Het heeft even geduurd maar met het warme weer van afgelopen week zijn er ineens vlindertjes in overvloed. Vooral de verschillende soorten koolwitjes en de distelvlinders komen nu in grote aantallen voor. Op atalanta's en dagpauwogen blijft het voorlopig nog even wachten.
Deze roodbruine heidelibel was gisteren pas begonnen aan het "vliegend" gedeelte van haar leven. Als nimf heeft ze een jaar lang de vijver onder water onveilig gemaakt. Nu is ze "uitgeslopen" en zit ze te drogen in het zonnetje. Maar ze zal steeds op haar hoede moeten zijn want de kikkers broeden op wraak voor de dood van ettelijke dikkopjes die ze vroeger allicht bejaagd heeft. En zo'n dikke libel is een heerlijke kikkersnack.
Het is al warm in de tuin en de donkere bijna zwarte kleur van deze daglelies doet daar nog een schepje bovenop. Een heel contrast met het haast verkoelende zachtgeel van zijn neefje. Zoals bij alle daglelies gaan de bloemen maar één dag mee, gelukkig zijn er zoveel knoppen dat het feest toch nog even kan doorgaan !
"Gehakkeld" en niet "verhakkeld" zoals we vroeger wel eens zeiden. Alhoewel sommige exemplaren beide tegelijk zijn. Kan je nog volgen? In ieder geval hebben we er dit jaar nog niet veel gezien. Een gevolg van de hete droge zomer van vorig jaar waar veel rupsjes zijn dood gegaan van de honger doordat mensen "vergeten waren" hun brandnetels en distels ook water te geven.
Dit vliegend juweeltje toerde hier gisteren rond en het heeft zijn naam niet gestolen. Dit beestje was uitgedost in een rood waar de brandweer jaloers zou op zijn. Het was de eerste vuurlibel die ik hier ooit gezien heb en daarmee komt de teller op 25 libellensoorten.
Deze Kniphofia's "Alcazar" knallen eruit met hun hevig oranje kleurtje en contrastreren fel met het donkere blad van de Cotinus (Pruikenboom). De hitte schijnt hun niet te deren, ze komen dan ook uit Z-Afrika en daar zijn ze wel wat gewoon.
Eerst waren er wekenlang bijna geen vlinders te zien en opeens zijn ze er dan toch ! De distelvlinders waren gisteren veruit in de meerderheid. Het zijn vrij grote en makkelijk herkenbare vlinders. De rupsen van de distelvlinders leven van jawel ... distels.
Lilium martagon of Turkse lelie komt voor in grote delen van Z-Europa. Bij ons doet de plant het nochtans ook prima. Het is wel een kwestie de leliehaantjes voor te blijven want als er één lelie is waar ze gek op zijn dan is het deze. Dit jaar heb ik de schade kunnen beperken zodat de plant niet zoals vorig jaar enkel een kale stengel was met aangevreten bloemen.
Vandaag is het zover. We trekken de stekker eruit! Na 1 jaar het reilen en zeilen op Bernerhof gevolgd te hebben is het nu tijd om in schoonheid afscheid te nemen. Of toch niet helemaal, zoals reeds verteld, gaan we door op "bernerhofmacro" maar dan met een iets anders concept. Je kan ons nog steeds terugvinden op seniorennet maar dan wel onder de rubriek "fotografie". We gaan nog steeds fotootjes op het blog zetten over plantjes en beestjes die hier passeren maar we gaan geen planten meer bespreken zoals nu soms wel gebeurde. We gaan het verder proberen het luchtig te houden door korte tekstjes bij sommige foto's te zetten, enfin kom maar eens kijken zou ik zeggen.
Bedankt voor jullie gezelschap en ik hoop dat jullie mee de overstap maken.
O ja nog even iets over de actuele tuin! Gisteren schreef ik over het einde van de bloeitijd van mijn daglelies, alsof het geprogrammeerd was zijn nu de echte lelies (Lilium) in bloei gekomen, niet de eerste dit jaar, wel een soort die je zelfs in het pikdonker terugvindt door je neus te volgen, hemels! Die wou ik jullie niet onthouden, de geur kan ik er helaas niet bijdoen!
