Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    31-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    Ik wense u

    Ik wense u een jaar, dat zacht als zijde is ;
    Ik wense u een jaar, dat blank en blijde is;
    Ik wense u een jaar, dat ver van krank is,
    Een deugdelijk jaar zo breed als ’t lang is;
    Ik wense u een jaar, dat als ’t voorbij is,
    Een zalig jaar voor u en mij is.

    Jaarkrans (1893)

    31-12-2010 om 12:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.manteling
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    In de manteling bij Domburg

    In de spanne luwe stilte
    In de wieg van ’t glooiend mos
    Lig ik: boven vaart de zilte
    Zeewind over ’t neigend bos.

    Al de toppen wuiveblinken
    In der zonne gouden lust,
    Wijl de dorre bladers zinken
    Om mij heen tot rosse rust.

    IJle vogelvluchten rissen
    Achter weemlend twijgenweb:
    ’t Zijn de meeuwen die gaan vissen
    Met de wederkeer der eb...

    Ieder jaar wordt sneller ouder,
    Vroeger avondt elke dag,–
    Maar mijn hoofd ligt aan uw schouder
    En ik hoor uw harteslag.

    Boven drijft het leven over,
    En geen schijn of schaûw ontgaat:
    Elke siddering in ’t lover
    Spiegelt over uw gelaat.

    Als een god die zou beluistren
    Aards gerucht uit hemels vreê,
    Hoor ik uwen adem fluistren
    Door de stem van wind en zee

    29-12-2010 om 16:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.terreur
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een hartenkreet van An Terlouw. Mijn reactie op dez hartenkreet is dat een mens alleen maar oorlog is, mits de mens de vrede in het hart heeft gevonden bij de kribbe van Bethlehem! Zo'n vrede gaat alle verstand te boven...maar buiten dit alles is er geen ware vrede! We kunnen wel vredelievend van aard zijn! Dat wel! Maar de boze wil altijd zorgen voor een rel!

    Terreur van Kerst

    Gek eigenlijk dat
    er een reden moet zijn,
    om vrede te voeren,
    gek eigenlijk
    dat er maar 2 dagen
    sprake is van vrede,
    en juist op die dag
    zijn er weer
    van die rare dingen,
    als
    ‘terreurverdachten
    in Rotterdam opgepakt’
    zijn vast mensen
    die
    niks met ‘vrede’ hebben!

    Gek toch?


    28-12-2010 om 10:37 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wintermorgen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    Wintermorgen

    De tuin is toegesneeuwd; 't gazon
    Ligt onder 't hoge witte duin bedolven.
    Maar veilig in hun warme strooien kolven
    Wachten de rozen (en mijn hart wacht ook) de Zon!

    't Is late nacht, de lamp brandt laag,
    De ruiten glinstren van de blauwe koude,
    En koel is 't hart, dat gaarne branden zoude
    Van ongeduld naar Uwe komst. Vandaag?

    O, nacht en morgen vloeien traag tezamen,
    Ontberen en genieten smelt ineen,
    Maar nòg heerst over ziel en de verbleekte ramen
    Het grijzen van de schemering alleen.

    Dan doet een licht de schaduw zwarten en versnellen.
    Warmer en driftiger golft 't ongeduldig bloed.
    Door de gestrekte stilte tinkelen de bellen.
    Bij 't ijle dagen ijlt Ge ons tegemoet.

    Verzamelde Gedichten, Nalezing VI (25-03-1925)

    27-12-2010 om 11:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winteravonden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van B.W.A.E Sloet tot Oldhuis

