Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    31-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijheid

    Een gedicht vasn Emanuel Hiel 1834-1899

    Vrijheid, wie heeft niet aan u gedroomd?

    Vrijheid, wie heeft niet aan u gedroomd?
    Als de zonne de aarde kussen koomt,
    Stijgt de vogel zingend in de lucht:
    Vrijheid! kweelt hij, vrijheid, wees gegroet!
    Doch de mens ontwaakt, hij blikt... en zucht.

    Heet als zonnegloed,
    Bruist door zijn gemoed,
    Vrijheid, uw geliefde vlammenvloed!
    Doch de mens ontwaakt, hij blikt... en zucht.

    Ziet hij daar niet sterkten rijzen in de lucht,
    Dreigend als bevrachte donderwolken?
    Scherpt men 't zwaard niet op de rug der volken,
    Wijl de legers te allen kant als slangen krielen,
    Om de vrijheid in hun schakels te vernielen?

    schrijver

    31-03-2015 om 22:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.loofvuren

    Een gedicht van V. de Meyere 1873-1938

    LOOFVUREN

    Als het avond, half september,
    Om de dorpen, rommedom,
    Door het waas der avondscheemring,
    Smokend, knettrend vuur alom!

    Op het land, na duchtig werken,
    Viert men vreugd met luid gezang
    En 't patatten-loof het vuurt er
    Overal met hoge vlam.

    Groot en spokend zie 'k de schimmen
    Van het zingend boerenvolk
    Om de vuren weemlen, woelen,
    Rood-belaaid en zwart-omwolkt.

    O ik zie, zó ver ik zien kan,
    In die spokerige schijn,
    't Boerenvolk al springend, dansend,
    Dol en wild rumoerend zijn!

    Verzen (1894)

    schrijver

    30-03-2015 om 21:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afscheid

    Een gedicht van Gentil Antheunis 1840-1907

    Afscheid

    Dus is eindlijk 't uur geslagen,
    't Lang gevreesde, droevig uur!
    'k Voel mijn hart onstuimig jagen;
    Ach! wat kost me uw afscheid duur.
    Tranen wellen in mijn ogen
    Bij het zingen van mijn lied;
    Denk aan mij in uw gebeden,
    Liefste, neen, vergeet mij niet.

    Als de koele lente weder
    De aarde siert met bloem en vrucht;
    Als het lieve zuidenwindje
    In het trillend lover zucht,
    Zal het soms mijn naam u lisp'len,
    Zoet als 't murm'len van de vliet;
    Denk aan mij in uw gebeden,
    Liefste, neen, vergeet mij niet.

    Als de gure winter nogmaals
    De aarde blad en bloesems rooft,
    En gij eenzaam zit te mijm'ren
    Met ter neer gebogen hoofd;
    Als de lange kruipende avond
    Vele droeve stonden biedt,
    Denk aan mij, die steeds u lief heb,
    Liefste, neen, vergeet mij niet.

    Als u God in 't stille klooster
    Tot zijn bruid verkiezen zal,
    Zoek mij soms in uwe dromen;
    Maar in uw gebed vooral
    Dat mijn naam soms uwe lippen
    Stil aan 't altaar Gods ontvlied',
    Denk aan mij, die steeds u lief heb,
    Liefste, neen, vergeet mij niet.

    Als uw teerbeminde bruîgom
    In uw boezem nederdaalt,
    En de vlamme zijner liefde
    U uit hart en ogen straalt;
    Als ge, van geluk schier zwijmend,
    Reeds der zaal'gen lot geniet;
    Denk aan mij in uw gebeden,
    Liefste, neen, vergeet mij niet.

    Als daar alles in aanbidding
    Nederknielt voor God en zwijgt,
    En uw maagdelijke bede
    Geurig met de wierook stijgt;
    In zijn kronkelende walmen
    Droom somtijds dat gij mij ziet;
    Denk aan onze kinderjaren,
    Liefste, neen, vergeet mij niet.

    Als uw laatste dag zal komen,
    En als de engel van de dood
    Uwe zwanenblanke ziele
    Dragen zal in Godes schoot;
    Werp nog eens uw englenogen
    Op de zanger van dees lied;
    Liefste, neen, vergeet uw broeder
    Ook in 's Heeren woning niet.

