je kans op kleine rode bloemetjes maar deze zijn eigenlijk onbeduidend, het blad zelf is zoveel mooier ! Ze worden 50-60cm hoog en zijn in de winter bladverliezend.
Graag gladiolen in de tuin maar geen zin om elk jaar de bollen uit te halen en terug te zetten na de winter? Dan is dit er ééntje voor jou!
Gladiolus papilio "Ruby" komt uit Zuidoost-Afrika maar is mits een beetje afdekking in de winter toch winterhard genoeg om hier in de Kempen te overleven.
Eind juli komen de mooie roodpaarse bloemen te voorschijn. Ze ogen natuurlijker dan de ontelbare cultivars die op de markt zijn. De bloemstengels worden ongeveer 80cm hoog. De bloemen zijn zeer in trek bij insecten. Ze zijn redelijk goed bestand tegen de wind, alleen krijgen ze niet graag een stortbui eens de bloemen open staan, de stengels worden dan topzwaar.
Soms vragen mensen mij, "honden en bloemen en planten, dat gaat toch niet samen ?". Het gaat dus wel. In de borders, daar waar ik geen viervoetige bulldozers tussen de bloemen wil hebben is de border afgeschermd met een sierdraad (slechts 40cm hoog).
De honden zijn zo opgeleerd dat ze hier niet over gaan, alhoewel ze dat makkelijk zouden kunnen. 40cm is een mooie hoogte, ik kan er zelf nog makkelijk over (ik ben ook geen 20 meer) en het valt niet te erg op.
Hier en daar heb ik onderaan één stukje verticale draad weggeknipt uit het geheel zodat egeltjes via deze doorgangen nog wel in en uit de borders kunnen en zo is iedereen tevreden!
Simpel toch, slecht één keer wat extra werk maar nadien jaren plezier van, iedereen tevreden!
Coreopsis verticillata (meisjesogen) groeide 50 jaar geleden ook al bij "de bomma" in de tuin. Dit is een vrijwel onverwoestbare plant. zet hem in de grond die zandig en vrij droog mag zijn en je wordt beloond met bloemen van juli tot oktober. En de bijtjes zijn er nog dol op ook.
Komt oorspronkelijk uit het midden en oosten van de VS.
Een wat minder lieflijke naam voor de plant is luizenbloem. Hoewel het geslacht behoorlijk wat soorten kent, wordt meestal alleen maar Coreopsis verticillata verkocht. Tegenwoordig zijn er cultivars in bleekgele en roodtinten maar deze blijken veel gevoeliger te zijn in de winter. Meisjesogen houdt niet van blijvend natte voeten. Een goed ontwaterende grond of grond die wat aan de droge kant is, is een ideale uitgangspositie. Ideaal dus voor een zonnig plekje in Kempische zandgrond!
Hibiscus zijn er in veel soorten, maar slechts één ervan kan bij ons het ganse jaar buiten overleven : Hibiscus syriacus. Hibiscus is één van de oudste cultuurplanten. Ze komen van nature voor in grote delen van Azië. In Zuid-Korea is het de nationale bloem. Als tuinplant vind je ze over de hele wereld, zowel in de (sub)tropen als in gematigde klimaten. Er zijn veel kruisingen bekend met als bedoeling andere bloemkleuren te verkrijgen.
Als tuinplant heb je er eigenlijk weinig of geen omzien naar. Hibiscus groeit eigenlijk overal behalve op zware kleigrond die in de winter vaak te nat blijft. Wat extra compost of humus en de plant is tevreden. Deze struik heeft graag redelijk wat zon om rijk te kunnen bloeien maar staat liefst niet de ganse dag in de volle zon. Wat ochtendzon en de rest van de dag wat halfschaduw en beschutting tegen noorden of oostenwind is prima. Hibiscusstruiken worden tot ongeveer 3 meter hoog. De struik groeit van nature in een mooie vorm. waardoor snoeien overbodig is tenzij de struik wat te groot wordt. Snoei dan in het late voorjaar voor de plant in blad komt. Hibiscus is bladverliezend. Ze komen vrij laat terug in blad (half mei tot begin juni).
De meeste variëteiten bloeien van juli tot oktober. Elke bloem bloeit meestal slechts één dag maar er zijn er zo veel dat dit weken lang doorgaat (soms tot in oktober). Regen wordt slecht verdragen, de bloemen sluiten zichzelf soms als voorzorg! Ze komen in verschillende kleuren voor, in pasteltinten gaande van wit over blauwviolet en roze. Er zijn ook cultivars met gevlamde bloemen (wit met bordeaux-rood hart). Vermeerderen kan door stekken maar soms vind je onder de moederplant ook zaailingen terug.