    LANGS DE DOORNENHAAG

    Ja! ik min u, Doornenhagen!
    In uw vrije, wilde groei,
    Die wij na de winterdagen
    In uw sneeuwwit reine bloei,
    't Bruidskleed der natuur zien dragen,
    Schoon nog 't woud ontbladerd staat.
    Struikjes winnen 't van de bomen,
    Immers 't oog reeds langs uw zomen
    Groene plekjes gadeslaat.
    Daar, in de eerst versierde struiken,
    Door de zuiderlucht gekust,
    Zien wij ook het eerst ontluiken
    Mingekweel en liefdeslust,
    Wordt ook 't eerste bruiloftsfeestje
    Door de grasmus voorbereid,
    En hoe netjes 't lieve beestje
    Haartjes door zijn bruidsbed spreidt!
    Nog een vrijer en een vrijster
    Zitten aan elkaars zij,
    Want ook reeds bepraat de lijster,
    Waar 't hun veilig wonen zij.
    De ekster, op een top verheven,
    Waar de haag naar boven schiet,
    Laat zijn schalkse blikken zweven,
    Of zij hem een schuilplaats biedt,
    Om zijn vesting in te bouwen
    Met een kleine, open mond,
    Waar hij ver in 't rond kan schouwen,
    Of me' een aanval onderstond;
    Straks vlecht hij een dak van doren,
    voor zijn jeugdig broed beducht,
    Dat geen havik 't wijfje storen,
    't Kroost mocht voeren in de lucht.
    Ras bekleedt hij als de wanden
    Met een dikke brij van leem,
    Wie hem hier durft aan te randen,
    Stuit op een versterkte heem.
    Snippers, linten gaat hij roven,
    Waarom hij een ekster heet;
    Om het kale broed te stoven
    Wordt de wand er mee bekleed.-
    Aan het kirren kan ik horen,
    Dat het minziek veldhoen al
    't Kuiltjen onder dichte doren
    Tot zijn nest bereiden zal;
    En nu zal 't niet lang meer duren,
    Of het ruist hier in de haag,
    In de dauwende ochtenduren,
    Melodiën, hoog en laag,
    Zachte, zaamgesmolten koren
    Met verschil van toon en wijs.
    Doe uw best dan! Laat u horen,
    Vlasvink! Tukker! Merel! Sijs!
    't Zachte rood der wilde rozen
    Zien wij, waar de sneeuwbal pronkt,
    Door de groene blaadjes blozen,
    Van het eerste licht belonkt.
    Kamperfoelie kleedt de randen
    Langs de hele hage heen;
    Winde hangt er in guirlanden;
    Paarse wikke wiert dooréén.
    Zulke bloemen, zulke zangen,
    Stemmen 't hart tot poëzie,
    Kweken een geheim verlangen
    Naar een hoger harmonie.

    Winteravondrood, de Lange, Deventer(1877)

     

    26-12-2010 om 10:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.naalden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1839

    VOL NAALDEN VLIEGT DE LUCHT

    Vol naalden vliegt de lucht,
    vol priemend ijsgekertel,
    dat glinstert in de zon,
    en, met de asemtocht
    gezwolgen, kilt en kerft
    de kele en ‘t haargespertel,
    dat in de neuze temt
    de toevoer van de lucht.

    ‘t Is bijtend koud. Een spree
    van witheid, ongemeten,
    ‘t zij waar ge uwe ogen vlucht,
    ligt overal gespreid;
    ‘t is snee tot in uw huis,
    ‘t komt snee door al de spleten;
    ‘t is snee, ‘t is immer snee,
    en al sneeuwwittigheid.

    De wind komt, wild en boos,
    gesnoeid uit alle gaten;
    geen ruste en wilt hij, eer
    hij eenmaal weten zal
    dat ‘t volk verdwenen is,
    en hem wilt meester laten...
    ‘t Is bijster, bijtend koud,
    en ‘t wintert overal.

    -----------------------------------
    priemend ijsgekertel - priemvormige ijskristallen
    met de asemtocht - met de adem
    ’t haargespertel - verwarde neushaartjes
    temt - hindert
    spree - sprei
    snee - sneeuw
    gesnoeid - snijdend aangewaaid

    Tijdkrans

    25-12-2010 om 20:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrouwen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Henriëtte Roland Holst-van der Schaik, wel een lang gedicht maar het is wel toepasselijk voor deze goddelozen dagen in een wereld waar het Ware is vergaan!

    De vrouwen van Holland klagen aan

    De vrouwen van Holland klagen
    Onze onderdrukkers aan:
    ‘Gij harteloze tirannen,
    wat hebt ge met onze mannen
    en onze zonen gedaan?
    Ge haalt ze weg in de nachten
    of bij 't eerste begin van de dag;
    laadt ze in knarsende treinen,
    verbant ze, waar, ver van de zijnen,
    elk hunner lijdt bittere pijnen
    onder de hakenkruisvlag.’

    De meisjes van Holland klagen
    de vreemde onderdrukkers aan:
    ‘Wat hebt ge met onze broeders
    en onze verloofden gedaan?
    Onze gedachten steig'ren
    als we denken aan die laatste blik...
    weer zien we al nader komen
    als een monster dat aansluipt in angstdromen
    dat bitterste ogenblik...’

