Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    28-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.melancholia
    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    Melancholia.

    Toen zong er, zonder zorgen,
    Daar in de vroege morgen
    - En dat klonk zo jong, zo blij -
    Een boer die was aan 't ploegen;
    Hij zong voor zijn genoegen
    Een klein, oud lied daarbij.

    En altijd weer van voren
    Af aan trok hij de voren
    Tot in de verte van licht,
    Met de beide willige paarden
    Door de rulle wolkige aarde
    Naar het zilverig vergezicht.

    En altijd zag ik hem keren
    In de prachtige blauwe kleren
    Met de sterke gang, en met
    De paarden, die hadden beiden
    Het ritme, dat ik benijdde
    In het rustige van hunne tred.

    En ik zag de middag komen:
    De donkere loverbomen
    Maakten hun schaduwen klein.
    De ploegschaar lag te blinken
    En de velden lagen te drinken,
    Verzwolgen de zonneschijn.

    En boven in de kronen
    Der bomen leek te wonen
    Een doffer en koerde zoet,
    Zo als in ons inwendig
    De stem des harten bestendig
    Klaagt, omdat het bloedt.........

    En ik zag de koeien treden
    Naar een wetering beneden,
    Want de zomerbedding was diep,
    En zij stonden parelmoeren-
    Blank boven de blauwe vloeren
    Die de hemel in 't water schiep.

    Maar de zon hield op te zengen,
    En ik zag de schaduwen lengen,
    Lavend, over het veld:
    De lichte zilvergazen
    Uit damp van water-wazen
    Van de wetering op-geweld.

    Het was niet langer stijgen,
    Maar dalen; niet zingen, maar zwijgen
    Want de schemering kwam aan;
    Achter de stille landen
    Zag ik de zonne stranden,
    Stranden en...... dan vergaan.

    Toen riep er bij dat scheiden
    Een koekoek of hij zeide
    De zon een avondgroet.........
    En boven de bomen blonk er
    Het helle nachtgeflonker
    Van der gesternten gloed.........

    uit: Onze Eeuw, jrg 23  (1923 )

    schrijver

    28-02-2015 om 22:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koehoedster
    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    DE KOEHOEDSTER.

    De koe die schurkte laag haar kop
    de gouden zonne scheen erop
    en op het zwart en witte vel
    en op de lichtglanzende bel,
    die rinkte, die rinkte
    zo fijn.

    Het dorp was naar de mis gegaan;
    het meisje liep maar zoetjes aan
    door 't groene pad langs 't korenland
    en voerde 't koetje aan haar hand.
    Het koetje trad maar lijzig aan
    en liet de belle al maar gaan,
    die rinkte, die rinkte
    zo fijn.

    Zo blauw als ver de lucht, omhoog,
    was 't jurkje en 't droomwijde oog,
    en goud als zon en koren glom
    lag 't wilde haar heur hoofde om,
    en bruin tot donkerbrons gebrand
    was 't rond gezicht en voet en hand.

    Het dorp was naar de mis gegaan;
    het meiske liep maar zoetjes aan
    door 't groene pad langs 't korenland
    en voerde 't koetje aan haar hand.
    Het koetje trad maar lijzig aan
    en liet de belle al maar gaan
    die rinkte, die rinkte
    zo fijn.

    Een bonte vlucht (1911)

    schrijver

    27-02-2015 om 22:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wie
    Een gedicht van Hieronymus van Alphen 1746-1803

    Wie 't Christendom verdrukt

    Wie 't Christendom verdrukt, bespot,
    Belaagt en ondermijnt, voert oorlog tegen God!
    Maar zal Zijn Raad niet breken.
    Wat ook de bliksem vell', zij laat die ceder staan.
    Zijn loof hange al eens slap; de kruin blijft opwaarts gaan.
    De wortel breidt zich uit; de groei duurt onbezweken.

