Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    30-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Utrecht
    Een gedicht van Hendrik Marsman 1899-1940

    Utrecht

    Geen stijl, maar des te meer karakter heeft de stad,
    Een harde en benepen eigenzinnigheid,
    Die zich de maat van alle dingen waant;
    Een stugge sfeer, vol plotselinge volten -
    De pleinen liggen meest terzijde van 't verkeer,
    Dat, saamgeperst in zulke smalle geulen,
    Dat reeds een sandwichman zijn houten vlerken schuurt,
    Chronisch aan spijsverteringskrampen lijdt,

    Nergens ter wereld
    Heeft een kleinburgerlijker actualiteit
    Zich zo voornaam versierd met het tot op de draad
    Versleten goudbrokaat der middeleeuwen,
    Nergens ook kraait de haan der mediocriteit
    Zo oerparmantig koning;
    Want waar men gaat of staat,
    Hier wordt men, graag of niet, gelijkgeschakeld in
    Een net van onverwrikbre middelmatigheid.

    Wie langs de singels en de wallen gaat
    Krijgt sterk de indruk, dat de banken daar
    Voornamelijk zijn gesticht
    Als dépendance van 't oudemannenhuis
    En voor 't gedobber van een kinderkar.
    Voorts vindt men nougatkramen,
    Bij voorkeur niet te ver verwijderd van een urinoir;
    Een baan, zo doods en leeg,
    Alsof hij enkel zondags wordt begaan
    Door het boetvaardig regiment der hoge hoeden;

    Want wàt men ook in 't nadeel zeggen kan
    Van dit verpaapte china,
    Die woestenij der anonimiteit met zijn intieme oasen,
    Niet dat de godsdienst er niet welig tiert,
    Noch dat op het gelaat niet met predestinatieletters staat:
    "De heer is mijn banier".

    schrijver

    30-05-2014 om 19:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spreeuwen
    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    SPREEUWEN.

    „’k Zie-’t!” zo vliggert, vlug te vlerke,
    recht de torre in van de kerke,
    daar ze is nest aan ’t bouwen!... „’k zie-’t!”
    piept de spreeuwe, en anders niet.

    Maar wat is mij, scherpgebekte,
    zwart-halfgroen gevliggervlerkte,
    vage vogel, dan ’t bedied
    van uw eeuwig zeggen: „’k zie-’t!”

    Ziet gij, daar omhoog aan ’t broeden,
    ziet ge, aan ’t blijde jongskes voeden,
    in uw pierende oogskes, iet
    dat elk mense niet en ziet?

    Zeg, of is ’t de zonne rijzen,
    dat gij ziet, is ’t buien bijzen;
    kwade wichten of kwa died
    zitten ievers, diepe in ’t riet?

    „’k Zie-’t!” zo piept gij; ziet gij, binnen
    deze borst, mij iet beminnen,
    haten, willen, wensen iet,
    blijdschap hebben en verdriet?

    „’k Zie-’t!” uw roepwoord doet mij delven
    diepe in ’t diepste diep mijns zelven,
    en ontdekken daar ’t bedied
    van uw eeuwig zeggen „’k zie-’t!”

    Een daar is, die aan de leeuwen
    ’t leven gaf, en aan de spreeuwen,
    Een die, vrij van al ’t verdriet, hoge zit en verre ziet.

    Een... Hij zit in zijnen torre, zonder schaaltje en zonder schorre;
    en, van ’t gene in mij geschiedt,
    Hij mag eeuwig zeggen: „’k zie-’t!”

    schrijver

    29-05-2014 om 21:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meiregen
    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    MEIREGEN.

    Regen, regen, van de hemel
    't Ledig luchtland tot aan de aarde
    Vullend met het lichtgewemel
    Uwer zilvren leliegaarde.

    Stortend vluchtig nand vermengend
    Met de bindkracht van uw zegen,
    Zode en zaad een heildronk plengend,
    Dat bet groen wordt langs de wegen,

    0, ik hoor U over 't water
    Fijne maliënkolders klinken
    En, een sprookjesrijke prater,
    Door het luistrend lover zinken;

    Zie, van vleugjes paars beademd,
    Wassen zich de reine weiden,
    En de wilg laat blauw-omwademd
    Paarlen uit haar haartooi glijden.