    De vrouwen van Holland klagen
    zonder ophouden aan:
    ‘Wat hebt ge met onze kind'ren
    onze meisjes en knapen gedaan?
    Hun frisse appelwangen
    worden wit, hun armen schraal;
    het is of hun schouders hangen,
    er klinkt iets schels door hun taal.
    Zij schrikken in de voornacht wakker
    en angstig hun oogjes staan:
    ‘Moeder die bom... in de akker.’
    God zaaide in hen het leven,
    Wij droegen ze in onze schoot;
    Gods goedheid had z' ons gegeven
    Hij zaaide in hen kiemen van leven;
    Gij zaait in hen kiemen van dood.’

    De vrouwen van Holland klagen
    weder en wederom aan:
    ‘Hoe waagt aan onze ouden van dagen
    g' uw roek'loze handen te slaan?
    Ge jaagt z' uit vertrouwde woning
    waar heel hun verleden z' omzweeft,
    berooft van koest'rende zorgen
    de ouderdom die geen morgen,
    enkel een gisteren heeft.’

    De vrouwen van Holland klagen
    gestreng hun verdrukkers aan:
    ‘Wat hebt ge met onze arme
    kranken van geest gedaan?
    Kent ge dan zelfs geen erbarmen
    met de slachtoffers van de waan?
    Wij bouwden hun ruime verblijven
    in schaduw van hoog geboomt
    waar sterker worden de lijven
    en de warre ziel vredig droomt;
    wij leerden opnieuw hun de zegen
    van d' arbeid, en de muziek
    omzweefde hun donkere wegen
    met haar milde stralende wiek.
    Wat we bouwden in jaren, in dagen
    breekt ge kwaadwillig af.
    God zal u rekenschap vragen:
    uw straf zult ge zekerlijk dragen
    in de eeuwigheid van het graf.’

    De vrouwen van Holland klagen
    opnieuw d' onderdrukkers aan:
    ‘Wat hebt ge met onze steden,
    onze trotse steden gedaan?
    Door hun zonnige straten
    joeg uw geweld, een orkaan
    sloeg in hen kuilen en gaten,
    liet armzalige geraamten slechts staan.’

    De vrouwen van Holland klagen
    de harde geweldenaars aan:
    ‘Onze bloeiende bloemvelden
    zijn door u te niet gedaan.
    hyacinten - hun zoetzware geuren
    bedwelmen in 't jonge seizoen;
    Tulpen, die vlammend beuren
    hun kelk uit het zachte groen;
    door de straten der volkrijke steden
    trok de koopman zijn bonte vracht;
    't armste vrouwtje naar huis bracht mede
    een bos, waar de zon in lacht.
    Ook dat beetje vreugd ging verloren,
    heel het leven wordt dor en kaal,
    Geef antwoord: wat hebt ge gedaan
    met zo menig bossage?
    niets dan stronken liet ge staan.
    De eiken - der oude Germanen,
    hoort ge, - heilige boom;
    de statige beukenlanen
    rijzend aan der buitens zoom.
    De dennen, wier ruisen in de nachten
    scheen de vraag van de zee aan het land,
    dekkend met hun groene vrachten
    het dorre, onvruchtbare zand.
    God stuurde zon hun en regen
    jaar op jaar dichter werd het net
    der wortels langs paden en wegen;
    het stuifzand werd vastgezet.
    Nu liggen z' als dode dingen
    ontzield, naast elkander neer;
    nooit zal, wie nu leven, omzingen
    het lommer der bossen meer.’

    De vrouwen van Holland klagen
    de eerloze rovers aan:
    ‘Wat deed ge met onze torens,
    antwoordt: wat deed ge hun aan?
    Hun bronzen monden zwijgen...
    Waarom werden ze eensklaps stom,
    roepen, op Zondagmorgen
    ons niet meer naar Gods heiligdom;
    troosten niet meer de benauwde
    zielen, zingen zo zacht
    voor hen, die doorweenden de nacht
    hun troostlied, het lang vertrouwde?’

    De vrouwen van Holland klagen
    met sidderende stemmen aan:
    ‘Wat hebt ge met onze harten,
    onze mensenharten gedaan?
    Ge hebt ze doorpriemd en doorstoken,
    ge stampt' ze in uw mortels tot gruis,
    ge hebt ze geknauwd en gebroken,
    ge nagelt ze aan het kruis; -
    maar uw geweld kan niet maken
    z' uw slaven, niet laf en niet klein,
    niet ter aarde hen buigen
    noch afhouden te getuigen
    “Sursum Corda” - Zo moge het zijn.’

