Afbrokkelende stenen en scheefhangende goten,
wapperende deuren en vermolmde ramen
de vergane glorie van een gegoede burgerij
de ziel van de buurt was zoekmet de tand des tijds
zelfs God verloor er zijn baard en gezicht
door het verval in kerken en kloosters
arme drommels en krakers kwamen erhuizen
in erbarmelijke panden tussen rioolratten
andere knaagdieren en luizig ongedierte
Tot voor enkel jaren het grillige tij keerde
de nieuwe wind bulkte van anti-betonvisies
sloophamers werden weer opgeborgen
Renovatie was het nieuwe gedachtengoed
projecten als paddenstoelen uit de grond
Peperdure huisjes en loften staan er nu goed
Eigenzinnige architecten worden bewierrookt
Restaurants voor bourgondiƫrs zijn er troef
Iedereen wil er heen het staat poep-chique
maar zonder centen ben je er echt verloren