Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    31-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leven
    Een gedicht van W.J. van Zeggelen 1811-1879

    De Prikkels van het Leven.

    De mens schept zich duizend behoeften,
    Dat ligt in zijn werkzame geest,
    Maar de een maakt hem schepper en koning
    En de ander tot slaaf, ja tot beest.
    Behoefte aan volmaking veredelt,
    Behoefte aan ontwijding verneert;
    De een put hier zijn kracht uit ontbering,
    Waar de ander bij weelde verteert.
    De rijkdom ligt niet in het 'hebben'.
    De schat schuilt soms diep in 't gemoed;
    Een vader van rijken en armen
    Biedt weldaad in zuur en in zoet.
    Hij legde in de vorming van 't schepsel
    De zaden van geest en vernuft,
    Hun stengel vraagt strijden en werken,
    Hun bloem groeit licht ijdel en wuft.
    Een zucht naar genot en genoegen -
    Aan wie is ze t' enemaal vreemd!
    Laas, dat men, om 't leven te grijpen,
    De dood vaak ten handvatsel neemt.
    Daar ligt op ons pad zo veel edels,
    Dat ons naar iets hogers verwijst;
    Gelukkig, wanneer daar van binnen
    De prikkel van 't goede in ons rijst.
    Daar kruipt in ons hart ook een wormpje,
    Dat, klein, zijn ontstaan noô verraadt,
    Maar dat ongemoeid tot een slang groeit,
    Die vorm is de prikkel van 't kwaad.
    De prikkels van 't goede te kweken,
    Dat vordert elk blijvend genot,
    De prikkels van 't kwade te doden,
    Dat eist ons bestaan en ons lot.
    Het goed brengt zijn eigen beloning,
    Het kwaad is zich zelve ten straf:
    Wie strijdt voor het goede in het leven,
    Plant bloemen, die bloeien op 't graf.

    1858.

    schrijver

    31-01-2014 om 22:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mijmering
    Een gedicht Emile Verhaeren 1855-1916
    Ieder uur van mijmering

    Ieder uur van mijmering over je goedheid,
    Zo vanzelfsprekend grondeloos,
    Smelt ik weg in gebeden naar jou.

    Zo laat ben ik gekomen
    Naar de tederheid van je blik,
    En van zo ver naar je uitgestrekte handen,
    Stilletjes, doorheen ruimte en tijd.

    Ik had in mij zoveel weerbarstig roest
    Dat uit mij wegvrat, met gulzige tanden,
    Het vertrouwen.

    Ik was zo loom, ik was zo moe,
    Ik was van wantrouwen zo oud,
    Ik was zo loom, ik was zo moe
    Van het dwaalspoor van al mijn passen.

    Zo weinig verdiende ik de wondere vreugde
    Van je voeten die mijn weg verlichten,
    Dat ik er nog van sidder, in tranen haast,
    En voortaan nederig blijf, nabij zoveel geluk.

    ---------------------------------------------
    Vertaling: Julien De Mey.

    Les Heures Claires, 1896.

    schrijver

    30-01-2014 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moederland
    Een gedicht van Giza Ritsch 1869-1942

    Mijn moederland

    Mijn moederland, het land van de wijn,
    Mijn moederland, graag wou ik bij U zijn.
    Mijn harte weent, het verlangen slaapt,
    Maar de hoop in mij, zij wacht en waakt.
    Mijn moederland, gescheiden van U,
    Zing ik mijne liedjes nu.
    Doch Uw schijn licht mij van ver
    En de hoop leidt mij als een mooie ster.
    Op duin en heide zwerf ik hier,
    Mijn liedren stijgen trots en fier.
    Hier drong zich de liefde in het harte mij
    En de hoop in mij zingt zacht en blij!
    Mijn moederland, het land van de wijn,
    Mijn moederland, graag wou ik bij U zijn.

    schrijver

    29-01-2014 om 13:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winterlaan
    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    Winterlaan.

    Hoe lijkwit ligt de rechte winterlaan,
    Waar zwarte bomen, in verstijfd gebaar
    Van stroeve droefheid, strekken naar de klaar-
    Kristallen hemel de arme', als riepen ze aan
    De oktoberzon, die ze op een gouden baar,
    Bestrooid met rode en gele rozen, gaan
    Ten groeve zagen! Kon die zon weerstaan
    De klacht der bomen, zag zij ze even maar?