    De vrouwen van Holland klagen,
    er trilt iets nieuws in hun stem:
    ‘Hoe kunt ge zo zware schuld dragen?
    Is in u dan geen rem
    tegen dierlijke driften?
    Hebt ge geen moeder, geen zonen;
    kent ge geen ander feest
    dan los te laten het beest
    in u, om te bijten en te honen?
    Kwam nooit in u op het verlangen
    om, als tussen mensen ge gaat,
    in een ander net u gevangen
    te voelen, dan dat van de haat?
    O, keer toch in tot uzelve
    waar het vertwijfeld verstard!
    Morgen wordt weder geboren
    het Goddelijke Kind.
    Ziet ge de ster niet gloren?
    Kunt ge 't hemels gezang niet horen
    dat zijn weg naar de aarde vindt?’


    Wij ook, wij hebben van node
    vergeving van zware schuld;
    zondigden tegen hoge geboden,
    waren van haat - en wrok vervuld.
    Zouden we elkaar kunnen vergeven?
    Dát voelen als zoete pijn?
    O Geest, help dáárnaar ons streven,
    heilig onze dood als ons leven,

    Amen. - Zó moge het zijn.

    24 December 1942.




    24-12-2010 om 12:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.psalm
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Psalm 22 geschreven op de wijze van Marnix van sint Aldegonde. Een lijdenspsalm in de Kersttijd...

    Psalm 22

    Mijn God, mijn God, waarom verlaatstu mij?
    Waaromme gaat mijn huilen dus voorbij,
    Ver van dijn hulp en troost, als ik voor dij
    Doe mijne klachten?
    De hele dag roep ik uit ganse krachten,
    En du, mijn God, en wilst daarop niet achten;
    Ik hou niet op van schreien alle nachten,
    En zwijge niet.

    Daar du nochthans door 's werelds gans gebied
    De heilge bist: Ja 't eeuwig lof en lied
    Van Israël in alle zijn verdriet
    Blijfstu genadig.
    Dies hebben ook op dijne macht grootdadig
    Ons ouders vrij vertrouwd; en du genadig
    Hebs', Heer, verlost, uit alle lasten smadig,
    In hare nood.

    Als haar geschrei rees tot in dijnen schoot,
    Du stondst hen bij, in alle wederstoot:
    Zij hoopten vast, en werden niet schaamrood
    In hun gebeden.
    Maar ik ben slechts een aardworm hier beneden,
    En gene man: van ieder man vertreden,
    Zo dat het volk met mij, in alle reden,
    De spot vast houdt.

     

    23-12-2010 om 11:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verzen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Hendrik Marsman 1899-1940

    Drie verzen voor een dode I

    De avond daalt;
    er valt een vage schemer.
    ik zoek de vrede die de dag mij nam;
    en onweerstaanbaar brengen mij mijn schreden
    naar 't stille kerkhof waar ik na uw sterven
    berooid en eenzaam iedre avond kwam.

    waarom? ik weet te goed dat ik u niet kan wekken
    en dat gij daar zijt en ik hier en dat dit graf ons scheidt;
    dat ik aan deze steen niets kan onttrekken
    van uwe staat van ongenaakbaarheid.

    doden zijn ver en koud, en dichters eenzaam,
    maar zij beluisteren elkanders lied; ik zing
    en gij en ik worden opnieuw gemeenzaam;
    zegen — en vloek der verhovaardiging.

    schuw dus dit lied, vergeef het, blijf mij wachten;
    bid voor mij al de dagen uwer eeuwigheid,
    opdat mijn boot bij 't zwichten mijner krachten
    niet nog in 't zicht der kust te pletter splijt.

    Porta Nigra (1934)

    22-12-2010 om 10:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sneeuwman
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van J.J.L. ten Kate 1819-1889

    De sneeuwman

    Zie zo, mijn kleine sneeuwman,
    Nu ben je kant en klaar;
    Maar 'k heb nog wat vergeten,
    Een kuifje op je haar,
    En dan dit korte pijpje....
    Kom, open nu je mond,
    Kijk, Piet, hij staat er heuzig
    Of hij er jaren stond.

    Het nachtegaaltje (1851)

    20-12-2010 om 17:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geloven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925

    ‘Aan welke god gelooft ge dan toch?’

    AAN welke god gelooft ge dan toch?’
    Zo vroeg zij op angstige toon.
    Aan onze lieve vrouw Venus, mijn kind,
    En aan hare zalige zoon.

    Vroege gedichten

    18-12-2010 om 17:20 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sneeuwvlokjes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Sneeuwvlokjes zijgen

    Sneeuwvlokjes zijgen
    rustig neder,
    op de daken, op de twijgen,
    maken laken en schoon weder.

    Ik ging zo geern, heel ver te voete,
    wist ik mijn zoete
    in sneeuw te ontmoeten.

