Wij hadden zicht op zee in onze bagage gestopt
we lieten de wind het spel van water in zijn golven
de zon liep met ons mee maar ze beroerde ons niet
het uitwaaien bleef uit maar keerde de angst naar binnen
We deden alsof wij alle herinneringen zouden wissen
de zwijgzaamheid zou de angsten moeten stutten
we zouden elkaar terugvinden in de goede dagen
die als kleinoden van geluk onder zandkorrels zaten
We hebben gezocht naar onze liefde zoals strandjutters
die bij eb het strand afschuimen opzoek naar schatten
die ze god weet waar bijeen scharrelen en omklemmen
en daar lag ze weer voor het grijpen onverklaarbaar
Met zicht op de volle wijdse wereld die ons omarmde
Ingrid Lenaerts
|