    Ook ik zelf, in jong begeren,
    Bid mijn lip en wang te laven,
    Maar Uw mildheid wil mij leren
    Beters dan die frisse gaven;

    En gij zingt tot mijn gedachten:
    Deelt U, breekt U, bruis van leven,
    Duizend dorre gronden smachten
    Naar de groeikus van Uw geven;

    Breidt U uit tot klare plassen,
    Lieflijke gestalten spieglend,
    Doe dan hoog Uw waatren wassen,
    Werelden en wolken wieglend;

    Toef niet, spoedt U, talloze oorden
    Moeten bloeien uit Uw weeën,
    Moet Uw blijheid bont omboorden,
    Vóor gij groet de zee der zeeën;

    Regen, welk een glans om bomen,
    Regen, hoe de beekjes schieten,
    0, het schittert in mijn dromen,
    En mijn vrije ziel gaat vlieten.

    Herscheppingen (Velden en vruchten)

    schrijver

    27-05-2014 om 22:11 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrij
    Een gedicht van Karel van den Oever 1879-1926

    VRIJ!

    Al vreet de vijand ons aan 't hart,
    ons hart, ons hart, ons Belgisch hart,
    al zit hij aan ons bloed te slikken
    en geeft dat pijn en geeft dat smart,
    hij zal op 't eind er in verstikken!

    Al zuipt de vijand aan ons bloed,
    ons bloed, ons bloed, ons Belgisch bloed
    dat 't hem de lippen af gaat druipen,
    al zwelgt hij kroppensvol zijn snoet,
    in 't Belgisch bloed zal hij verzuipen!

    Al knijpt hij om 't vermarteld hoofd,
    ons hoofd, ons hoofd, ons Belgisch hoofd
    zijn ijzren dorenvlechten,

    o Hoofd met bloed omloofd,
    nooit, nooit, God zij geloofd,
    nooit zal een Pruis u knechten!

    Verzen uit de oorlogstijd (1919)

    schrijver

    26-05-2014 om 22:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ogen
    Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914

    Twee lichtjes zijn je ogen

    Twee lichtjes zijn je ogen, mijn kindekijn!
    Die stralen zo diep in het harte mijn,
    Dat alles blij licht wordt daarbinnen;
    Dán juicht het er luide, dán vrediglijk stil,
    Of mijn hart al maar loven en minnen wil,
    Al maar loven en minnen!

    Twee grijpertjes zijn er je handenpaar,
    Die stoeien en grijpen en houden maar;
    Je speelse bloemhandjes, mijn kleine,
    Zij houden mijn denken en dromen vast,
    En binden mijn ziel aan mijn lieve gast,
    Aan mijn Lief-zoetelijne.

    Twee sprokenvertellertjes, teer en rein,
    Zijn je lippen, rood als roô-rozelijn:
    Wat kunnen die lachen en praten
    In een tovertaal die niemand verstaat!
    Maar - moedertjes kennen kleinkinderpraat,
    Daar kun-je je op verlaten!

    Het lieflijkst en roerendst vertellen zij
    Als over je kijkertjes allebei
    Moede oogleden neer zijn gegleden,
    En dromen komen - lichtkindertjes klein -
    En je lach zegt, dat je in hun samenzijn
    Weerziet droomschoon verleden.

    Twee springertjes rap bei je voetjes zijn:
    Die worden niet moe al zijn ze zo klein,
    Die weten zich lustig te roeren!
    Op mijn knieën houden ze danspartij,
    En je kraait, of je heel de wereld daarbij
    Wel mee ten dans wou voeren.

    Twee mooie schelpjes, rozegetint,
    Zijn je open oren, mijn schuimeblank kind,
    Die vaag echo-klankdrupjes vangen
    Van boos, boze menszee, die bruist en druist...
    Hoeveel van al wat naar binnen ruist
    Blijft in je hoofdje hangen?

    Twee open oortjes, twee voetjes rap,
    Twee speelse handjes in 't grijpen knap,
    Twee lippen, reinrood als roô-rozen,
    Twee ogen: twee lichtjes, waar nog in gloort
    Weerglans van sterren uit sterrenoord,
    Toen je onder sterren mocht pozen...