    Het boek der liefde (1921)

    17-12-2010 om 16:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.luchtspiegeling
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis

    DE LUCHTSPIEGELING

    Een avondtoneeltje

    Niets verbrak de zwoele stilte dan het nedersijplend nat
    Van de vers gevallen regen;
    Alle vogelkoren zwegen
    In 't zacht druppelende lover langs ons eenzaam avondpad,
    En de lijster schudt haar vlerkjes,
    Droogt zich op de dorre rank,
    Maar weerhoudt alsnog de tonen
    Van haar schelle avonddank.

    Helder lichtblaauw kleedt de hemel, met een witte glans vermengd.
    Alle wolkjes zijn verdwenen;
    't Daglicht heeft haast uitgeschenen;
    Alles groent met frisse tinten, straks nog door de zon gezengd.
    Mina! Mijd de kleine plasjes,
    Die er ruisslen voor uw voet!
    Zet wat minder wufte stapjes,
    Dan gij wel gemeenlijk doet!

    En nu sloegen wij de blikken naar 't doorschijnend wolkazuur.
    God! Wat wonder! 't land met schoven,
    't Groene bos zien wij daar boven,
    Heel het landschap afgespiegeld met zijn kwijnend avondvuur.
    Rundren weiden aan de hemel,
    En langs zijn verlichte tin
    Voert het paard de kar met garven
    Rustig de open staldeur in.

    En, haar blikken zacht beneveld door een wemelende traan,
    Staart zij, in de ziel bewogen,
    't Wonder aan van 's Hemels bogen.
    "Mocht, dus zegt zij, 't heerlijk schouwspel in geen wolkjen ons ontgaan!
    Maar al trekt ook 't aardse landschap
    Aan des hemels trans voorbij,
    Aarde en hemel smolten samen,
    En dit smaakte ik aan uw zij."

    Lieve! al wijkt in vorm en verwen de aarde van de hemel af,
    Ik zie weer de hemel dalen
    En in volle reinheid stralen
    In de blauwe, smachtende ogen, die de goede God u gaf.
    En wij drukten ons de handen,
    En, in zoet gepeins verward,
    Voerde 't paadje ons spraakloos verder
    Met de hemel in het hart.

    Winteravondrood, de Lange, Deventer(1877)

     

    16-12-2010 om 16:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.puur
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een hartenkreet van Wauters Kristine

    PUUR

    Van haar wordt gezegd : ze kneedt mannen als was.
    Haar geheimjes te weten komen, dat ware pas kras.

    Niet van lelijksten, toch nooit hoogmoedig, eerder lief
    Nooit duur gekleed, wel originele combinaties, creatief.

    Emancipatie, dat vindt ze maar niets
    Met een wagen reed ze nooit, alles met die fijne fiets.

    Mogelijk is ze nog een ' echte ' vrouw.
    Ze bestaan nog, maar worden zeldzame pareltjes, ik rouw.

    Welke oprechte man, zweeft niet bij zulk een hemels creatuur
    Ik meen wel hele velen, wat gaat boven puur?

     

    16-12-2010 om 16:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Karel van Woestijne 1878-1929

    Wat ben ik, dan een vogel

    Wat ben ik, dan een vogel in de schemering?...
    Ik ben verliefd, o mijne vrienden, en, wen ik zing,
    hoor ik de avond-dauw uit zware beuken leken
    en, dof geplets, de rillend-diepe stilte breken;
    en - 't is of mijn geluid in mijne kele breekt...
    Ben ik bedroefd? - Hoor hoe een nachtegaalke spreekt
    mistroostig en gerust, met droeve en staêgen ijver,
    gelijk de zang van dwalend-verre schapen-drijver.

    De boom-gaard der vogelen en der vruchten (1903-1905)

     

    15-12-2010 om 12:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Mephistopheles Epicureus

    Ik zie de mens, maar ik begrijp hem niet: –
    Hij eet van 't leven al wat lekker smaakt,
    En proeft van ál zijn passies: zijn mond raakt
    Iedere vrucht, die iedre hand hem biedt.

    Hij zoekt in dronkenschap een droom, die vliedt,
    In 't leven, – tot hij, moede en koud, ontwaakt,
    Naakt en gebroken: op zijn lippen smaakt
    Des levens droesem bitter als verdriet.

    En dan noemt hij de wijn, die vreugde geeft –
    Zijn passie – zonde, en nuchterzijn zijn deugd,
    Daar hij zich dwaas dronk in een mooie droom,

    En in het leven schijn zocht, die niet leeft.
    Hij vleit zich met de erinn'ring zijner vreugd,
    Maar durft geen appel proeven zonder schroom.