Herfstanemonen of Japanse anemonen zijn sterke planten die snel grote pollen vormen. Wanneer veel andere planten over hun hoogtepunt zijn in augustus beginnen de herfstanemonen aan hun bloemenoffensief. Ze gaan hiermee door tot diep in de herfst. zorgen op dat moment toch voor wat kleur in de plantenborder. Je kan ze ook als snijbloem gebruiken maar persoonlijk vind ik ze het mooist in de tuin zelf. Ze horen dan ook thuis in elke tuin. Er zijn vele cultivars en elk jaar komen er nieuwe bij. Deze verschillen niet alleen qua bloeikleur maar vaak ook in hoogte. De planten zijn makkelijk en snel te vermeerderen door het nemen van wortelstekken.
Anemone hupehensis 'Splendens' staat graag op een plekje in de zon of halfschaduw maar zoals alle herfstanemonen graag in een vochthoudende, voedselrijke bodem. In het voorjaar kan je de stengels van vorig seizoen snoeien tot tegen de grond.
Het zijn makkelijke en dankbare planten die weinig last hebben van ziektes of belagers. Ze worden 60 tot 100cm hoog. Herfstanemonen zijn perfect bestand tegen onze winters.
Het zijdehoen heeft een vacht, die meer lijkt op haar of wol dan op veren. Ze bezitten ook vijf tenen aan de voeten in plaats van de gebruikelijke vier.
Het meest opvallende kenmerk van dit ras, met zijn aan alle kanten afgeronde lichaam, is zijn vacht. De vacht (veren) is erg zacht en voelt aan als zijde, vandaar ook de naam zijdehoen. Doordat ze geen echte veerstructuur hebben kunnen ze ook nauwelijks vliegen, een afscheiding van 50cm hoog is ruim voldoende om ze achter te houden.
De huid is zwart tot blauw en zelfs paarsig van kleur. Ook het vlees, de botten en bloed zijn zwart. Deze hyperpigmentatie is het gevolg van een genetische afwijking die fibromelanose wordt genoemd, en die behalve bij zijdehoenders ook bij enkele andere kippenrassen voorkomt.
Zijdehoenders zijn taaie beestjes die bestand zijn tegen extreem lage temperaturen. Ze komen waarschijnlijk oorspronkelijk uit het Himalaya gebergte. Het is een zeer rustig, aanhankelijk en lief hoender, die zich makkelijk laat aaien.
Hoewel Aristoteles al zijdehoenders vernoemde, hoorde men in Europa voor het eerst van het zijdehoen door de Italiaanse ontdekker Marco Polo die ze China aangetroffen had. In de middeleeuwen werden ze door zwendelaars en zakenlui verkocht als een kruising tussen een konijn en een hoen!
Dit koppeltje zijn al bijna 3 jaar de vaste bewoners van het Bernerhof. Eitjes leggen is er niet veel meer bij maar ze mogen rustig van hun pensioen genieten. Mijn jongste Berner Sennen gaat elke ochtend mee naar de kippenren om te kijken als ze uit hun nachthok komen.
Cyclamen hederifolium behoort net als zijn grotere neef Cyclamen persicum (de bekende kamerplant) tot de Primula familie. Deze miniatuurversie wordt slechts 10 tot maximum 15 cm groot en is winterhard tot -20°C. Voorwaarde is dan wel dat de grond niet te nat is! Geef ze een plaatsje ergens in de halfschaduw, in de buurt van een boom en je voldoet meteen aan deze voorwaarden (zeker op onze Kempense zandgrond). Ze houden wel van wat kalk in de bodem. Omdat mijn tuingrond te zuur is vanwege de dennennaalden krijgen ze hier elk jaar voor en na de winter een handjevol extra kalk. Dit plantje heeft een iets of wat afwijkende levenscyclus. Tijdens de winter behouden ze hun blad en blijven groen. In het voorjaar sterft het blad af en lijkt de plant verdwenen. Dan plots, eind juli, komen de roze bloemetjes boven, het blad volgt pas later.
Ze bloeien van eind juli tot in oktober. Als ze het naar hun zin hebben komen ze elk jaar talrijker terug.