    Gij, levensgeleidertjes allemaal
    Naar 't hart van mijn kindje, die 't mensentaal
    En mensenwijsheid zult leren,
    Mijn liefde zal branden rond u, en haar schijn
    Heel blank en heel rein en heel sterk zal zijn
    Om zwart en onrein te keren.

    Mijn kroon en mijn kleinood, mijn zoete plicht,
    O, mijn levensgedicht, met je lief gezicht
    Door krullend gouddons omhangen,
    Zangvogeltje-blij met je lach als kristal,
    Mijn gunstenrijk zonnetje, mijn heelal,
    Dat ik jublend houd omvangen -

    Ik wou je wel dragen mijn leven lang,
    Behoeden voor smart, verblijden met zang,
    En je voeden met eigen leven.
    Kon ik óok maar groeien als jij groeien gaat...


    - O God, die verstaat mijn kleinkinderpraat,
    Voor mijn kind wil 't beste geven!

    Serena (1898)

    schrijver

     

    25-05-2014 om 19:21 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.visioen

    Een gedicht van Albrecht Rodenbach 1856-1880

    BRUTUS' VISIOEN

    't Was nacht. Elkaar bedreigend in de vlakte van Filippi,
    lag Brutus' kamp en 't kamp der driemanschap.
    Alleen in zijne tente kwam des Caesars vriend en moorder
    zijn tabels en papieren neer te leggen
    en zijne moede leden op het legerbed te spreiden.
    En dromend lag hij daar, onduidelijk
    het wiegelen vervolgend van het stervend licht der lampe,
    de moede geest vol droeve beelden van
    zijn stortend oud gemenebest, zijne omgebrachte vrienden,
    de uitslag van de allerlaatste strijd,
    die 's anderendaags in gindse veld alleenheerschap en vrijheid
    om Rome en om de wereld zouden strijden;
    toen al met eens uit 't schemeren van de twijfelende donkeren
    hij ene dove stemme dacht te horen
    die „Brutus" zeide. Plotseling uit zijn dromen opgeschrikt
    sloeg hij de blik op in het rond. En zie:
    geen enkel ziel en had gevoerd, en 't was iets ingekomen:
    gelijk een dunne en onbepaalde schimme
    die traagzaam vlottend zweefde als door een lichte blaas gevoerd,
    een statig spook met nevelige toga
    en lauwerkrone, onduidelijk en onkennelijk van wezen.
    En langzaam kwam het naar zijn bed gedreven.
    Door schrik naar lijf en ziel verlamd, half uit zijn legerstede
    gebogen, te vergeefs zocht hij de sprake.
    Geheugen- en gedachteloos, stom, huiverend en zwetend,
    bleef hij met strakke blik het spook bestaren.
    „Wie zijt gij ?” bracht hij eindelijk uit zijn rochelende kele.
    En met een schok erkende hij het spook.
    En „Julius Caesar" zei het, als het ware met de stemme
    van iemand die de geest geeft — en verdween.
    En Brutus had het voorspook vast van 't onverbiddelijk Noodlot.

    schrijver

    24-05-2014 om 21:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ongenoegzaamheid

    Een gedicht van Jacobus Revius 1586-1658

    Ongenoegzaamheid

    Is iemand bij een Heer ter tafelen gezeten
    Alwaar genoegzaam is te drinken en te eten,
    Roept hij onstuimelijk om oester of lamprei,
    Of, lakende de wijn, om sec en malvezij,
    De Heer zal zeggen: “Vriend, wie is er die u dwinget?
    Lust u niet, dat gij vindt, zo etet dat gij bringet.”
    Maakt hij het ook te bont, de huisheer wordet gram
    En wijzet hem de weg, vanwaar hij henen kwam.

    Wij zijn gelijkerhand alhier des Heeren gasten,
    Hij spijst ons, om te voên, niet om te overlasten:
    Genoegen wij ons niet, maar kraaien nog om meer,
    Gewisselijk daarmee verstoren wij de Heer,
    Ja, maken ons onweerd, dat met zijn goede gaven
    Hij ons nog langer tijd zou kweken en zou laven.

    Over-Ysselsche sangen en dichten (1630)

    schrijver

    23-05-2014 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meisje
    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    AAN EEN MEISJE.