    Ik sta op dit geloof gegrond.
    Ik weet, wie Jezus is. Die nooit beloften schond,
    Zal ook zijn doel niet missen.
    Hij is, hij blijft de steun van 't menselijk geslacht;
    De rots, waar ‘t smachtend volk een levens-stroom uit wacht,
    Die vette beemden schept in zand en wildernissen.

    Verblijd u, Christenschaar! Wie keert
    Zijn arm, die heil verschaft, en steeds zijn rijk vermeêrt.
    De Koning aller volken
    Voert, door zijn vijand zelf, zijn plan weldadig uit.
    Wie wijs is, zie op Hem, eerbiedig' zijn besluit;
    En wachte op zijne komst, in donkerheid en wolken!

    schrijver

    26-02-2015 om 23:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom

    Een gedicht van Rhijnvis Feith

    DROOM

    Schoon elk hem weerstand bood,
    En jammrend van hem vlood,
    Hij 's doof voor hun gekerm.
    Hij neemt ze in zijne arm,
    En brengt ze, rij na rij,
    Gestaag aan de overzij.
    Maar nauwlijks zijn ze daar,
    Of 'k zie de blijdste schaar.
    De laatste zucht vervloog;
    De zielrust blinkt in 't oog,
    De jongling wordt bemind
    En is hun beste vrind.

    Verbaasd van 't vreemd gezicht,
    Wens ik mijzelve licht.
    'k Dring tot de jongling door.
    Verleen me een poos gehoor.
    Wie zijt gij? (sprak mijn wens)
    Een engel of een mens?

    Hij zucht, en staart mij aan.
    Ik zie in 't oog een traan.
    Wat vraagt gij naar mijn naam?
    Niet dat ik mij hem schaam;
    Maar, (ach, hier zonk zijn blik)
    Hier wekt hij niets dan schrik;
    Maar ginds (zijn oog herrees)
    Vervangt verrukking vrees.
    Hij zucht nog eens en vlood,
    En zegt: “ik ben de dood."

    'k Ontwaak met ene gil!
    't Is alles om mij stil.
    Ik vinde in 't eind mij weer,
    Ik zie op 't mensdom neer.
    Ik zie al 't foltrend wee.
    Een bloed-en tranenzee
    Bruist golvend mij voorbij;
    Maar 'k zie ook de overzij,
    Hare eeuwig groene kust,
    Hare ongestoorde rust,
    Haar eindeloos verschiet,
    Dat niets dan weelde biedt, ---
    Dáár juicht mijn hart tot God.
    Ik draag gerust mijn lot.
    Zijn engel brengt ook mij
    Eerlang aan de overzij!

    schrijver

    24-02-2015 om 22:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonderling

    Een gedicht van Reinier van Genderen Stort

    Een zonderling heb ik gekend

    Een zonderling heb ik gekend, een vrek,
    De echte , lepe, wrede gierigaard,
    Zo boos als deze was wel nooit een gek,
    Hoe talrijk doe ook zijn mogen op aard.

    Hij hokt nog steeds in zijn bedompt vertrek,
    Terwijl zijn glimmend oog in het ledig staart,
    Zijn ziel gelijkt een oord, dat riekt naar drek,
    Want afval is het al, wat hij vergaart.

    En buiten, zie de zon, het geurend woud,
    De weelde der natuur, gij met uw goud,
    Wat baatte het uw ziel, uw lijf, uw huis?

    Uw huis valt in elkander vroeg of laat,
    Uw lijf verkeert straks in een rottingsstaat,
    Was ooit een ziel benard als in die kluis?

    Rijmproeven (1937)

    Illustratie: een vrek

    schrijver

    23-02-2015 om 22:02 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de zaligen
    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    DE ZALIGEN

    De gele rozen lichten langs 't terras.
    In diepe stoelen liggen zij te rusten,
    de zaligen, die elkaar gelukkig kusten,
    de toekomstlozen; heel hun leven was

    een dringen naar de voorgeweten uren,
    waar alles eensklaps in vergeten is;
    't verwaait, nadat het stukgereten is,
    hun oud bestaan; en nooit kan iets meer duren

    naast dit verzonken zijn, dit niet meer wezen
    deze gevaarlijk stille eeuwigheid,
    dit weggevaagd zijn en terust geleid,
    waaruit zij langzaam, stil en moe verrezen.