    Doch marmerhard is 't hart der winterzon:
    Haar scherpe schichten schittren louter kou,
    Nuchter vernuft, geen warme liefdebron.

    En de een'ge kleur in 't blank en zwart van rouw
    Is, donkre bloedvlek op de horizon,
    Droefrood, de mantel van een vissersvrouw.

    Verzen

    schrijver

    28-01-2014 om 21:16 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voorbereiding
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Voorbereiding.

    Wilt ge een welig land bezaaien,
    Zuiver 't eerst van 't wilde kruid;
    Ruk de heesterwortels uit,
    Om de korenoogst te maaien.
    Zoeter is des bietjens zweet,
    Als men eerst in alsem beet.

    't Starrenlicht heeft schoner luister,
    Na het bulderend geluid
    Van het regenbrengend Zuid.
    Lucifer verjaagt het duister,
    Eer de schone Dageraad
    Haar gespan ter heirbaan laat.

    Leer ook eerst het valse kennen,
    En uw hals het juk ontwennen,
    Daar gij aan gekluisterd zijt;
    Dat ge dan met vrijer zinnen
    't Ware goed moogt leren minnen,
    Van beneveling bevrijd.

    schrijver

    27-01-2014 om 14:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontchoogeld
    Een gedicht van Omar Karel de Laey 1876-1909

    Ontgoocheld.

    'k Had - ik weet het was vermetel -
    over tijd het vast gedacht
    Phoebus te beschrijven, Phoebus
    en zijn gouden morgenpracht.

    Doch, ik moet bekennen dat ik
    de eerste klaarte van de dag,
    elders nooit - ik vraag excuse -
    dan in bedde, rijzen zag.

    'k Wilde dus, de visu, weten
    hoe dat Phoebus stralenmacht,
    's ochtends in gevecht komt met de
    zwarte kinders van de nacht.

    't Was op ene lentemorgen,
    talrijk zijn die morgens niet,
    dat mij Morpheus - hoogst gelukkig -
    vroeg genoeg ontwaken liet.

    Ik ontwaakte, en duizelachtig,
    bijna zonder kleedren aan,
    klaar van haaste, liep ik buiten,
    buiten in de koude staan.

    Achter tien minuten wachtens,
    lag er langs de Oosterkant
    door de purpren duisternissen,
    een gestriemde rode band.

    Dan, de zonne stak allengskens
    hare dikke waterkop,
    lijk een gloeiende ijzren schijve,
    tussen 't groen der bomen op.

    Dit was alles; 'k stond te bibbren
    en beklaagde deerlijk dat,
    tegen Phoebus koude, ik mijne
    warme slaap verwisseld had.

    Hieruit trek ik geen besluiten,
    maar ik raad eenieder aan,
    de idealen van de dichters
    nooit de visu na te gaan.

    ------------------------------
    Phoebus - god van de zon
    de visu (latijn) - (zien) met eigen ogen
    Morpheus - god van de slaap

    schrijver

    26-01-2014 om 17:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meisje
    Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932

    AAN EEN MEISJE

    0 zeg mij, vriendlijk meisje!
    Is 't u slechts naar de zin
    Als ik mijn harte toesluit
    Voor wat ik meest bemin?

    Als ik mijzelf koelbloedig
    Mijn levenslust ontroof
    De gloed die in mij brandde
    Met eigen hand verdoof

    Als ik met koele wijsheid
    Mijn jonge hartstocht tem,
    Als ik niet meer wil horen
    Mijns harte zoete stem.

    Als ik mijn borst verscheurde
    Met stoïcijnse moed -
    0 spreek, mijn vriendlijk meisje!
    Dan deed ik zeker goed?

    Nog ga ik door het leven
    In vreugd en vrolijkheid
    De wereld met haar schoonheid
    Ligt voor mij uitgebreid.

    Mijn bloed gaat nog niet langzaam         
    In trage lauwe rust
    Het tintelt in mijn aadren
    Van louter levenslust

    Ik zie veel duizend dingen
    Op mijne levensbaan
    Het goede en het schone
    Het trekt mij krachtig aan.

    Goddank! dat nog mijn polsslag
    Niet even snel steeds gaat
    Goddank! dat nog 't onstuimig bloed           
    Mijn zielstoestand verraadt.

    Mijn hart heeft liefde nodig
    Gelijk een bloem de zon -
    Moet ik het dan verstenen
    Waar het u minnen kon?

