De vogelverschrikkers van het stoppelveld
eenzaam en vergeten
wapperden nog steeds in de wind
als sjofele bedelaars
beroofd van elk aanzien
de eksters pikten in hun hoeden
rafelden hun sjalen uit
ze leken waarachtige skeletten
de gewezen heren van de akker
bijnak nielend van ellende.
ze wilden opnieuw geborgen
tot het nieuw seizoen
maar helaas noch kind noch kraai
zag hen nog staan.
Ingrid Lenaerts
|