    De regen, een grijs kraalgordijn, een poos
    zacht tikkelend, laat door zijn lauwe kieren
    hen 't paradijs nog zien met zijn revieren,
    achter de vlammen van de gele roos.

    Kaleidoscoop (1938)

    schrijver

    22-02-2015 om 19:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonde
    Een gedicht van Jacqueline van der Waals 1868-1922

    IK BEN MIJN ZONDE MOE EN MIJN BEROUW

    Ik ben mijn zonde moe en mijn berouw,
    ik ben mij zelve moede en ik ben
    het zoeken moe naar God, die ik niet ken,
    en die ik toch zo gaarne kennen zou.

    Ik ben mijn zwakheid moe en mijn verdriet,
    mijn arbeid en mijn hoop en mijn genot,
    maar bovenal het zoeken naar mijn God! -
    ik ben het zoeken moede - maar God niet.

    Hij ziet en kent mijn zonde en vergeeft
    ze zeventig maal zeven maal en meer.
    Hij wil niet, dat mijn ziele sterft maar leeft.

    O, wonderbare goedheid van de Heer,
    die naar zo moedeloos een ziel nog vraagt,
    die alle dingen, en ook mij verdraagt.

    Nieuwe verzen (1909)

    schrijver

    21-02-2015 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.grafschrift

    Een gedicht van Isaac da Costa 1798-1878

    Grafschrift voor een kind.

    Een bloempje, vóór de tijd van 't oudrenhart gerukt -
    Neen! door der Englen hand voor 't Eden Gods geplukt!
    Voor wie in Jezus stierf, is dood geen dood, maar leven;
    En 't pand, aan Hem betrouwd, moet zelfs dit graf hergeven!


    1834.

    Da Costa's kompleete dichtwerken II (1862)

    schrijver

    20-02-2015 om 18:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vulkaan
    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    De poolvulkaan

    Barre verlatenheid
    Duldde ik eeuwen reeds,
    In gelatenheid
    Trots en uitgebrand.

    Wolken sneeuwen steeds,
    Zwaar en eindeloos;
    Wit en eindeloos
    Ligt het poolland rond.

    ‘t Laaiend Noorderlicht
    In staalharde nacht
    Houdt in mij de hoop
    Dat een langre schicht
    Mij inééns losscheurt uit mijn krater

    En in vlammenvloed
    Al het eeuwig ijs
    Smelt tot groen, schuimbekkend water,
    Waar ik rood en donker uit verrijs.

    Al dwalend II Poolreizen

    schrijver

    19-02-2015 om 21:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dodenklacht

    Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914

    DODENKLACHT

    Laat dicht de luiken! 't Zonlicht dringe
    niet in deez' ruimten, waar geen morgen
    haar langer wacht.

    En laat me alleen met mijne dode!
    'k Wil met haar zijn in de eerste wake
    van hare nacht...

    Ik wil de teedre woorden spreken,
    die 'k nog voor haar in 't hart bewaarde
    'k zei niet genoeg.

    Ik wil haar dodensponde sieren
    met bloemen der herinring. Liefste,
    zij bloeien vroeg!

    Kon met mijn hartbloed ik u 't leven
    hergeven, u de zonnige ogen
    weer op doen slaan,

    of in mijn armen door het duister
    der stille dodengangen dragen,
    en met u gaan...

    schrijver

    18-02-2015 om 22:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.oude zijde

    Een gedicht van Hein Boeken 1861-1933

    DE OUDE ZIJDE.