    Uit het hart (1874)

    schrijver

    29-03-2015 om 19:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bui
    Een gedicht van Jacob Winkler Prins

    Bui

    Grimmig snellen rondgerolde wolken,
    Eindeloos grote kluwens, aan door 't blauw.
    Doodse stilte! Toch, ze naadren gauw,
    Scherp weerspiegeld in de molenkolken.

    Schelle fonkling van miljoenen dolken;
    Dan de donder; en, van regen lauw,
    Schudt de wind de hechte molenbouw,
    Loeit het rund, dat wegvlucht, ongemolken.

    Zuiver, als geslepen edelstenen
    In een rand van donker goud gevat,
    Spiedt de klaproos door de halmen henen,

    Glanst de koornbloem helder na het bad;
    En het paard, met glimmend stijve benen,
    Scheert de klaver, koel en druipend nat.

    Sonnetten (1885)

    schrijver

    28-03-2015 om 19:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.pietje

    Een gedicht van Cornelis Honigh 1846-1896

    Pietje Weetal.

    ‘o, Jongens, weet jelui er van? -’
    Neen, Piet. Zeg op, wat is het dan?
    ‘Straks was er brand bij ons in huis.’
    Waardoor kwam 't aan? - ‘Ja, 't zit niet pluis:
    Met opzet heeft de meid 't gedaan.’
    o Foei, dat zal haar slecht vergaan.
    En was 't verbrande heel veel waard?
    ‘o, 't Was maar brandhout op de haard.’
    Och kom, als jij niets beters weet,
    Neem in 't vervolg dan and'ren beet.

    ‘Nu ja, dit was een grapje maar,
    Doch wat ik nu vertel, is waar.
    Ik hoorde, als Vader 't krantje las,
    Dat gistren Spanje in opstand was.’ -
    Verschriklijk! Waarom is 't gedaan?
    ‘Daar 's morgens elk toch op moest staan.’
    Loop heen. - ‘Neen, nu geen gekkernij,
    ‘Maar weet je al van de kloppartij?’
    Ja, slaag kreeg jij van Vaders stok.
    ‘Neen, 't was, toen 't acht sloeg op de klok.’

    Dat is voor 't laatst. ‘Eén nieuwtje nog.’
    Vertel 't maar niet, je fopt ons toch.
    ‘'t Is heus.’ Wat heb je dan gehoord?
    ‘Van morgen is er één vermoord.’
    En wie? - ‘Een, die met borstels liep.’
    Waarom? - ‘Ja, of hij aaklig riep,
    ‘Een vent, die hem de doodsteek gaf,
    Nam hem toen al zijn borstels af
    En smeet - de bloed was toen al stijf -
    Eerst kokend water hem op 't lijf.’

    Foei, kippenvel krijg ik er van,
    ‘Ja, erger nog deed toen die man,
    Hij hing de dode aan een leer,
    Het hoofd hing naar beneden neer.’
    Houd op. - ‘En, wat er nu geschiedt,
    ‘Vertellen kan ik 't bijna niet.
    Aan stukken wordt het lijf gehakt,
    En in de pekelton gepakt.’
    Verschriklijk, eten zij er van?
    ‘Lust jij dan niet van 't varken, Jan?’

    Kijkjes in 't rond (1881)

    schrijver

    27-03-2015 om 21:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schilderkunst
    Een gedicht van Hubert Poot 1689-1733

    Schilderkunst.

    O Lente, buig uw hooft, bekranst met schone bloemen,
    Als gij de Schilderkunst ziet pralen of hoort noemen:
    Uw kleuren, met de dauw des dageraads belaên,
    Bezwijken voor de gloed der zomerzonneraên,
    Daar in het tegendeel de glans der schilderverven
    Onsterflijk is van aard, en alles hoedt voor sterven.
    Hoe geestig wordt de zin betoverd en verlet
    Als ons Apel onthaalt op heilig oogbanket!
    Natuur verwondert zich, en toont beschaamde kaken
    Omdat het kunstpenseel in allerhande zaken
    Haar volgt of overwint. O wonderbare Kunst,
    Blijf groeien, en verdien der Vorsten milde gunst.

    -------------------------------------------
    Apel = Apollo,  god van schoonheid en orde

    Vervolg der gedichten (1735)

    schrijver

    26-03-2015 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.alaba

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Alaba.

    Alaba!
    alaba!
    Blesse, Blare,
    kalf en koe,
    voort, te gare,
    toe!

    Alaba!
    alaba!
    warme wachten
    stal en stro.
    Van de grachten,
    roô!