    De jonge plant der liefde
    Zo welig opgegroeid
    Moet zij met tak en wortel
    Voor immer uitgeroeid?


    1876

    Jeugd-verzen (1926)

    schrijver

    25-01-2014 om 16:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.snelducht
    Een gedicht van Alberdinck Thijm 1820-1889

    SNELDICHT.

    1.

    't Is jammer, daar zijn doornen aan de rozen!
    Zo klaagt de pessimist, naar 't redeloos gebruik.
    Wij danken God, dat Hij, voor braven en voor bozen,
    Met schone rozen siert de wrede doornestruik.

    2.

    ,,Voor allen Vrijheid!" eist de meerderheid der kranten. ,,Althans," zo gaan zij voort, „voor onze geestverwanten."

    3.

    ,,Ik denk, dus ben ik," spreekt de keur der theoristen.
    ,,'k Bemin, dus zal ik zijn," vervoegt ter-stond de Christen.

    schrijver

    24-01-2014 om 13:12 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vlammetje

    Een gedicht van Pol de Mont 1857-1931

    Een purperen vlammetje

    Een purperen vlammetje,
    kreitst en kranst
    een vlinder, een vuurrode vlinder,
    en glanzedanst
    en zwiert en zwaait
    en licht en laait

    nu hier dan ginder,
    doch komt en keert altoos, altoos
    naar de zelfde roos!

    Duizend bloemen met open monde,
    duizend bloemen geuren in 't ronde...
    De vlammende vlinder ziet er één
    en anders geen!
    Het purperen vonkje kreitst en kranst
    en glanzedanst
    daarheen
    alleen!

    Die roos ben jij,
    de vlinder... mijn gedachte!
    Bedroefd of blij,
    zó dag als nachte
    bij jou is hij!

    Zomervlammen (1920)


    schrijver

     
     
     
     

    23-01-2014 om 13:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winterstilte
    Een gedicht vsan Jacqueline van der Waals 1868-1922
     
     

    WINTERSTILTE

    De grond is wit, de nevel wit,
    De wolken, waar nog sneeuw in zit,
    Zijn wit, dat zacht vergrijzelt.
    Het fijngetakt geboomte zit
    Met witte rijp beijzeld.

    De boom houdt zich behoedzaam stil,
    Dat niet het minste takgetril
    't Kristallen kunstwerk breke,
    De klank zelfs van mijn schreden wil
    Zich in de sneeuw versteken.

    De grond is wit, de nevel wit,
    Wat zwijgend toverland is dit?
    Wat hemel loop ik onder?
    Ik vouw de handen en aanbid
    Dit grootse, stille wonder.

    schrijver

     
     
     

    21-01-2014 om 17:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dood

    Een gedicht van Margtiet van Essen 1751-1793

    Aan de dood

    Slechts een slaaf der lusten schildert
    U zo vreselijk en wreed!
    Hij die gans verlaagd, verwilderd,
    Van geen angst of tranen weet.

    Mild en vriendlijk komt gij tegen
    ’t Bloedend hart – o dood! hoe streelt
    Arme strijdren, op hun wegen,
    Menigmaal, uw vreselijk beeld!

    Gij voert hen, in stiller streken.
    Hier gaan ze onder  ’t kruis gebukt,
    Hier zijn ze onder het pak bezweken,
    Dat hun zwakke schouders drukt!

    Zij gebruiken schild - noch wapen,
    ’t Hoofd is hun van ’t schreien warm –
    Ach! En onbekommerd slapen
    Zij zo zacht in uwe arm.

    schrijver

    20-01-2014 om 16:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lezeressen
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    AAN ENE MIJNER LEZERESSEN.

    Ach! wat kust ge deze verzen,
    Lieve schone, kus ze niet:
    Of zijn verzen zo veel waardig,
    Wees dan, schone, wees rechtvaardig,
    Ik ben louter minnelied!

    schrijver

    19-01-2014 om 21:25 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtegalen

    Een gedicht van Hein Boeken 1861-1933

     

     

    Nachtegalen

    Ik leef in nacht, maar mane-schijn is buiten,
    Die leeft in twinkelende vooglen-slag,
    Ik zie hem schijnen door de onzichtbre ruiten,
    Ik wacht, maar ik verlang niet naar de dag

    Ondergedompeld wezend ganslijk, ach!
    In dit zwart meer, o liefelijk geluid en
    Wat uit zwart donkre spiegel òp komt fluiten,
    Licht-lieve volk in wat àl duister zag,

    Gij komt òp-duikend in lucht' legerscharen,
    Licht-glans-gewapend in dees donkre wereld,

    O lieve, o onverwachte, o lichte paren,
    U stortend willend golfje in zee bepareld.