    Wij zitten hier zo licht, mijn vriend, en kijken
    Over de tijden heen en deze stad
    In het gezicht van die kerk, die zij had
    In 't vorig g'loof en oer-staat, die moest wijken

    Met met 't getij der tijden, dat 't ging lijken
    Een sprookje, een geur wel, die vervloog, gevat
    In dat relieken-doosje, eens alle stad,
    Waar restjes van bekartlen nog de wijken

    Zo dier ons, de Oude Zijd': hoor ze op doen rijzen
    't Straten-geraas, verzacht haast tot een zucht
    En ondertoon van ons hoog-wijze praten

    Over de tijden — 't wisslend licht der lucht
    Op toren-transen en in lage straten —
    Verre muziek der tij'n, vèr-raadbre wijze.

    1895

    Verzen (1920)

    schrijver

    17-02-2015 om 21:26 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tribunus
    Een gedicht van Omer Karel de Laey 1876-1909

    Tribunus plebis

    Ik kom Tribunus Plebis soms,
    des avonds rond de negen,
    gezeten voor zijn stenen kroes,
    ter club-vergaring tegen.

    Ofschoon wij nooit of zelden, in
    malkaars gedachten delen,
    belet ons zulks niet, nu en dan,
    te saam piket te spelen.

    Het bier verstompt 't verstand en zo -
    na onze kaartenzaken -
    gebeurt het, dat we op 't bijster spoor
    der politiek geraken.

    'k Verwijt hem - want ik draag alom
    'n vracht illusies mede -
    dat hij, ad usum populi,
    meer pathos zoekt dan rede.

    Hij kijkt me sterling aan en laat
    van zijn tribunuslippen,
    met snaakse lach en spotgebaar,
    dit aforisme glippen:

    Wie zoude willen met azijn
    op jacht gaan naar de vliegen,
    als men ze zo gemaklijk kan
    met suikergoed bedriegen!

    --------------------------------------
    tribunus plebis - volkstribuun: belangenbehartiger van het gewone volk (oorspronkelijk in Rome)
    ad usum populi - ten nutte van het volk
    aforisme - kort geformuleerde ervaringswijsheid

    Dietsche Warande en Belfort. Jrg 1907

    schrijver

    16-02-2015 om 18:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dingen
    Een gedicht van V.de Meyere 1873-1938

    Er schuilt in al de dingen, die ik zing

    Er schuilt in al de dingen, die ik zing
    zo'n wondre zin die weinigen beseffen
    zullen, in hun stil-leven dat zó effen
    henenvloeit, zonder droom noch mijmering.

    0, zangen van mijn Ziel! ik zeg mijn leven
    rein uit in uwe gelukzaligheid,
    omdat elk lied, altoos een nieuwer streven,
    een breder Passie om mijn slapen leit.

    Uw zoet geluid, dat om mij heen komt spelen
    met balsemklanken, die mijn oren strelen,
    't ruist al de jeugdge schoonheid van mijn hert!

    Groot is uw doel, mijn zang: Een jeugd van weelde,-
    maar ook van smart, - 't herscheppen met die beelden
    die mij omruisten...sinds ik Dichter werd!

    Verzen (1894)

    schrijver

    15-02-2015 om 19:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hebt gij

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    HEBT GIJ TINEL

    Hebt gij Tinel,
    Edgar Tinel gezien,
    gezien, gehoord, gesproken?
    En heeft hij u
    dat overstoflijk brood
    van zang en spel gebroken,
    op zijn klavier?
    En heeft hij dit klavier,
    bij felle meesterstreken,
    schier levend doen
    zijn woord, zijn hart, zijn ziel
    en zijn gedacht uitspreken?
    Hebt gij Tinel,
    Edgar Tinel gezien,
    gezien en hem verstanden;
    en zijt gij niet
    meer mens weer opgestaan,
    van onder zijne handen?
    Vereer ze dan,
    vereer de kunst in hem,
    de Godlijke, en buig neder
    voor God, die al
    dat kunst of kunstnaar is
    terugbeeldt en geeft weder.

    Tijdkrans (1893)

    Illustratie: Edgar Tinel (1854 - 1912)

    schrijver

    13-02-2015 om 22:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hermes

    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    HERMES VAN PRAXITELES.