    Alaba!
    alaba!
    braver, braver,...
    rep-je nu,
    uit de klaver,
    hu!

    Alaba!
    alaba!
    Sterre, u slaat er
    't kalf te zwaar;
    'k zie 't, ge gaat er
    naar.

    Alaba!
    alaba!
    Lies wacht Deesten
    aan de poort....
    Toe, mijn beesten,
    voort!

    Gedichten (1911)

    schrijver

    25-03-2015 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    24-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lege verte
    Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925
    Uit lege verte toegeroep

    Uit lege verte toegeroep
    men weet niet waar vandaan
    maar al aan
    blaren groen
    jongvochtig

    wat is des harten koekoekroep
    naar ene die begrijpt
    die eender is
    hoe is het leeg

    Schetsen en fragmenten

    schrijver

    24-03-2015 om 22:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gasthuis

    Een gedicht van Aagje Deken 1741-1804

    Het Gasthuis.

    de b r o e d e r.

    'k Weet niet, wat wij hier toch doen?
    Foei, het strijdt met ons fatsoen,
    In een Gasthuis rond te dwalen.
    Nauwlijks kan ik adem halen!
    Hemel! welk een nare lucht!
    Wat voor genoegen,
    Geeft u dat zwoegen
    Dat gekerm, geklaag, gezucht?

    de z u s t e r.

    Broeder, kent gij 't heil nog niet
    Dat ons 't mededogen biedt?
    Dan moet gij hier veel verkeren,
    En aldus ontferming leren.
    De mensen, die gij veracht,
    Al zijn 't geen rijken,
    Zijn ons gelijken,
    En met ons van één geslacht.

    Betje Wolff en Aagje Deken, Economische liedjes (1781)

    schrijver

    23-03-2015 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doodsgebed
    Een gedicht van Karel van der Oever 1879-1026

    DOODSGEBED

    Heer, als ik sterf
    op een december-dag;
    in het ziek laken dat ruikt!
    En mijn gezicht: geel als een raap,
    mijn baard verwoest door het zweet,
    terwijl mijn hand vol angst in het kussen plukt,
    Heer, houd dan voor mij, arm schaap,
    houd uw barmhartigheid gereed.

    Want gedurig was ik lui en dom,
    onkuis, hovaardig en zot,
    ik was gulzig aan bier- en wijnpot
    en mijn tanden bruin van de pijp.

    Heer, als ik sterf
    en mijn voeten zijn koud als glas,
    de kaars druipt op mijn hand
    en de dokter zegt: "'t Is gedaan",
    als bij de kamer-wand
    de priester bidt: "Heer, laat hem gaan",
    dat ik dan bidde:
    "Heer, neem mij in uw ontferming aan."

    schrijver

    22-03-2015 om 22:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ruth
    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    RUTH

    De lieve Ruth, de lieve Ruth!
    De dochter Moabs, de getrouwe!
    Die, zelve een droeve weduwvrouwe,
    Een weduw was tot steun en stut;
    Gezegend zij de stroom van smarte,
    Die toen haar minlijk oog vergoot,
    Toen uit Naomi’s brekend harte
    De zegen op haar nedervloot:
    „Gods liefde zij als de uwe groot!”

    Zij hief haar stemme op en zij schreide,
    En Orpa schreide en snikte als zij.
    „Nu, dochterkijns! verlaat mij beide,
    Des Heeren hand is tegen mij.”
    Als Orpa nu haar moeder kuste,
    Zo kleefde Ruth de moedloze aan:
    „Hoe zou de ik van u henengaan?
    Voor Ruth is zonder u geen ruste!
    Uw droefheid deelt zij en uw lot;
    Zij zal u sterken met haar krachten;
    Waar gij vernacht, zal zij vernachten;
    Uw volk is ’t hare, uw God haar God
    Zo iets, tenzij de dood, ons scheide,
    Zo straffe mij die God en Heer!
    Waar gij sterft legg’ men mij terneer”
    — Dus sprak de lieve Ruth, en schreide.

    In Bethlems akkers kwam zij aan;
    Zij zamelde de gerstenaren,
    Die aan de hand ontvallen waren
    Des maaiers, met haar lot begaan
    Daar vond ze in Boaz oog genade,
    Als ze aan zijn voeten rust genoot;
    Daar vond ze een Losser en een Gade;
    Daar opende haar moederschoot,
    Des Heeren liefde en zorg zijn groot.

