wachtend bij volle maan bij de vijver op de hei tot de weerwolf uit de struiken springt tot hij huilt als lijkhond in de bleke schaduw van het nachtlicht
en jij dan ziet hoe ik huiver van schrik je niet meer durf naderen loerend achteraan de zandheuvel
ik merk dan dat je wolvenpels afvalt dat jij weer in je kleren springt alsof er niets geweest is
wachten tot ik bekom van deze nachtmerrie jij slaapt daar gewoon in bed bij het eerste ochtendgloren ontwaak je
ik ben geen weerwolf meer verzeker je me ik sta perplex.
|