Met mistdruppels zakt de zware stilte
over de rivier die er gladgestreken roerloos ligt
Bij de sluizen van het kanaal de neonlampen
spookachtig geel licht zoals in de stoomfabriek
een grote boot wacht en trompt er akelig
wil het sas binnenvaren zijn weg vervolgen
de deuren blijven gesloten ,water nog niet op niveau
Ik moet over de brug ,haar wegdek is spekglad
een strooiwagen klettert zijn zouten op straat
Op mijn werk verwortel ik in mijn winterblues
die ik liever thuis onder de wol had uitgezongen
Ingrid Lenaerts
|