    De naam der bitterheid van smarte
    Moest smelten in de zoete klank
    Der vreugde, bij Naomi’s dank,
    Toen zij een kleinzoon drukte aan ’t harte!
    En ’t huis van Ruth, tot heil der aard
    Moest Isrels hope zijn na dezen,
    En als van Perez vruchtbaar wezen,
    Die Thamar Juda had gebaard.
    Een Vorstenteelt sproot uit die bloede,
    Totdat, van schijnbre glans beroofd,
    Haar stam in ’t eind de Silo voedde,
    Die God de Vaadren had beloofd!
    Geloofd, verheerlijkt zij de Algoede.

    Oosterlingen, nummer VI

     

    schrijver

    21-03-2015 om 21:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.in
    Een gedicht van Dop Bles 1883-1940

    IN HOLLAND.

    Waar is de deur die openslaat
    en welkom wacht in stemgeruis? -
    waar is het hart dat opengaat?
    het was zo vroeg, het is zo laat!
    ....een eigen haard, een eigen huis....         
    In Holland staat een huis.

    In Holland staat een huis!
    Ik was een kind
    zo welgezind,
    een kind, dat alle dingen mint:
    een broze vaas vol wensen,
    ik wilde minnen mensen....
    de mensen bleven thuis
    in huis...
    In Holland staat een huis.

    In Holland staat een huis
    met vensteren en deuren
    in stille smalle straten,
    ga vrij er langs, maar klop niet aan,
    want kloppen zou niet baten.
    Dat zij, die hongeren en treuren
    stil gaan en heel gelaten
    voorbij de dichte deuren,
    waar keukens zijn, die geuren...
    en dromen van een eigen thuis:
    In Holland staat een huis.

    Waar is de deur die openslaat
    en welkom wacht in stemgeruis? -
    waar is het hart dat opengaat?
    - het was te vroeg, het is te laat!       
    Klop en men geve....: niemand thuis!
    Klop en men geve....: niemand thuis!
    In Holland, in Holland,
    In Holland staat een huis.

    Parijsche verzen (1923) Kinderliedjes

    20-03-2015 om 21:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.regennacht
    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    REGENNACHT.

    Al is er maan-vermoeden,
    De lucht is leeg,
    Des hemels baan bevloeden
    Veel wolken veeg.

    De droppen komen zijgen
    In zachte val,
    De blaân der bomen nijgen
    In regenhal.

    't Is alles mat en eenzaam,
    In vree gesust,
    En alles wat gemeenzaam
    Met licht is, rust.

    Gedichten (1888)

    schrijver

    19-03-2015 om 21:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maart

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    Maart. –  Dondermaand

    Blaast het maartse hels gewaai
    Van de bomen ’t nest der kraai,
    Nimmer laat de kraai de moed,
    Maar herbouwt het nest met spoed.
    Wakkert de gespelen aan,
    Die elkander goed verstaan.
    Moedig zijn is liefde en troost.

    ’t Haasje schuw verkeert in nood:
    Overal, ai, loert de dood.
    Jager, strop en snuffelhond
    Drijven het zo aaklig rond...
    Doch het haasje knap en rap,
    Loopt totdat het hen ontsnapp’...
    Rap zijn is, ja, levenswinst.

    Door de sterbeglansde nacht,
    Wem de melkweg weemlend lacht,
    Vliegen wilde ganzen heen,
    Als een zwerm, gesplitst in tweên;
    Vluchtend ons moerassig land,
    Zoeken zij een ander strand.
    Waar de plicht dwingt, zoek, ge vindt.

    Zie hoe ’t elzenboomke zacht
    Ginds beschermt de groene gracht;
    ’t Spiegelt zich in ’t water...ziet
    Naar het spichtig schuiflend riet...
    Elzen-slingerkatjes  ruw
    Hangen neerwaarts droef en schuw ...
    Waar gevoel is, daar is ziel.

    Liederen voor groote en kleine kinderen (1879)

    schrijver

    18-03-2015 om 21:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leven

    Een gedicht van V. de Meyere 1873-1938

     

    Ik voel het leven in een vloed van zangen

    Ik voel het leven in een vloed van zangen
    met wanhoopswieken om mij henenslaan,
    'k voel 't wilde leven mij het harte prangen
    en rozedromen in dat hart vergaan.

    Arm kinderhart! bang-turend in 't verlangen,
    smart-glinstrend ziet het levenslicht u aan;
    laat mij in eenzaamheid uw schoon erlangen
    opdat ik moge in bloesems openslaan.