    Hier klopt het marmer met een levensslag,
    Pulseert de scheppingsdaad in pracht van bloei,
    Waar overweld'gend rijst in hoge groei
    Het heerlijk godenlijf met mild gezag.

    Wat toch het dwepend oog bepeinzen mag?
    Waarhenen stroomt het rustige gevloei
    Van de' ernstig-zachte godenblik? Wat boei
    Omsluit zijn zinnen in die kalme lach?

    En aldoor strekt het kind de handjes uit,
    Met open mondje, gretig en belust,
    Te grijpen trachtend wat de god het biedt.

    Maar immer vrucht'loos streeft het naar zijn buit
    En wekt de god niet uit zijn mijmer-rust,
    Wiens heil'ge droom in vage verten ziet....

    Illustratie: HERMES van PRAXITELES

    schrijver

    12-02-2015 om 22:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.regen
    Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924
     

    De gonsregen, regen - 

    De gonsregen, regen -
    het òpbewegen
    van bladen als water valt,
    de regen valt valt valt.

    Zo in me zelf gedoken te zitten
    in 't glanzige niet meer witte
    licht - en nooit te beginnen
    beweging en niet te bezinnen.

    De regen maakt grauwe strepen
    in de gladgrauw geslepen
    lucht - de gordijnen hangen
    treurig, de dag lange.

    Verzen (1930)

    schrijver

    10-02-2015 om 22:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vreemdenbezoek
    Een gedicht van W.J. Van Zeggelen 1811-1879

    Vreemdenbezoek.

    ‘Het land is er plat en het volk is er stijf,’
    Zo spreken van Holland de vreemden;
    ‘De kunst en natuur hebben weinig om 't lijf;
    Men ziet er geen bergen of beemden.
    De mensen - ze sluiten zich op in hun kluis,
    En stoppen 't fortuin in de kisten;
    De vreugd van het leven - ze hoort er niet thuis,
    Verveling verjaagt de toeristen.’ -

    Ik laat die bewering voor 't geen wat ze geldt,
    En denk maar: 't is licht in ons voordeel;
    Al worden we weinig bij vreemden geteld -
    Zijn wij maar niet blind in ons oordeel.
    Toch zijn er wel vreemden, die staag in ons land
    Met hopen logies komen zoeken,
    En die zelfs, al wijst men hen nors van de hand,
    Ons toch zonder vrijpas verkloeken;
    Ze ontduiken het oog van kommies en douaan,
    Gesteld om hun intree te stuiten;
    Ze nemen brutaal hier het burgerrecht aan,
    Trots alle ministers-besluiten;
    Ze komen te beurs, op het bal, op 't kantoor,
    Ze wandlen met armen en rijken;
    Ze gaan bij de menigt voor landskindren door,
    Waar ze ook maar 't gelaat laten kijken.
    Toch voeren ze een leus en toch dragen ze een naam,
    Tot wrevel van veler gemoedren;
    Maar 't is of zij zeggen: kom, hokken we saam,
    Wij willen met Holland verbroedren;
    En daarom - geen dak, of ze zoeken een thuis,
    En zonder een zier complimenten.
    Wie 't ergert, zucht wis: wie verlost ons van 't kruis,
    Van de eeuwige Brabantse centen!

    1855.

    De Dichtwerken (1886)

    schrijver

    09-02-2015 om 21:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bedroefden
    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Kom nu, bedroefden! al wie raad'loos klagen!

    Kom nu, bedroefden! al wie raad'loos klagen!
    'k Bèn niet de Schoonheid, maar 'k zal vóor Haar spreken.
    't Bewijs? 'k Geef u mijn woord-zelf als een teken,
    Dat Zij mij zond en gij mij raad moogt vragen.

    Geloof alleen maar dat zij álle dagen
    Kan troosten al wie, lijdend, Háar aansmeken,
    En woorden weet, die 't lachen door doen breken
    Om monden, toegeschroeid door aardse plagen.

    'k Kom nu niet troosten. Maar 'k kom u zó maken,
    Dat gij rijp zijt om straks getroost te worden: -
    Gij zijt nog niet wat zulken moeten wezen.