    ---------------------------------------------
    Mephistopheles Epicureus - symbool voor de mens
    met twee contrasterende gevoelswerelden

    appel - symbool van kwaad en goed

    14-12-2010 om 11:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gebroken

    Een gedicht over de gebrokenheid van de samenleving!

    Gebroken

     

    De gebroken wereld

    De wereld waar onvrede heerst

    Een wereld waar het menselijk leed wordt verzwaard

    Omdat men bezig is met dingen vanuit de onderaard

    Dingen die niet passen in liefdevolle kringen

    Maar het meest worden deze mensen omringd

    Met een geest die niet zo is welgezind

    Het leven verliest glans

    En zo heeft men vaak een gemiste kans

    Een kans om oprecht in vrede te kunnen wandelen

    Maar de mensen misbruiken het goede handelen

    En zo moet de liefde vaak in een hel wandelen

    Omdat de leugen zo graag ver van de waarheid wil wandelen!

    Zo krijgen we een gebroken bestaan

    Dat eenieder verdeeld door het leven doet gaan

    Leven met vaak heel veel pijn

    Al  lijkt het voor de buitenwereld een schijn

    Een schijn van gelukkig zijn

    De medemens is soms het ravijn

    Het ravijn van de ander

    En zo vergaat menige levenswandel!

     

    13-12-2010 om 13:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontwaken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Prosper van Langendonck 1862-1920

    't Is me of ik uit een lange droom ontwaakte

    't Is me of ik uit een lange droom ontwaakte;
    weer slaan mij vreugdevlammen in 't gelaat,
    en wat ik ál doorstond, in bittre haat,
    gaat op in 't hoogtijdsvuur dat groots ontblaakte.
    Hoe lang heb ik gedroomd - wie weet? het staat
    geboekt op treurge bladen, - sinds daar kraakte
    mijn ganse wezen en het leven staakte
    zijn wondergang? - o bron van zoveel kwaad!
    Maar 't is nog tijd: weer voel ik 't harte zwellen,
    dat als een feestklok luidt, met volle klank,
    en 't heerlijk lied van bede én hulde én dank,
    uit vrije borst mij naar de lippen wellen,
    als 't leven zelf, éénklank van smarte en vreugd,
    - diepgolvende uiting van dees wondre jeugd!

    Van Nu en Straks. Jaargang 2 (1897)

    12-12-2010 om 11:25 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    11-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zegger
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    De zegger van verzen

    Luister: het zeggen van dit vers is zo
    Dat het door middel van uw oor uw ziel
    Moet aandoen met vreugd en zekerheid:
    'Dit is voor mij geschreven'. Want ik weet
    Dat alle verzen langs uw oor gaan als
    Het ruizen van water of ‘t gedruis
    Van bomen in de wind: een vaag geluid
    Voor niemand in het bizonder en waaraan
    Geen luistraar – ’t zij dan dat zijn eigen hart
    Toevallig in een eendre toon beweegt -
    Een mededeelbre zin ontraadselt. Maar
    Juist zo wens ik dat nu uw hart de toon
    Vindt van het mijne, zodat woord voor woord
    U schijnt gesproken door uzelf. Want heel
    Dit spreken volgt het plooien van uw mond,
    Het kloppen van uw polsen, het gebeef
    Van ‘t bloed in de aren. Dat ge dit verstaat
    Is zeker, want het is uw eigen taal
    Uw eigen hartklop en uw eigen oog.
    En elk die dit verstaat verstaat elk vers.

    11-12-2010 om 11:09 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    10-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maneschijn

    Een gedicht van B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis

    DE MANESCHIJN IN 'T BOSCH

    Daar buiten, waar de herder 't vee
    Reeds naar de stal geleidt,
    Is aan het effen luchtgewelf
    Een grauwend kleed verspreid,
    Dat alles, wat het land mocht tooien,
    Omwikkelt in zijn brede plooien.

    En boven trilt op 't bevend blad
    Nog 't stervend avondgoud,
    Maar 't rijzend maantje strooit zijn glans
    Met handenvol door 't hout,
    Dat ons de paden, droef en donker,
    Beschildert met zijn lichtgeflonker.

    Neen! 't Is geen dwarlende avondwind,
    Die door de blaadren streeft,
    Waardoor, met teder licht bespat,
    En tak en lover beeft;
    Gewis! 't zijn wreemlende Elvenscharen,
    Die door het dicht geboomte waren.

    Zij hipplen, tripplen op en neer,
    En schommlen in het blad;
    Zij dalen langs de stammen af
    En dartlen op mijn pad,
    Als of ze in mengeling van lichten,
    Hun dartle rondedans verrichten.