    Een duistre nacht die wuift de ziel mij open
    en moe-gepeinsde dromen balsmen zacht
    dit willend hart, stervend in willoos hopen.

    Dood staart mijn blik in schitter-starrenogen...
    Ach! zoveel licht heb 'k dronken ingezogen
    dat 'k lichtend sterf, in schaduwrijke nacht!

    Van Nu en Straks. Jrg 2 (1894)  

    schrijver

    17-03-2015 om 22:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.slapen
    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    Hoe kunt ge slapen?

    De nachtwind huppelt langs de vloed
    En draagt mijn groet
    Naar 't huis der Allerliefste mijn:
    Hoe kunt ge slapen, maagdelijn?

    Een parelwitte maneschijn
    Spreidt op het meer zijn zilvren gloed,
    Spreidt schaduw op uw blank gordijn; -
    De schaduw van het breed geboomt
    Waaronder 't oog geen spieders schroomt...
    Hoe kunt ge slapen, maagdelijn?

    Of is het dat ge van mij droomt?
    Dan zou het u vergeven zijn!

    schrijver

    16-03-2015 om 21:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.op de roos
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Op de roos

    Mij lust de Lent', die bloemgewassen draagt,
    De Lenteroos, die Goôn en mens behaagt;
    't Aanminnigste versiersel voor een Maagd,
    Ter eer' te zingen.
    Het is de Roos, de malse Roos-alleen,
    Met welker blaân de drie Bevalligheên,
    Als 't Minnewicht met haar ten rei' zal treên,
    Haar hoofd omringen.
    Zing, Disgenoot! zing vrolijk met mij mee!
    De Roos, de lust van gulden Cythereê:
    De schone Roos, 't bemind gewas der ne-
    gen Zanggodinnen!
    Schoon zij de hand met spitse doornen drukt,
    Wanneer men haar de groene steel ontrukt;
    Wie is er, die geen lieflijk Roosje plukt
    Met blijde zinnen?
    Hoe aangenaam zijn haar satijnen blaân!
    Men brengt de Roos op blijde tafels aan,
    En Bacchus feest. Wat wordt er toch gedaan,
    Wat zonder Rozen?
    Haar purper doet de schone Dageraad,
    Die 's Hemels poort in 't Oost ontsluiten gaat,
    En 't Wagenspan van Titan binnen laat,
    De vingers blozen:
    Zelf Cypris wordt, van die haar schoonheid roemt,
    In heilig Dicht, na deze blos genoemd.
    Der Helden graf versiert men door 't gebloemt
    Van Rozelaren.
    Niet minder is haar frisse reuk geacht:
    Vergeefs beproeft de tijd daar op zijn macht;
    Haar geur houdt stand, hoewel haar tooi en pracht
    Zijn weggevaren.
    Doch melden wij, hoe ze eerst haar oorsprong kreeg!
    Als Venus uit de azuren golven steeg
    Der zee, die voor haar oog zich stilde, en zweeg,
    En scheen te slapen;
    Wanneer Minerve uit 's Vaders edel hoofd,
    Door 't diamant van Mulciber gekloofd,
    Met speer en schild, wier glans de glans verdooft
    Van Mavors wapen,
    Te voorschijn kwam; toen is de nieuwe plant
    Der Roos, gevormd door de alleswijze hand
    Van Vrouw Natuur, uit 's aardrijks ingewand
    Eerst voortgesproten.
    Het Godendom zag 't Roosje pas volbloeid,
    Of heeft het met zijn nectar mild besproeid;
    En uit haar' struik is de eedle druif gegroeid,
    Die sedert wortel heeft geschoten.

    1781.

    schrijver

    15-03-2015 om 13:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.seizoenen
    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    DE SEIZOENEN

    Najaar, vluchtend langs de wegen,
    Bijna hebt gij afgelegd
    't Rode kleed, dat losgeregen
    Enkel aan één gesp nog hecht.

    Langs de zoom der bruine heide
    Zweef zo ijlings niet voorbij,
    Zet Uw ben met fruit terzijde,
    En tot afscheid zegen mij.

