Het werd een drukke midweek en al de aangekondigde regen viel grotendeels niet bij ons in Oostduinkerke of omgeving. Uiteraard genoten we van het (bescheiden) Aquafun zwembad en we hebben zelf enkele uurtjes buiten op ons terras in de zon kunnen zitten !
Dinsdag bleven we in Nieuwpoort rondhangen en woensdag reden we naar Oostende, daar kwamen we terecht in de voorbereidingen van “Oostende voor anker” – een evenement in en aan de haven. Het aantal wandelkilometers probeerden we te beperken want schoonmama Yum was er ook bij. De vermoeidheid werd elke avond weggespoeld met enkele glazen wijn (ikke water natuurlijk) en grote porties lekker eten in het parkrestaurant.
Donderdag bracht de auto ons in Brugge. Wat een verschil met de laatste keer dat we hier waren. Tijdens de hoogdagen van COVID-19 liepen we hier toen bijna alleen op straat. Nu werden er weer massa’s toeristen gedropt, ik hoorde vooral veel Nederlanders en Spaanstaligen. Aziatische bezoekers kwamen we amper tegen.
Gisteren vrijdag moesten we om 10u ons huisje (drie slaapkamers, twee badkamers + sauna) leegmaken en gingen we nog een keertje zwemmen. We aten nog iets in het Grand Café en reden door naar de Dodengang, de best bewaarde loopgraven van de eerste wereldoorlog. Volgende stop was de begraafplaats van Tyne Cot en toen verder naar Ieper, waar we een beetje rondwandelden tot het tijd werd om iets te gaan eten. Super huisgemaakte lasagne in brasserie Central, schrijf maar op …
De Last Post aan de Menenpoort was minder indrukwekkend dan verwacht, het ganse monument staat immers in de steigers voor uitgebriede renovatiewerken.
En toen zat onze vakantie er alweer op. En bijna had het de laatste vakantie kunnen zijn. Onderweg kregen we een wolkbreuk te verwerken en de reeds verzadigde E17 veranderde in een spekgladde watermassa waarop je van links naar rechts zweefde door de aquaplaning.
|