    Ik dool in een betoverd bos,
    Waar een onzichtbre hand
    Figuren in verscheiden vorm
    Schetst op de loverwand;
    'k Zie vooglen door de blaadren dwalen,
    Hun vederdos van zilver stralen.

    Ver achter gindse donkre stam
    Zie ik een hinde staan;
    Daar schrikt me een zilverblanke slang,
    Die schuifelt op mijn paân;
    Er zucht een koeltje om mij henen,
    En alle vormen zijn uit énen.

    Maar eensklaps straalt het weer in 't bos
    Op ieder blad en tak,
    Als dwaalden duizend sterren neer
    Van 't hoge hemelvlak;
    'k Sta in een tempel vol van glanzen,
    Die aan de donkre wanden dansen.

    Zou hier in 't bos 't betoverd slot
    Der schone slaapster zijn,
    Er sluimrend op het mollig dons
    En kussens van satijn,
    Daar honderd luchters om haar blaken,
    Tot dat zij blijde zal ontwaken?

    Kom, nadere ik met zachte tred,
    En wat mij 't toeval biedt,
    Het kalme schoon der frisse maagd
    In sluimering bespied!
    Dat boezemrijzen en weer dalen
    Stil op de maat van 't ademhalen!

    Een zwarte wolk befloerst de maan;
    Met ritselend geruis
    Stort ijlings het gebouw in één
    Met gevelspits en kruis,
    En heel 't begoochlend lichtgetover,
    Is in zijn wondre flikkring over.

    Winteravondrood, De Lange, Deventer(1877)

    10-12-2010 om 12:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.arbeid adelt

    Een hartenkreet van A.v.Eesteren. Commentaar of bevinding een bericht lager!

    Arbeid Adelt

    Arbeid adelt
    Werd mij vroeger verteld
    Maar de adel arbeidt niet
    Zij hebben het oude geld

    Blauw bloed
    Stroomt door de aderen
    Zij hebben het goed
    Dankzij hun voorvaderen

    Ik ben niet rancuneus
    Jaloers ben in ook niet,
    Heus!
    Het is hoe men het ziet

    Ik wou er alleen maar even
    De aandacht op richten
    Want over de adel zijn
    Niet zoveel gedichten!

     



     

    09-12-2010 om 13:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.arbeid

    Een gedicht naar aanleiding van een gelezen gedicht! Het is misschien een gedicht dat sticht!

    Arbeid

     

    Ben je van adel?

    Dan moet je veel werken

    Want waar geld is, daar is werk

    Of anders gezegd loon voor je werk

    De arbeid kwam van hogere wegen

    Zo werd aan de gewone mens werk gegeven

    Maar heel veel mensen zijn lui

    Die geven aan de arbeid de brui

    Hoe armer hoe luier

    Want je ziet niet waar je het voor doet

    Zo gaat het slecht met het gemoed

    Arbeid moet dus adelen

    Dan adelt de arbeid

    Wie werkt met vlijt

    Heeft haast geen tijd!

    Tijd voor zichzelf

    Je bent altijd aan het werk

    Ook al zit je even stil

    De aarde ontginnen

    Het is eigenlijk niet om aan te beginnen

    Maar de aarde daar leven we toch op?

    Daar hebben we toch alles gedaan

    Zodat we verder met bouwen enz. kunnen gaan!

    Nee, de aarde is woest en leeg

    Omdat mens graag in luiheid leeft!

     

    09-12-2010 om 13:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schoon
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedcht van Guido Gezelle 1830-1899

    Hoe schoone

    Hoe schone is Moeders tranenlach,
    wanneer het kindje teer
    haar zoent en stamelt: “Moeder!” ach,
    de aldereerste keer!

    Kleengedichtjes (1860)