    Ook Uw beide zusters duldden
    Bij het afgaan van dit pad,
    Dat mijn gul gebrachte hulde
    Om een gunst, een weergroet, bad;

    Zomer heeft haar doek verschoven,
    En haar boezem bloot gemaakt,
    Zacht heb ik die bron der hoven
    Met de lippen aangeraakt;

    En dat kind, wier lieflijk Leven
    Duurt zolang de koekoek lacht,
    Heeft mij hier een bloem gegeven,
    Dat ik altijd aan haar dacht.

    Kom dus tot mij, herfst, want ginter,
    Laatste leidsvrouw van het jaar,
    Nadert reeds de bleke winter
    Met een maretak in 't haar.

    Het aardsche paradijs (1913)

    schrijver

    13-03-2015 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gave

    Een gedicht van Marie Metz-Koning 1864-1926

    De volmaakte gave.

    Wie arbeidt werkt aan zich en wie de kunst
    Ziet als zijn arbeid werkt zich op tot God.
    Zijn leven wordt een eng en streng gebod;
    Een strevend geven zonder éne gunst.

    In zijn gedachten, in zijn daden, streeft
    Hij steeds gedreven door dezelfde trouw,
    Gelijk in liefde streeft de reine vrouw,
    In vol geloof aan hem wie zij zich geeft.

    In hem ziet zij de goddelijke Vlam
    Die tot een offer heel haar zijn begeert;
    Die als zijn recht haar ganse zijn verteert
    Wijl hij van god tot haar op aarde kwam.

    Zij offert hem haar schoonheid en haar jeugd;
    Zij leeft alleen, wanneer zijn liefde spreekt;
    Zij lijkt alleen, wanneer zijn liefde ontbreekt
    En zelfs dit lijden is haar als een vreugd.

    Zo is de kunstenaar; en zó, gewijd
    In toegewijde liefde wordt hij groot.
    Zo overwint hij 't leven en de dood
    En heft zijn arbeid op tot eeuwigheid.

    Wie arbeidt werkt aan zich; en wie de kunst
    Kent als zijn arbeid nagelt zich aan 't kruis.
    Hij spreekt ‘Vergeef het hun’, als het gespuis
    Hem hoont, en neemt hun ‘edik’ als een gunst.

    Als de Volmaakte Gave, die niets wacht
    Dan Zelf-verlossing door Volmaakte Daad
    Sterft hij en Zege is op zijn laatst' gelaat
    Wanneer hij spreken kan ‘Het is volbracht’.

    Onze Eeuw. Jaargang 23. 1923

    schrijver

    12-03-2015 om 21:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.margrieten

    Een gedicht van Alice Nahon 1896-1933

    Margrieten

    ’t Is of die bloemen het weten:
    Ze buigen beurt om beurt  
    uit eerbied voor de stilte   
    die aan mijn hart is gebeurd.

    En reder dan aan mensen   
    doe ik die elfen in ’t gras  
    het effen verhaal dat hij heenging 
    om ’t heimwee dat ik was.  

    Ze neigen  bevreemd naar elkander 
    ’t naïeve margrietenhoofd:  
    dàt hadden ze van de mensen 
    toch nooit geloofd.   

    Nu staan ze zonder vragen,  
    een bleke sterrenstoet,  
    een goedheid zonder woorden,
    te bloeien aan mijn voet.

    Een kommer te raden, te helen,   
    en te doen of men weet het niet,  
    dat moeten de mensen nog leren  
    van de hoge stille margriet.

    Verzamelde gedichten (1932)

    schrijver

    11-03-2015 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.grootvader

    Een gedicht van Rosalie Loveling 1834-1875

    DE GROOTVADER.

    Gij spreekt wel soms van al zijn lijden,
    Die oude man met sneeuwwit haar;
    Maar meest zit hij in zich verzonken,
    En stil en zwijgend nevens haar.

    Zij wordt wel groot, maar is zo tenger;
    Hij legt de hand soms op haar hoofd :
    Zo ze eenmaal in mijne oude dagen
    Door vroege dood mij werd ontroofd!

    Dan lacht ze op hem met stille weemoed,
    Terwijl ze zwijgend hem aanschouwt,
    En denkt: ‘hij zal niet lang meer leven,
    Hij wordt zo stram, hij is zo oud!’

    Wie zal het eerst van beiden sterven,
    Zo diep beducht thans voor elkaar —
    Het meisje in de bloei van 't leven,
    Of de oude man van tachtig jaar?

    Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling (1889)

    schrijver

    10-03-2015 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonsondergang
    Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932

    NA ZONSONDERGANG AAN ZEE.