    Uw monden twijfel-lachen, die voor dezen
    Nooit lachten, maar - vergeefs - kreten of morden: -
    Tot wie geloven zal de Trooster naken.

    schrijver

    08-02-2015 om 16:59 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zangster
    Een gedicht van Hendrik Tollens 1780-1856

    Mijne zangster.

    Wel dartel, zo als meisjes meest,
    Doch op haar tijd bedaard;
    Wel zorgloos, maar niet los van geest,
    En min vrijmoedig dan bedeesd:
    Zie daar mijn zangsters aard.
    Voor ieders oren zingt zij niet,
    Dan tegen dank geprest;
    Maar als geen mens haar stem bespiedt,
    Dan schatert en dan schalt haar lied,
    Dan zingt zij altoos best.
    Dan dringt zij mij een traan in 't oog
    En roert mijn ziel naar lust,
    Of voert mijn geest verrukt omhoog,
    Of lacht mijn ogen vrolijk droog
    En wiegt mijn hart in rust.
    Somtijds (en 't staat haar gans niet schoon)
    Verlokt haar zucht naar eer:
    Dan spant ze een hoge heldentoon,
    Maar eigen afkeur is haar loon:
    Haar stem is veel te teer.
    Maar als 't ontloken veldplantsoen
    Haar uitlokt naar de streek;
    Maar als zij hukt in 't hangend graan,
    Dan zingt zij, als de vogels doen,
    En murmelt met de beek.
    Of speelt zij 't heil der echte min,
    Verrukt en blij te moe,
    Of stelt zij voor mijn zoet gezin
    Een hart- en huislijk toontje in,
    Dan knikt mijn ziel haar toe.
    Teerhartig en aandoenlijk zacht,
    In lief en leed mij waard;
    Somtijds verleid door valse pracht,
    Maar tot haar eenvoud weergebracht
    Zie daar mijn zangsters aard.

    schrijver

    07-02-2015 om 21:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moeder

    Een gedicht van Dop Bles 1883-1940

    Jonge moeder.

    ‘Hoe vreemd, dat mij gegeven is,
    wat niet mijn eigen leven is,
    maar sluimerend in het mijne hing,
    en ging,
    en brak de draad,
    en wezen wou in eigen staat’.

    ‘Ik ben nog moe...
    heb ik geleden?
    of is een droom uit mij gegleden?...
    Ik doe mijn ogen dicht
    en ben tevreden,
    en mijn gedachten en mijn lijf zijn licht’.

    ‘Is dit nu barensnood,
    met hijgende gevaren
    tot aan de dood?
    Ik wist niet, dat een leven komen kon
    zo rood en bloedend, als de ondergaande zon’.

    De Gids,  jrg 81 (1917)

    06-02-2015 om 21:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dromen

    Een gedicht van Alex Gutteling 1884-1910

    Ik wil mijn dromen tot een toren bouwen

    Ik wil mijn dromen tot een toren bouwen
    Van blank ivoor, met rode en gouden lijnen
    Zal ik in 't wit de fabelen doen schijnen
    Dat ieder zo mijn leven kan doorschouwen.

    De vredige pastoralen en de gaarden
    Met vreemd-vervlochten bloemen, en de afgronden
    Van dood en vlammengloed, met juichemonden
    De englen in schitterende rei geschaarde;

    En 's nachts, wanneer mijn Teken op de rotsen
    In 't maanlicht blinkt boven de woelige zeeën
    En een schip nadert van een vreemde kust,

    Schijnt het de stuurman boven 't golvenklotsen
    Neergedaalde Godin van hemelreeën
    Zoete verkondigster van liefde en lust.

    De Beweging, jrg 2 (1906)

    schrijver

    05-02-2015 om 21:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verworpenen
    Een gedicht van Abraham van Collem 1885-1933

    DE VERWORPENEN

    De verworpenen, die denkend worden,
    Zullen ingaan tot een nieuwe dag,
    In wier oude hoofd de ogen dorden,
    Deze worden blinkend van gezag.