    Het donker blijft en blijft, mij wèl welkomme,
    Zwart donkre flonker-grot is om me en om me.

    schrijver

    18-01-2014 om 17:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lichte Willem

    Een gedicht van Adriaan Loosjes 1761-1818

     

    Lichte Willem.

    Wijs: Hoe lang zal ik bedroefde minnaar blijven.

    Wel daar ben ik recht pover afgekomen,
    Wat was die meid een sier en spijtig ding,
    Ja zij scheen zelf mijn dreigen niet te schromen.
    Omdat ik maar een kleinigheid beging,
    Heeft zij terstond een talhout opgenomen,
    ‘Acht gij mij dan', dus sprak zij, 'zo gering.

    Wel snode vent! ik voel mijn leden beven,
    Is dat manier'.. Toen werd ik ook wat kwaad,
    En ik begon ook vuil bescheid te geven,
    Maar wat ik sprak, zij gloeide als een karnaat.
    ‘Weg', riep ze toen, 'of vrees zelf voor je leven,
    Ondeugend mens, die'k als een duivel haat'.

    Toen trok ik af, en ben voorwaar bewogen,
    Met welk een moed beschermde zij haar eer.
    Ik heb er veel, 'k beken het, reeds bedrogen,
    Maar nimmer bood een zoveel tegenweer.
    'k Werd waarlijk bang voor 't gloeien van haar ogen,
    En sloeg voor 't eerst beschaamd mijn ogen neer.

    Zot, die ik ben, nu heb ik haar verloren.
    En ik had zelf tot vrouw wel zin in haar,
    Een beter man zal zeker haar bekoren,
    En ik, helaas! ik zwerf vast hier en daar,
    Och was mij ook een brave vrouw beschoren.
    Wat word ik hier een knaging thans gewaar.

    Als ik nu mij wat beter ga gedragen,
    Dan vind ik licht nog eens een brave vrouw.
    Kom! ik zal dan geen meisjes meer belagen,
    Maar bieden een mijn hand en hart op trouw,
    En Kaatje zal ik om vergifnis vragen,
    Ja tonen haar een ongeveinsd berouw.

    Volks lieden-boek (1785)

    schrijver

     

     

     

     

    17-01-2014 om 21:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poëzie

    Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924

     

    En ik herken haar! De Geest der Poëzie

    En ik herken haar! De Geest der Poëzie,
    Die altijd was', der Mensheid hoogst Genie,
    't Streven der Mensheid naar oneindge Vrijheid
    En daardoor ook haar oneindige Blijheid.

    Ik ken haar. Zij is mijn gouden Geliefde
    Uit de Poëten der wereld, gouden vreugd.
    Ik ken haar. Zij was in mijn gouden jeugd,
    Van mijn geboorte af, mijn één'ge Liefde.

    Maar hoe onmetelijk is zij veranderd!
    Zij omstraalt nu rondom de gehele aarde,
    Oneindig gouder, lichter, is haar licht,
    De ganse Mensheid is nu haar gedicht,

    Oneindig is de Vrijheid die haar baarde. -
    En toch, Geliefde, gij zijt niet veranderd.

    schrijver

    15-01-2014 om 19:20 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geluk
    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924
    HET TOEVALLIG GELUK

    Door de nachtelijke stad,
    Langs verlaten wegen,
    Vult mijn geest zich met de schat
    Van een stille zegen.
    Nog gebogen door de druk
    Van het mensenleven,
    Vind ik menselijk geluk,
    Waar geen mensen streven.
    Uit het troosteloze zwart
    En uit donkre hoeken
    Daalt de vrede in mijn hart,
    Dat moe is van zoeken.

    schrijver

    14-01-2014 om 19:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrij
    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    VRIJ NAAR CATULLUS' 51ste CARMEN.

    Een God zou mij 't geluk benijden,
    Als ik door uwe blik geboeid,
    Mij in uw liefde mocht verblijden,
    In geestdrift voor uw schoon ontgloeid.

    Met lieflijkheden overtogen,
    Hebt gij door uwe zilv'ren lach,
    Door 't glinst'ren van uw vlammende ogen
    Mijn wil verlamd van dag tot dag.