Ik heb gisteren de statistieken eens bekeken. Voor alle duidelijkheid, ik maak die niet zelf, dat doet de site "waarnemingen.be" voor mij. Alle diersoorten die ik afgelopen jaar heb gezien op Bernerhof zijn hier terug te vinden, bijna allemaal met één of meerdere foto's. Totaal aantal is 138 + de "Berners" want die zijn niet doorgegeven. Natuurlijk zijn het niet allemaal "wilde dieren" zoals op safari in Kenia of Tanzania maar toch ! Sommige waren echte juweeltjes !
De reden dat er zoveel soorten hier langs komen? Biodiversiteit, dit toont aan dat zelfs een klein lapje grond met wat water en zoveel mogelijk soorten planten als een magneet werkt op de dieren uit de wijde omgeving.
Een "echte" natuurliefhebber gaat waarschijnlijk z'n neus ophalen voor lelies en phloxen & co maar het bewijst wel dat een natuurlijke tuin geen wildernis hoeft te zijn. De boorden van de vijver laat ik grotendeels door moeder natuur opvullen, ik help en stuur weliswaar wat bij maar zo te zien zijn de kikkers en de libellen dik tevreden.
De laatste spriet onkruid krijg ik hier toch nooit weg ! Daar is +-2000m² iets te groot voor. Ik ben ook geen 20 meer en het moet nog leuk blijven ook. Maar toevallig binnengewaaid St Jacobskruid (bovenste foto) staat bij de meeste mensen op de onkruidlijst en vliegt er direct uit terwijl ik (en de vlinders) het een leuk bloemetje vinden dat bovendien nog lang bloeit ook.
Momenteel heb ik een soort witte Phlox in bloei staan die je overdag bijna niet, maar 's avonds van ver, kan ruiken. Gevolg, een hele resem nachtvlinders waarvan sommige best mooi zijn. Al eens gehoord van "groot avondrood"?
En de alpenwatersalamander was slechts één van de 3 soorten salamanders die we hier gezien hebben. En dan is er bij de insecten nog heel veel spul dat niet direct op naam te brengen is. en bijgevolg ook niet mee in de statistieken zit. Da's voor later, als we eens niets te doen hebben. Wanneer zou dat zijn ?
Daglelies, iedereen kent ze wel, de sierlijke gele over oranje naar rode en paarse bloemen die je vroeger in elke "boerentuin" terugvond. Minder bekend is dat de daglelie ook eetbaar is. In Azië zijn de bloemen vooral gekend om hun lekkere smaak en worden ze in de supermarkt verkocht als groenten.
Nu ga ik hier geen kookrubriek van maken maar het is toch wel leuk om weten. Daglelies zijn heel makkelijke planten, ze zijn meerjarig en wintervast en kunnen zowel in een bloemenborder of in pot gehouden worden. Ze prefereren zon, hoewel een plek in de halfschaduw ook kan. Geteeld in halfschaduw bloemen de planten wel duidelijk minder bloemen.
Heel de plant is eetbaar, de bloemen, de verse bladtoppen en zelfs de vlezige knollen. De bloemen kunnen in elk stadium geoogst worden en zijn dan telkens verschillend van smaak en textuur. De bloemknoppen worden gebakken, gefrituurd in tempura of toegevoegd aan roerbakgerechten. De bloemende bloemen zijn lekker knapperig en extra zoet door de nectar. Deze worden dan dikwijls als zoete garnering gebruikt in allerlei desserts. De uitgebloeide bloemen worden meestal gebruikt om stoofpotjes of soepen te dikken.
Als je het wil uitproberen moet je snel zijn, op de foto die gisteren genomen werd staat de laatste daglelie van 2018 op Bernerhof. Wachten voor de volgende tot 2019 ! Niet getreurd, er is nog moois genoeg te zien in de tuin. Ons blogje stopt dan misschien wel deze week maar Bernerhof zelf nog lang niet.
En nu ga ik snel met de viervoeters wandelen en nog wat in de tuin doen voor het te warm wordt tijdens deze stilaan toch wel memorabele zomermaand !
Het warme droge weer is dan misschien niet zo ideaal voor de bloemen en planten maar de insecten zijn er wel dol op.