    08-12-2010 om 11:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koeltje

    Een gedicht van B.W.A.E.  Sloet tot Oldhuis

    HET KOELTJE

    In de lentemorgenzwoelte
    Streelt me een labberende koelte,
    Luwend, stuwend, loddrend stoeiend,
    Zachtkens âmend, floddrend vloeiend,
    Kussend voorhoofd mij en konen,
    Schuddend tengere anemonen,
    Die in duizendtallen beven,
    Waar zij langs de grond komt zweven,
    Voertuig voor der bijen wieken,
    Die met haar de honing rieken.
    Op haar golving zweeft de vlinder
    Langs de bloemen, hier en ginder
    Met de bontgekleurde torren;
    Overal is 't gonzen snorren
    En geluidjes in de blaadjes,
    In het luchtruim, langs de paadjes.
    Koeltje, dat, met geur beladen,
    Ver me uw aantocht wilt verraden,
    Zeg mij, waar zijt gij ontsproten?
    Waar de nachtegalen floten
    In een geurend bed van rozen;
    Voor hun morgenplek gekozen,
    Om in minnezang te kwijnen?
    Was 't een bosje van jasmijnen,
    Dat U 't eerste zag ontluiken,
    Weemlend woelend uit die struiken,
    Om, waar Gij de grond komt raken,
    Tijm en marjolein te smaken?
    Hoor 'k een geestenstem hier ruisen
    In dat lisplend loverbruisen,
    Om mij hoger moed te geven,
    Mij met zoete lust te omzweven,
    Om te smoren diepe zuchten
    In een walm van amberluchten?
    Iedre zenuw trilt en beeft mij.
    Wat omgeeft mij? wat doorzweeft mij?
    Ja! een geest is 't, die me omvademt,
    Die mij lieflijk tegenademt!
    Ik herken U, Englenbode!
    In dit koeltje, dierbre Dode!

    Winteravondrood. Deventer(1876)

     

    07-12-2010 om 10:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lichaam

    Een gedicht van Greet Mariën

    Lichaam

    lichaam
    wees lief voor mij
    wees bedding voor dit vreemd getwijnde leven

    wuif naar mij met armen
    vol schaterende bloemen
    zodat ik je zonder schroom
    een bondgenoot kan noemen

    bolster mijn stoutste dromen
    in vliezen van handgeschept papier
    zodat ik ze kan wegblazen tot in de bomen
    als ik de zonnewende vier

    doe ook eens iets aan die schrale akkers
    waarop mijn doemgedachten grazen
    ze houden mijn vechtlust onder de plak
    als stormen door mijn aders razen

    en wieg mij
    wieg mij heen en weer
    wuif mij als de grashalmen
    in de delta's van de zee

    tot ik zo rimpelloos ben als een meer
    dat het heelal kan dragen

    envoi

    en vergeet de wetten van de goede smaak
    die je tot corpocide dwingen
    ze zijn niet bestemd voor vrouwen in de maak
    die door het leven willen swingen

    06-12-2010 om 11:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ga
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Willem Kloos 1859-1938

    Ga niet voorbij, maar blijf bij mij

    Ga niet voorbij, maar blijf bij mij, en voel,
    Wat Ik voel in het diepst van dit mijn wezen
    Dat niets dan Gij mij nog iets liefs kan wezen
    En alles òm u - zonder u - zoo koel,

    Zo leeg, zo vreemd dat ik mij-zelf niet voel,
    Wen ver van u - en 'k wens om weg te wezen,
    Weg van mij-zelf, in 't land des doods, doods vrezen
    Vergetend om de vrees voor 't donker koel

    En doods gewoel des levens, dat in kringen
    Rond-draait geduriglijk, en Ik draai mee,
    Ach, ik, een klein arm ding in duizend dingen,
    Met u geslingerd in één-zelfde dringen,
    Wijl onze klare stemmen kalm als twee
    Koralen uit het duister hoog-op zingen.

    Verzen (1931)

     

    04-12-2010 om 15:12 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dieren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van J.J.A. Goeverneur 1809-1898

    De hond en de kat

    De hond en de kat.
    Wel hoe blaft gij zo, Kardoes?
    Ha, 't is tegen onze poes.
    Ze is u zeker weer ontlopen
    En daar in de boom gekropen.
    Nu, 't is goed, dat zij maar vlucht;
    Want gij bijt haar soms geducht.

    Poes bleef zitten op de tak,
    Net als sliep ze op haar gemak;
    Maar, toen vriend Kardoes ging lopen,
    Deed zij gauw haar ogen open,
    Sprong er af en liep naar huis,
    Maar ving eerst op weg een muis.

    Fabelen en gedichtjes (1873)

    03-12-2010 om 11:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maria
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Felix Timmermans 1886-194

    Maria zingt in gouden avondstond

    Maria zingt in gouden avondstond
    met blanke kele
    en rode mond.
    De rozen staan op hoge stelen,
    een vogel luistert in het riet.
    Dan sluimert 't kind in hare schoot,
    haar ogen zijn van weelde groot
    en in haar mond verzoemt het wiegelied.
    De maanschil perelmoert in 't water,
    maar in de schaduw sluipt de dood.
    Gelukkiglijk, dat ziet ze niet,
    dat is voor later.

    Adagio

    01-12-2010 om 10:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!