    Gij hebt de denkkracht mij ontnomen,
    Gij hebt mijn oog gehuld in nacht;
    Ach! hoever moet het met mij komen,
    Gekluisterd zó in uwe macht?

    Gij deed verstommen de gebeden,
    Die opwaarts welden uit mijn hart;
    Gij hebt door uw bekoorlijkheden
    Mijn zinnen altemaal verward.

    'k Hoor niets meer in mijn oren ruisen
    Dan uwer stemme zoet geluid;
    'k Voel door mijn bloed een vuurstroom bruisen,
    Die door geen rede wordt gestuit.

    schrijver

    12-01-2014 om 17:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de nachtegaal
    Een gedicht van Alex Gutteling 1884-1910
     

    De Nachtegaal

    Zong daar de nachtegaal? De gouden maan
    Drijft droomrig in een wolk, blond van haar glans,
    Door 't blauw, zo blauw als maar één enkle maal
    De zee was, kalm, toen Afrodites lijf
    In goudschelp stijgend als die maanschijf rond
    Een kring van lichtend schuim om 't ranke bootje
    Deed glinstren, als dat wolkje donzig-teer...

    Zong daar de nachtegaal? Hoort gij hem, liefste?
    In 't berkenbosje of 't lage hout verscholen
    Doet hij zijn trillende en toch klare tonen
    Vragen en klagen, ach, zo vol van dromen
    Als 't bleke luchtrood achter zilverbomen,
    Ach, als mijn ziel, die eens ook teder zong...
    Liefste, is ons leven niet een wondre droom?

    De dagen zijn een hooge en grijze laan,
    Waardoor wij hand in hand tevreden lopen,
    Glimlachend vaak, wanneer we elkanders ogen
    Zien flonkren van een kalme manestraal...
    Maar soms, uit 't bos, lokt ons een zoet gefluit
    En 't kwinkeleren in dien dromentuin
    Doet ons ontroerd elkaar in de armen zinken...

    Zong daar de nachtegaal? O, dat ook mijn zang
    Weer liefelijk en droomrig-teder klinke,
    Maar niet meer vragend, klagend, doch een lente
    Van jubeltonen in zijn ritmen dragend,
    Tot een verkonding van ons diep geluk!

    schrijver

    09-01-2014 om 21:25 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zachte

    Een gedicht van Matie Boddaert 1844-1914

     

     

    Van zachte waatren.

    Zij komen geschoven, zoetjes geschoven,
    Hobbelbobbel, kristallig klaar,
    Met korte klokjes even naar boven,
    Zijigjes achter en naast elkaar;
    Van ver weg, langs stille vlakte,
    Uit diepe, koele, milde wel,
    Droomrig groen onder 't groen getakte,
    Zonnighel onder 't zonnespel;
    Dommelzacht in den schaduwdommel,
    Waar 't langs 't bruine huisje glijdt;
    Vaagjes slaande met licht geschommel
    Tegen des vondertjes vastigheid;
    Even fronslend om een voetje,
    Spiegelwiegelend het beeld
    Van klein mensje, een kindersnoetje,
    Waar veel warig haar om speelt;
    Dan àl glans weer tussen wije
    Groene weideweelden voort,
    Naar 't afdalend blauwe vrije,
    Waar een zilvrig stadje gloort;

    Blanker, klaarder - o zo'n lange
    Baan van tintelvrolijk licht,
    Zonne's volheid opgevangen:
    Blijend heel het vergezicht!
    Altijd verder, zachtjes, zoetjes
    In breedvredig voortgewoel:
    Waatren stil op glanzevoetjes
    Eén van zin naar 't verre doel....

    Serena (1898) Liedjes

    schrijver

    08-01-2014 om 21:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.beeld

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    VAN EEN LIEF VROUWENBEELD.

    Gij, fris on lieflijk vrouwenbeeld,
    Geboren op de Vlaamse wei,
    Gij, die gemoed en harte streelt,
    Als de eerste schone dag van Mei,
    Zo zoet!

    De gele golven van de Scheld'
    Gelijken uwer lokkenpracht;
    Uw wang, een geurige roos uit 't veld,
    Waarop de zielenvrede lacht
    Vol gloed!

    Uw gang is licht gelijk de wind,
    Uw lichaam slank als ene slang,
    Gij dartelt als een argloos kind,
    Dat springt door haag en bloemenhang,
    Vol glans!