Je hebt het waarschijnlijk ook al wel gezien dat de tuin nu veel vlinders op bezoek heeft. Iets minder opvallend, tenzij je een vijver hebt of er eentje in de buurt is, zijn de juffers en libellen die nu ook hoogdagen beleven ! Libellen leven van insecten en die zijn er nu in overvloed. Het is ook een zachte winter geweest dus zijn er ook weinig libellenlarven (die in het water leven en overwinteren) doodgevroren. Sommige soorten zie ik nu met tientallen als het er geen honderden zijn. Anderen zijn niet zo talrijk vertegenwoordigd maar da's dan juist het leuke om er eentje te ontdekken.
Op de foto's achtereenvolgend :
steenrode heidelibel (ik kan er ook niet aan doen maar het vrouwtje is niet rood)
blauwe breedscheenjuffer (vr) + detail voorste stuk, je ziet duidelijk de blauwachtige scheen
Ik ben toch dik tevreden dat ze zo klein zijn want van dichtbij zien ze er nogal alien-achtig uit !
Een recente cultivar van de bekende “meisjesogen” is deze Coreopsis verticillata ‘Chorasan Yellow Bicolor’. Een hele mondvol, de naam verraadt het al dat deze tweekleurig is. Een donker wijnrood hart met gele rand dat bloeit van juni tot september. De bijtjes komen ook hier regelmatig op bezoek al heb ik de indruk dat ze liever op de gewone gele Coreopsis afkomen. De planten worden ongeveer 30cm hoog maar hebben nogal snel de neiging uiteen te vallen. Om die reden heb ik ze iets dieper geplant. Zet ze op een zonnige plaats en ze bloeien maandenlang.
De winterhardheid valt nog af te wachten: internet zegt “matig winterhard” wat dan ook zijn mag. We zien wel, desnoods behandelen we deze plant als éénjarige, ze kosten nu ook geen fortuin !
We hebben nu bijna één jaar het reilen en zeilen in Bernerhof opgevolgd. We kunnen natuurlijk niet eeuwig doorgaan met het bespreken van plantensoorten. Bernerhof is ook niet oneindig groot en het assortiment aan planten heeft ook zijn grenzen. We gaan ook niet in herhaling vallen en elk jaar opnieuw dezelfde planten bespreken. Je voelt het al komen, we gaan afscheid nemen. We gaan nog even door tot 19 juli, de dag voor onze verjaardag.
We verdwijnen echter niet helemaal. Bernerhof gaat verder maar we gaan ons nu meer toeleggen op macrofotografie. We gaan dus door met plantjes en beestjes op geheugenkaartjes vast te leggen.
Je vind ons voortaan terug bij de blogs van seniorennet onder de rubriek "FOTOGRAFIE" als "Bernerhofmacro". Ik hoop dat jullie mee de overstap maken. Sommige mensen die ik zelf nooit gezien heb waren ondertussen wel goede bekenden geworden. Van zij die regelmatig iets in het gastenboek of op de reacties hebben achtergelaten hoop ik in de toekomst ook nog regelmatig iets te horen.
We zouden ook gewoon met dit blog kunnen doorgaan maar gezien de nieuwe focus lijkt het me logischer om onder een nieuwe maar herkenbare vlag een doorstart te maken.
De kippetjes moeten snel zijn als ze graantjes willen eten. Er is namelijk redelijk wat concurrentie. Overdag zijn er de duiven, die eten vermoedelijk meer op dan de kippen zelf. Ik wist ook al een tijdje dat er nog andere beestjes op de loer lagen. Gisterenavond, het was al goed aan het schemeren, ging ik zoals elke dag het deurtje van het nachthok sluiten zodat Tik, Tak & Tok veilig zaten voor de vos of steenmarter (beiden komen hier voor). Ik zag iets wegritsen aan de etensbak. Snel het fototoestel gaan halen, enkele minuutjes wachten en ja hoor, er kwam een heel klein kopje piepen tussen 2 betonblokken. Met z'n pientere kopje keek het beestje me even aan om snel terug te verdwijnen maar ik had net voldoende tijd om een foto te maken. Ik wist al langer dat er muisjes woonden maar nu kon ik pas zien om welke soort het ging. Het blijkt de gewone huismuis te zijn die zeer algemeen voorkomt. Zolang ze buiten blijven wonen is het voor mij ok. De Berners moeten maar zorgen dat ze niet naar binnen glippen, die mogen ook iets nuttig doen voor de kost en inwoon!