    Zonne stervend zonk in zee,
    en een wijde wade spreidde
    op de brede kimme neer
    't wolkenheer.
    Eenzaam ruist de duistre zee,
    langs der duinen ruigje kruinen,
    als met droeve dodenklacht
    zucht de nacht.
    Eenzaam.,eenzaam ruist de zee,
    slaat de kuste zonder ruste,
    moeder aarde ligt alom
    doods en stom.
    Op het woelend vlak der zee
    wislend dansen kille glanzen
    starre lach der dode maan
    staart mij aan.
    Dreigend, dreigend druist de zee!
    'k zie een grijzen nevel rijzen
    komt uit 't grote zonnegraf
    op mij af!
    Red
    mij,
    red mij van de zee!
    Red mij, aarde, die mij baarde!
    Vaal-gewiekte oneindigheid
    naderschrijdt !

    1883

    schrijver

    09-03-2015 om 21:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    08-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jonathan
    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    JONATHAN

    Zijn kleren had hij niet alleen geruild
    en kostbaar wapentuig, maar ook zijn leven.
    Hij had zijn wijsheid en zijn kracht gegeven
    en wat in harts verholen diepten schuilt.

    Voor simpele eenvoud, sterke aanhanklijkheên,
    bood hij het de gebronsde jonge herder.
    Die nam, en streed, en slingerde het verder
    en trof Saul met de scherpgekante steen.

    En Jonathan duldde het dubbel leed.
    Hij dacht zijn vader hard en David wreed,
    en kampte om ’t arm geluk van dood te zijn.

    Bij ’t rijzen van de grijze schemervloed
    gruwt David van de lauwe smaak van bloed,
    en staart vol afschuw naar de rode wijn.

    Illustratie: David en Jonathan

    schrijver

    08-03-2015 om 22:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaardag
    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    Verjaardag.

    De wereld aan te zien, welvarend nog en krachtig,
    Maar met een afscheidnemend oog,
    De zeventig voorbij, in 't opgaan naar de tachtig,
    Een leefkring die, uit veel, een enkle slechts voltoog;

    Omstuwd van een geslacht, mij over 't hoofd gewassen,
    Meest door een andre geest dan mij vervult bestierd;
    Op stelsels prat, die slecht bij wat ik voorsta passen;
    Dat weinig missen zal als 't ook mijne uitvaart viert:

    Ziedaar wat ernstig maakt; maar niet gebiedt te treuren,
    Zolang mij huwlijksmin en kinderliefde omringt,
    Een Godlijk avondrood mijn westerkim blijft kleuren,
    Zo menig lieve bloem mijn dalend pad doet geuren,
    En tussen 't gelend groen nog éne vogel zingt.

    1887

    schrijver

    06-03-2015 om 21:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.primula
    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    Primula veris.

    Lief bloempje! dat met half-ontvouwde bladen,
    Veelkleurig, door het groene omkleedsel breekt,
    De tengre knop begerig opwaarts steekt
    Om vroeg zich reeds in 't zonnelicht te baden:

    Zeg, vreest gij niet, als zich de winter wreekt,
    Dat hij, met sneeuw en stollend ijs beladen,
    De sappen stremm' der pas ontloken bladen,
    Wier tederheid een milder pleging smeekt!

    Waarom zo vroeg uw stengels opgeheven? -
    Wacht, kleine bloem! in 't groen, dat u omgaf,
    Een luwer koelte en zoeler dagen af.

    Maar neen, uw lot is een vroegtijdig graf! -
    En 'k heb er vaak benijd, wie 't was gegeven
    Te sterven in de lente van hun leven.

    De Gids (1840)

    Illustratie: Primula veris of gulden sleutelbloem

    schrijver

    05-03-2015 om 21:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vriend

    Een gedicht van Isaac da Costa 1798-1860

    AAN EEN JONGE VRIEND,

    OP ZIJN VIJFTIENDE VERJAARDAG.

    Verheug u, Jongeling! ten dag van uw jeugd!
    geen ouderlijk gemoed wraakt argeloze vreugd.
    Ja, gulle scherts kan vaak de geest weldadig wetten,
    gelijk de Lentewind het jonge gras verfrist.
    Maar wen u te gelijk op d’ uitgang streng te letten
    van ’t hart dat, onbewaakt, zich-zelf zo licht vergist.
    ’t Hart, o mijn jonge Vriend! dan vroeg gekeerd naar Boven!
    Men zoekt zijn Heiland nooit òf te ijvrig òf te vroeg.
    Van dat uw moeder u naar ’t heilig doopbad droeg
    ontving gij stof en wenk, om biddend Hem te loven.
    Wees vrolijk, jongeling! ten dage van uw jeugd.
    Maar meng’ zich de ernst dier vraag, beslissend voor het leven:
    „wien hoor ik? wie alleen kan mij behoudnis geven?”
    bij de u van ganser ziel gegunde levensvreugd.