    Hoe klinkt uw stem, hoe rolt uw woord,
    Een zuiver Vlaams en rein akkoord,
    Dat meest nog mijne ziel bekoort,
    Omdat uw hart niet werd vermoord
    Door 't Frans.

    schrijver

    07-01-2014 om 21:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nacht

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    De nacht, de zwoele nacht

    De nacht, de zwoele nacht heeft me als een wijn bevangen.
    Terwijl een schijnen-rijke wâ mijn brein omwindt,
    komt uit de diept geen dageraad mij tegen-langen,
    omvangt me een woel'ge duisternisse die mij bindt.

    Ik ben geen bake; geen verwijlen, geen verbeiden;
    geen duizeling van hoop, geen duizeling van dood.
    Ik ben alleen, bij holle ontstentenis van lijden,
    ik ben niet meer dan lijdelijk een moeder-schoot.

    schrijver

    06-01-2014 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sinds

    Een gedicht van Jacqueline van der Waals 1868-1922

     

    Sinds ik het weet...

    Sinds ik het weet - ik weet het wel, ofschoon
    Nog onder ons angstvallig wordt ontweken,
    Het boze woord te noemen, dat bij 't spreken
    Lacht ruw of wat onzuiver klinkt van toon, -

    Sinds ik het weet, werd mij de overvloed,
    De schoonheid en de zoetheid aller dingen,
    Die mij alom omgeuren en omringen,
    Nog wèl zo liefelijk en wèl zo zoet,

    Sinds ik het weet, schijnt mij de atmosfeer
    Doorwasemd en doorgeurd van zoele togen,
    Het is of ieder zintuig en vermogen
    Nog fijner werd en scherper dan weleer,

    Sinds ik het weet, treed ik, wie ik ontmoet,
    De vreemden en de vrienden op mijn wegen,
    Ontroerder en vertrouwelijker tegen,
    En 'k groet ze met een vriendelijker groet,

    Sinds ik het weet, is God mij meer nabij
    En vaak, in d'ernst van 't aardse spel verloren,
    Zo ernstig en zo diep als ooit te voren,
    Gevoel ik plots Gods glimlach over mij.

    schrijver

    05-01-2014 om 22:09 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondvloed

    Een gedicht van Jacobus Revius 1586-1658

    Zondvloed Monosyllabi.

    Hoog en lang,
    Diep van gang,
    Breed en stark
    Was de Ark:
    Daar in klam
    Sem en Cham,
    Met zijn Broer,
    Vaêr en Moer,
    En nog die
    Wijfs daar bie.
    Al het vee
    Had daar stee,
    Hert en Hind',
    Brak en Wind',
    Peerd en Os,
    Haas en Vos,
    Beer en Leeuw,
    Roek en Spreeuw,
    Los en Das
    Hier ook was.
    Uil en Aap,
    Bok en Schaap,
    Ooi en Ram
    Daar in klam.
    Hen en Haan,
    Specht en Kraan,
    Duif en Pauw,
    Meerl en Kauw,
    Mus en Vink
    Daar in gink.
    Raaf en Gier
    Vond men hier.
    Kraai en Snip
    Sprong in 't schip.
    Valk en Struis
    Lag daar t'huis.
    Draak en Slang
    Men hier dwang.
    Hond en Kat,
    Muis en Rat,
    Kwaad en goed,
    Fel en zoet,
    Groot en klein,
    Vuil en rein;
    Al wat vloog
    In het droog,
    Al wat kroop,
    Of zijn loop
    Had op 't land
    Kwam ter hand.
    Wat men niet
    In en liet
    Mens en Beest
    Gaf de geest
    In de grond,
    Om de zond',
    Die het al
    Bracht ten val.
    Paar en paar
    Steeg daar naar
    Weer van boord,
    Na Gods woord,
    Die liet af
    Van zijn straf.

    Hem, de Heer,
    Zij de eer.

    -----------------
    Zondvloed - zie het verhaal van de ark in de Bijbel: Genesis 6-8
    Monosyllabi: (vers bestaande uit) eenlettergrepige woorden.

    nog drie wijfs: nl. die van Sem, Cham en Jafeth.
    brak - jachthond
    wind'- windhond
    ter  hand - volgzaam
    fel en zoet - bloeddorstig en zachtaardig
    in de grond -  op aarde
    in het droog - op het land
    daar naar - daarna
    liet af - afzag

    Over-ysselsche Sangen en Dichten (1630)

    schrijver

    04-01-2014 om 19:14 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.missus
    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899
     
    Missus est Angelus...