Je zou ze ook in een schaal kunnen houden om de tuintafel te versieren. Dan zou ik in de winter als het echt koud is wel enige bescherming voorzien tegen de ergste vorst en nattigheid.
Ik zou eigenlijk blij moeten zijn, weken hebben we zitten jammeren dat het veel te droog was. Nu er eindelijk wat hoogstnoodzakelijk vocht uit de lucht valt is het toch weer niet goed. Moet dat regenen nu echt in het weekend gebeuren? Ik was gisteren nog wat plantjes gaan bijkopen. Ze zullen nog enkele uurtjes in hun potjes moeten wachten vooraleer ze een vast plekje krijgen. Dat geeft mij de kans om er nog eens goed over na te denken waar wat moet komen. Toen ik de kippen deze morgen ging buitenlaten (in de Kempen zitten vossen en marters die 's nachts kippetjes lusten) keek meneer de Haan mij aan met een blik van " dit meen je niet, ga jij maar zelf in de regen rondhossen als je dat leuk vindt". Maar tja, hoe was dat spreekwoord nu weer? Na regen komt zonneschijn, en 't is nog 2 dagen weekend! Komt allemaal wel goed!
Dan is het nu het moment om te gaan kijken, ze komen nu stilaan op hun mooist te staan. Noteer welke soorten je mooi vindt maar hou je nog even in vooraleer aan te kopen. Grassen plant je eigenlijk best in het voorjaar als de kans op nachtvorst praktisch weg is, ze slaan dan het beste aan. Nadeel is dat je dan niet goed kan beoordelen wat je op dat moment aankoopt omdat ze pas beginnen uit te lopen.
Nu zie je dat duidelijk wel, maar na half augustus zou ik af raden ze nog aan te planten. Ze moeten namelijk goed aangeslagen zijn om de eerste nachtvorsten aan te kunnen. Dat kan eind november zijn maar soms ook reeds half oktober! Een kristallen bol zou soms toch wel handig zijn om in de toekomst te kijken.
De klassieker onder de crocosmia's. Een betrouwbare plant die jaar na jaar terugkomt en goed tegen de vorst kan ondanks zijn afkomst uit Zuid Afrika. Is één van de eerste crocosmia's die in bloei komt vanaf de tweede helft van juli. Veel vlammender van kleur dan dit kan je niet hebben, maar toch komtdeze plant niet schreeuwerig over.
De crocosmia is gelukkig op een een voedzame, zandige, losse tuingrond. Prachtig in combinatie met hoge siergrassen!
Het is de nationale boom in China, heilig voor boeddhisten en in de westerse wereld wordt hij gezien als de ‘boom van hoop’. Hij is niets veranderd sinds de tijd van de dino's.
De boom wordt gezien als levend fossiel, omdat het de enige soort is die overbleef van een aparte orde van bomen die tijdens de Jura-periode (200 tot 145 miljoen jaar geleden) op aarde bestond.
Rond het begin van onze jaartelling was de boom bijna uitgestorven, in Noord-Amerika en Europa kwam hij al miljoenen jaren niet meer voor. Enkel in het verre oosten (China) waren ze nog te vinden.
Momenteel komt hij in de natuur niet meer voor. In 800 na Christus kwam de boom, samen met het Boeddhisme, over van China naar Japan. De ‘heilige’ boom werd bij tempels gekweekt en kreeg daardoor de bijnaam ‘Japanse tempelboom’. Voor de boeddhisten is het de ‘boom van kennis’, ook vanwege de geneeskracht die al sinds 2800 voor Christus word beschreven in de Chinese literatuur. De bladeren zouden goed zijn voor de bloedcirculatie, het geheugen en de longen.
De Japanse notenboom is tweehuizig. Wereldwijd zijn er minder vrouwelijke exemplaren dan mannelijke. De mens plant selectief mannelijke bomen aan omdat de 'vruchten' een onaangename geur verspreiden. Het verschil tussen beide geslachten is alleen te zien als de boom in bloei staat of 'vruchten' heeft (wat hier vrij zelden gebeurt). De boom groeit onregelmatig en min of meer kegelvormig en kan circa 40 meter hoog worden. In Nederland en België worden kweekvormen gebruikt waardoor de boom hier nooit zo hoog wordt.