    1843.

    schrijver

    04-03-2015 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwaar
    Een gedicht van Felix Timmermans 1886-1947

    Zwaar

    Voor een lange voermanswagen,
    volgeladen met kareel,
    wordt een hooggebouwde hengst gespannen
    in zijn sterk gareel.

    De oude voerknecht trekt geweldig
    met de toom en schreeuwt het uit.
    't Kloeke beest spant al zijn spieren,
    zet zijn poten achteruit;

    en het snokt uit al zijn kracht en
    witte schuim komt op zijn mond,
    maar de wagen roert niet, blijft lijk
    vastgenageld aan de grond.

    De oude knecht, vol razernije,
    grijpt de djakke en met getier
    van een duivel, slaat hij rond de
    buik van 't machtig dier.

    't Peerd schudt waaiend met zijn manen
    trekt en snuift en grinnikt, wringt
    met zijn poten dat een vuurvonk
    uit de harde stenen springt.

    En dan rolt de wagen, raatlend
    lijk de donder, deur de straat,
    wijl de ruwe knecht gedurig
    vloekend met de djakke slaat.

    Dietsche Warande en Belfort jrg 1906

    schrijver

    03-03-2015 om 21:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zeeman
    Een gedicht van J.J.A. Goeverneur 1809-1898

    De jonge zeeman.

    'k Ben zeeman; - van echt Hollands bloed,
    Heb ik mijn lust in 't varen;
    Vindt gij aan wal het leven zoet,
    Ik zwalp liefst op de baren,
    En, ben ik jong, vaak is de orkaan
    Me toch al over 't hoofd gegaan:
    Hoezee!

    'k Ben zeeman; - hier op 't nuchter strand
    Wil 't mij niet lang behagen;
    Veel liever hoor ik door het want
    De winden buldrend jagen.
    Ha, wat een pret, als 't roezig spookt,
    De golfslag rolt, de pekel kookt!
    Hoezee!

    'k Ben zeeman; - onder 't felst geblaas,
    Als we over 't water vliegen,
    Klim ik getroost in mast en ra's
    En laat me er lustig wiegen;
    En blies de wind ook feller nog,
    Ik hoorde er 't bootsmansfluitje toch:
    Hoezee!

    'k Ben zeeman; - komt maar weer de bries
    De slappe zeilen stijven,
    'k Zeg allen dan getroost adies,
    Die op het droge blijven;
    'k Zeg: Ouders, treurt toch niet om mij,
    Ik heb een leven vrij en blij:
    Hoezee!

    Ha! eerstdaags gaat het weer in zee;
    't Land schijnt dan weg te zinken,
    En spoedig zie ik van de ree
    Slechts 't hoogste duin nog blinken.
    'k Roep dan: Adies, mijn vaderland!
    Wij zeilen naar 't Javaanse strand:
    Hoezee!

    Proza en poëzie (1880)

    schrijver

    02-03-2015 om 22:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avondstemming

    Een gedicht van Jules Schürmann 1873-1927

    Avondstemming.

    'k Liep langs de landen zo stil voor mij heen
    En aan de hemel reeds d' avondster scheen,
    'k Floot zacht een deuntje en ik neurde en ik dacht
    Aan het mysterie van nad'rende nacht,....
    'k Zag in de verte in een donkere laan
    Naar 't stille kerkhof twee minnenden gaan,
    Peinzende vroeg ik mij glimlachend af
    Waarom de liefde zoekt 't sombere graf....
    Uit weide en wegen steeg vochtige damp
    Ver over velden blonk licht van een lamp
    Goud-gele schijn door de nevelen heen
    Uit land'lijk huisje daar vredig en kleen,
    'k Voelde de rust van de velden in mij,
    D' avond, dat lichtje, zij maakten mij blij,
    'k Wist dat mij wachtte in het vriendelijk huis
    Ene die 'k minde bij 't lindengeruis....

    Onze Eeuw jrg 13 (1913)

    schrijver

    01-03-2015 om 21:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!