Nooit ben ik kapitein geweest stond niet aan het roer van een zinkend schip. Ik sprong uit de boot zover het water ging het me dragen kon tot de laatse snik. Nu ben ik aangeland met de buik op het land kan eindelijk weer opstaan.
Niet op mensenmaat gemaakt is haar haat een laaiend vuur dat ze aan onze schenen legt als een ongelooflijke misdaad. de vraag draagt een waarom waarop alleen waanzin toepasselijk is.