    In wier leven armoe heeft gesproken,
    Gore stem van tellend kopergeld,
    Deze zullen horen, de ontloken
    Gouden klokken van het voorjaarsveld.

    Zij, die voor de meester bogen neder,
    Handen opwaarts naar het dageloon,
    Zullen springen op en worden weder
    Van de vrije aarde vrije zoon.

    Deze die neerzaten, heengezonken,
    Peinzende, wat hen dus had vergoord,
    Zullen worden van het weten dronken,
    Dat een nieuwe schoonheid hun behoort.

    En die eertijds droegen om de leden
    Tekenen van de afhankelijkheid,

    Zullen opgaan naar een stralend heden,
    Door de poorten der oproerigheid.

    Opstandige liederen (1929)

    schrijver

    04-02-2015 om 19:01 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herderin

    Een gedicht van Geerten Gossaert 1884-1958

    De badende herderin.

    Waar aan der weiden zoom, verzadigd om te grazen,
    Het lodderzieke vee de zomernoen verdroomt,
    Ontdekt de herderin, in vreugdevol verbazen,
    Hoe uit 't naburig woud een murmlend beekje stroomt.

    Zij laat de kudde alleen en dringt de ruigte binnen;
    En waar een kampje in 't kroes ten oever rustplaats biedt
    Daar blijft ze luistrend staan in aarzlend zelfbezinnen...
    Tot dieper ze ademhaalt: ze waant zich onbespied.

    En simpel, onbeschroomd, de oever toegetreden,
    Ontgordelt ze, als in droom, haar schamele gewaad,
    En toont der eenzaamheid, van maagdelijke leden,
    Het ongerepte schoon met onontroerd gelaat.

    Dan proeft haar voet het nat en met nieuwsgierige ogen
    Volgt ze, hoe rimpels ros, waar 't water langzaam vlaakt,
    Zich voegen tot een beeld en plotsling, fel bewogen,
    Ziet ze, (maar durft niet zien) haar eigen jonkheid naakt!

    Ze ziet haar brede borste' als blanke beukelaren,
    Ze ziet haar schoud'ren sneeuw, haar wangen zongeroost,
    Ze ziet de wederschijn van 't welig goud der haren...
    En raadt zich zelve schoon, en glimlacht zacht, en bloost.

    Zo staat zij lange tijd in zelfverliefde dromen...
    Totdat een vallend blad de waterspiegel roert...
    En, opgeschrikt, ze ontwaart hoe, door het loof der bomen
    De stilte, van rondom, uit duizende' ogen loert...

    Dan, plotsling, met een kreet, heeft, (weerloze bescherming!)
    Zij kruiswijze op haar borst de handen uitgespreid..,
    En 't huivert door haar leên, saamkrimpende om ontferming,
    Een nameloze angst voor 's levens heerlijkheid!

    Experimenten (1930)

    schrijver

    03-02-2015 om 21:25 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zij
    Een gedicht van Gentil Antheunis 1840-1907

    Zij was zo jong

    Zij was zo jong en schoon, en blozend als de roze,
    Zij telde nauwlijk vijftien jaar.
    De doodesengel kwam en nam de vlekkeloze,
    Als of 't een echte bloeme waar'.

    Zij was zo jong! De liefde sloeg haar wonden,
    Met haren geur'ge toverstaf;
    Zij wilde 't leven in, en vroeg naar zaal'ge stonden,
    En aarzelde op de boord van 't graf.

    Zij was zo jong en schoon! - Vol hopeloze smarte
    Zag zij der velden eerste groen;
    Zij drukte 't bleek gelaat aan moeders liefdrijk harte,
    En weende stil bij moeders zoen.

    Zij was zo schoon! - Zij liet het hoofdje zijgen,
    En kwaal en smarte, 't was vergaan.
    De dood aanzag de maagd en kuste in somber zwijgen
    Van 's kindes oog de laatste traan.

    Uit het hart! (1874)

    schrijver

    02-02-2015 om 21:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!