    Kom, kom, keerselicht ontsteken,
    eer de nacht aan 't wijken gaat,
    hoort gij 't haantje lustig preken?
    Kom, sta op, de klokke slaat!

    't Is Gods Engel die 't verkondigt,
    dat Messias u verwacht,
    die gedoold hebt, die gezondigd,

    dag en nacht!

    Missus est ..., de gulden Messe en
    valt maar eens in gans het jaar;
    komt, ontwijkt de duisternessen
    van de nacht, en gaan we ernaar!

    't Is Gods Engel...

    "Wees gegroet, o vol genaden!"
    voortgebaand, op Gods gelee,
    diepe en vastgedamde paden,
    door de vers gevallen snee!

    't Is Gods Engel...

    Heel de kerke, bin en buiten,
    spreidt, o helder nachtgezicht! dóór
    de bontgebrande ruiten,
    't duizendverwig keerselicht!

    't Is Gods Engel...

    Ja, het Woord is vlees geworden,
    gulden Messe, en uw gestraal
    geeft de eeuwenlang verdorden
    mensenboom weer zegepraal!

    't Is Gods Engel...


    1883

    schrijver

     
     
     

    02-01-2014 om 18:56 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avondstond
    Een gedicht van Rhijnvis Feith 1753-1824
     
     

    BESPIEGELING BIJ ENE AVONDSTOND.

    Aan ene stille vliet gezeten
    Waar 't avondrood mij zacht omschijnt,
    En langzaam aan de effen hemel
    In telkens bleker stralen kwijnt,
    Denk ik de jaren, die verdwenen
    Als de eeuwig voortgestuwde baar
    En tranen zwellen in mijne ogen,
    En treurig eenzaam zit ik daar.
    't Wordt alles scheemring om mij henen,
    En ijlings schijnt de lieve dood
    Mij minzaam, teder aan te lachen
    In 't zachtverkwijnend avondrood.
    Hij toont mij 't koele land der ruste,
    Waar de ongestoorde vrede blinkt,
    Of hier de voorspoed rozen regent,
    Of de aarde bloed en tranen drinkt.
    Dáár wordt geen dwingland meer gevonden,
    Geen slaaf, die voor zijn oogwenk beeft;
    Dáár wordt geen grootheid ooit gehuldigd,
    Dan die de deugd tot grondzuil heeft.
    Dáár zal de vriendschap eeuwig wezen,
    Waar eigenbaat en dwaling vliedt;
    Dáár juicht de nooit verdoofbre Liefde,
    En bange scheiding woont er niet.
    0, wijkplaats voor het eenzaam harte,
    Dat alles, wat het minde, derft,
    En bij het zoet en wreed herdenken,
    Hier daaglijks duizend doden sterft!

    Ja, menig puikroos teelt deze aarde,
    Maar, ach! nauw boeit zich 't hart er aan,
    Of spoedig schroeit de zon haar bladen,
    En zij verwelkt op onze paân.
    Ik had een vaderland voor deze,
    Dat mij zo teer aan zich verbond;
    Ik zag het voor mijn oog verzinken,
    En treurde op enen vreemde grond;
    Mijn hart had lieve, dierbre vrienden,
    Zij scheurden van mijn hart zich af;
    Ik zag voor 't laatst hen op de bare,
    En volgde snikkend hen naar 't graf.
    Al wat ons 't aanzijn eens deed minnen,
    Geliefden, Oudren, Kindren, Gâ,
    Het zwijmt daarheen - het einde is derven,
    En 't scheurend harte weent het na.
    0, dood! dan is uw schrik geweken,
    Dan hebt gij niets, waar 't hart voor beeft,
    Dan zijt ge een Engel van Gods liefde,
    Die ons aan de onzen wedergeeft.
    Dan denkt de ziel aan u met weelde
    Als aan een koele laafnisbron,
    En voelt, dat slechts de beste Vader
    U aan deze aarde schenken kon.
    Dan zijt ge ons, wat de matte pelgrim
    De slaap is na een lange nood.
    Wij strekken u onze armen tegen,
    En zinken vrolijk in uw schoot.

    schrijver

     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     

    01-01-2014 om 18:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!