Als er één vogel is die iedereen kent dan is het de merel wel. De merel zingt ’s ochtends als één van de eerste vogels, nog voor zonsopgang. In het vroege voorjaar of in de zomer na een regenbui zingen ze ook ’s avonds. Merels houden regelmatig de wacht bij molshopen om regenwormen, op de vlucht voor een wroetende mol, uit de grond te trekken.
Vroeger was de merel een schaarse, schuwe bosvogel. Sinds de eerste helft van de 20ste eeuw is het steeds meer een cultuurvolger geworden. Merel zijn is niet makkelijk: nesten worden vaak geroofd door eksters en volwassen vogels vallen ten prooi aan huiskatten en sperwers. Bovendien is de merel één van de meest voorkomende verkeersslachtoffers.
Net als de meeste lijsters verdedigen merels niet alleen hun broed- maar ook hun voedselterritorium. Vaak maken ze minutenlang ruzie en trachten mekaar te verjagen, en wordt ondertussen de voederplaats geplunderd door anderen. Ze eten vooral regenwormen en insecten maar zaden of broodkruimels lusten ze ook wel.
Brandend actueel is de bedreiging door het dodelijke Usutu virus. Dit virus is oorspronkelijk door muggen in Afrika (Swaziland) overgedragen op zwaluwen die er zelf niet gevoelig voor zijn. Na de terugkomst in het voorjaar in Europa brachten de zwaluwen het virus mee en muggen brachten het vervolgens over op andere Europese vogels. Ruim 50 soorten vogels zijn reeds gekend die met het virus besmet waren, maar vooral zangvogels zijn er gevoelig voor. Vooral merels en uilen worden besmet waardoor net deze massaal sterven. In de streken waar de ziekte toeslaat is er bijna geen merel meer te vinden. Er is geen kuur om zieke vogels te genezen en inenten kan ook niet. Men hoopt dat de vogels mettertijd immuun zullen worden, de eerste tekenen dat dit inderdaad gebeurt komen uit Oostenrijk.
Hier bij ons is er gelukkig nog geen grote daling van de merelpopulatie te zien. Hopelijk word ik binnen enkele jaren morgens vroeg ook nog steeds vergast op een merelconcert !
Albizia julibrissin wordt in het Nederlands ook Perzische slaapboom genoemd. Die naam komt vanwege het feit dat de blaadjes zich ’s avonds dichtvouwen en ’s morgens terug open gaan. Deze kleine boom of grote heester heeft een mooie schermvormige, parasol achtige vorm.
De slaapboom is snelgroeiend, bladverliezend en heeft een warme beschermde plek nodig. Onze natte winters zijn “kantje boordje” maar op een, tegen koude wind beschutte, droge plek moet het wel lukken. Bij mij staat hij dicht tegen de zijgevel van het huis die beschutting geeft tegen de koude oostenwind. Aan de noordzijde wordt de wind gebroken door een beukenhaag die door het feit dat de verdorde blaadjes blijven hangen toch wel wat bescherming geeft. Zon is er van ’s middags tot ’s avonds laat als ze ondergaat.
De grond mag arm zijn maar moet wel goed waterdoorlatend zijn. Op kleigrond zal het dus waarschijnlijk niet lukken om ze de winter door te krijgen. In juli/augustus verschijnen de grote lichtroze bloembundels met hun lange zijdezachte meeldraden.
Bij de Chinezen is deze boom bekend als ‘boom van collectief geluk’, want hij geeft vreugde en troost, brengt het oog tot stralen, het hart tot leven. Zo werd deze boom 500 jaar geleden in een Chinese botanische tekst beschreven. Al lang voor deze tijd was hij in China bekend als middel tegen verdriet over teleurstelling en verlies. Kortom: bloemen en bast zijn al heel lang bekend als antidepressivum. Sommige Chinese kruidkundigen noemen hem ‘herbal prozac’.
Nu weet ik terug waarom ik elke ochtend fluitend opsta !
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....