    Waarom gevlucht verschrokken
    Voor mijne grijze lokken?
    Terwijl ge in lentepracht
    Nog jeugdig staat te blozen,
    Mijn gaven niet veracht!
    Ziet gij niet in de kransen
    Hoe lieflijk leliën glansen
    Gestrengeld tussen rozen?

    schrijver

    22-05-2014 om 21:56 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de twee
    Een gedicht van Rhijnvis Feith 1753-1824

    DE TWEE GENIUSSEN.

    Twee Geniussen, eens tot zekre taak gekoren,
    Ontmoeten zich, waar Zin-en Geestenrijk zich scheidt.
    Zij staarden lang zich aan, in diep gepeins verloren,
    Dees, met een hoge ernst, die, met afkerigheid.
    En bange stilte scheen op eens Natuur te omzweven.
    In 't eind vraagt de eerste, wijl een traan zijn oog ontvlood:
    'Wie zijt gij?' 't Antwoord is: 'Het Leven.'
    'En gij?' vraagt de andre. - 'Ik ben de Dood'.
    Het Leven siddert en hervat: 'Onzalig Wezen!'
    Gij zijt mijn vijand en de vijand van al de aard'.
    Niets heeft ons doel gemeens. Uw blik doet ieder vrezen,
    Daar mijn verschijning elk de zoetste blijdschap baart'. -
    'Ach! (zegt de Dood en zucht) hoe dwaas beslissen mensen!
    Wat rove ik? bange zorg en eindeloze nood.
    Hoe spoedig zou de mens het aanzijn hier verwensen,
    Zo ik ter juister uur geen beter hem ontsloot?
    Dat elk mij vrij misken', dat allen voor mij beven,
    In 't offer van mij zelv' vind ik getroost mijne eer.
    Ik schenk, ondanks hem zelv', de mens het ware leven,
    En aan het eind mijns werks ben ik alleen niet meer!'
    Het Leven staart hem aan met medelijdende ogen;
    Het breidt zijne armen uit, omhelst hem teer, en schreit:
    'Grootmoedig Redder!'.... Maar, reeds is de Dood vervlogen.
    Hij gaf het Leven met zijn kus aan de eeuwigheid.

    schrijver

    21-05-2014 om 21:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avond-mist
    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    AVOND-MIST.

    De avond was gerezen,
    de dag zacht uitgegaan,
    de maan, heel bleek van wezen,
    kwam hoog, omhoge staan.

    Veel vreemde witte dampen
    die waasden alles weg,
    alleen matgoud van lampen
    glom, boven zwarte heg.

    Daar zong een teder meiske
    met kindje aan haar hand,
    een zacht en teder wijske
    door 't witte avondland.

    De zwarte en witte wegen
    die lagen stil gespreid,
    de witte wolken zegen
    om haar, die, als gewijd,

    daar zongen door de avond
    daar zongen door de nacht;
    de waden hen omvamend
    doften hen henen, zacht.

    De avond was gerezen,
    de dag zacht uitgegaan,
    de maan en sterren rezen
    aan hoge, stille baan.

    Een bonte vlucht (1911)

    schrijver

    19-05-2014 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gestorven
    Wubbo Ockels is  vandaag heen gegaan...ik ben er even stil bij blijven staan!
    Gestorven
     
    Ook hij is gestorven
    De man van de ruimte
    Hij ging als natuurkundige voort
    En ging zomaar de ruimte in
    Is het een gewin?
    Ja, hij had het met dit alles naar zijn zin
    Maar nu heeft ook hij het leven afgelegd
    En blijft de herinnering over
    Wat we ook mogen zijn in het leven
    Aan alle leven komt een einde
    Hoe bijzonder het ook zijn mocht
    Hij heeft gevochten om te blijven
    Vele keren is hij aan de dood ontsnapt
    Maar er is één keer
    Dan komt de dood je toch halen
    En dan zijn er niet meer die ruimteverhalen
    Ook dan is dit allemaal voorbij
    Mensen om hem heen waren met hem blij
    Hij was voor hen een bijzonder mens
    Maar hoe bijzonder ook
    Hij is de weg van alle vlees gegaan
    Nu is ook het leven voor hem vergaan!
     

    18-05-2014 om 21:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!