Als ik in de buurt rondkijk staan er regelmatig huizen te koop. Als deze dan verkocht zijn dan komen de graafmachines om de volledige tuin ondersteboven te zetten. Alles moet er aan geloven : hagen struiken, bomen. Alles eruit, zwembad erin. In plaats van een groene afscherming een betonnen, in het beste geval een houten afscheiding. Driekwart van de overblijvende ruimte wordt terras. Oh ja, ik vergeet de "buitenkeuken" nog, een gewone BBQ is zo passé. In het beste geval, om het groene geweten te sussen nog enkele potten met een palm- of bananenboom. Waar die dan in de winter moeten blijven zien ze later wel!
De overblijvende 10% van de grondoppervlakte kan "beplant" worden met kunstgras, voilà, nooit meer werken in de tuin. Af en toe eens stofzuigen en klaar is de klus!
Nu doet iedereen in zijn tuin wat hij/zij zelf graag wil maar ik denk bij het woord tuin nog steeds in eerste instantie aan een groene ruimte waar iedereen zich kan ontspannen.
Is het niet zalig 's avonds nog eens buiten te zitten tussen het groen en naar de vogeltjes te luisteren? Met een parasol kan je desnoods ook in de schaduw zitten bij 30° maar onder een boom is het toch 5° koeler!
Hydrangea quercifolia (eikenbladhortensia) is afkomstig uit Amerika. Sommige cultivars kunnen tot 2,5 meter hoog en breed worden en met behulp van uitlopers tot 3 meter. Door die uitlopers weg te halen kun je de plant in toom houden. Het zijn bladverliezende struiken met opvallende diep ingesneden donkergroene bladeren. In de nazomer beginnen ze al snel te verkleuren naar allerlei oranjerode en paarse herfsttinten. Ze verkiezen een plekje in de halfschaduw of op een standplaats met gefilterd zonlicht. Naast het prachtig gevormde blad verschijnen er ook vanaf half juli langwerpige bloempluimen met witte bloemblaadjes. De bloempluimen bestaan hierbij uit kleine fertiele bloempjes die worden omgeven door prachtige grote witte steriele bloemen om insecten aan te trekken. Deze laatste verkleuren na verloop van tijd naar roze en blijven aan de struik hangen waardoor de bloei zeer lang aanhoudt. Al bij al een mooie aanwinst voor de tuin waar je lang plezier van hebt. Deze heesters zijn perfect winterhard, enkel de eerste winter zijn ze iets meer vorstgevoelig (een vliesdoek erover bij strenge vorst doet wonderen). Door ze in de halfschaduw onder grotere bomen te zetten zijn ze sowieso al iets beschermd tegen de strengste vorst door het microklimaat daar.
Deze waterjuffers fladderen rond zoals vlinders. Ze leven in een klein groepje aan de rand van een stromend beekje vlakbij. Af en toe komt er eentje op verkenning aan de vijver.
Vermoedelijk zijn het weidebeekjuffers die redelijk zeldzaam zijn in Vlaanderen (ze hebben zuiver stromend water nodig).
Itea virginica is een bladverliezende sierheester. Zoals de naam laat vermoeden is deze plant afkomstig uit Virginia (VS). Op een beschutte plaats in de halfschaduw is deze plant bij ons volkomen winterhard. Deze struik verkiest een een neutrale of lichtzure grond. In juni-juli-augustus verschijnen de witte bloemen in opstaande, iets geknikte katjesachtige trossen die druk bezocht worden door bijen en hommels. De bloemen geven een aangename geur die vooral 's avonds zeer ver draagt. De maximum hoogte na 10 jaar is ongeveer 1.5m.
Snoeien : Om de heester in vorm te houden kan men na de bloei de uitgebloeide scheuten terugsnoeien tot een sterke groeiknop. Bij volwassen planten kunnen elk jaar een op vier oudere takken tot bij de basis worden terug geknipt.
Trachycarpus wagnerianus is nauw verwant aan de bekende Trachycarpus fortunei. T. wagnerianus heeft kleiner maar steviger blad dan T. fortunei waardoor hij beter tegen de wind bestand is. Zelfs bij een hevige najaarsstorm lopen de bladeren weinig of geen schade op. T. wagnerianus is zelfs nog iets beter tegen vorst bestand dan T. fortunei (tot -16°C.). Kan dus bij ons in de volle grond zonder extra winterbescherming. Zeker de eerste paar jaren traaggroeiend. Daardoor is deze plant ook duurder in aanschaf !
Staat bij voorkeur op een lichte plek maar moet niet de ganse dag volle zon hebben. Trachycarpus komt uit China en groeit daar als ondergroei in bosrijke gebieden.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....