Bij smeltende sneeuwsmeurrie
is het daklozen te gortig buiten
Ze noemen zich drie muskieters
met de rode neuzen
ze stinken als een vuinishoop
Vandaag verzamelen ze bij de lift
het shoppingebouw kreunt onder hun gewicht
als onderuitschuivende zuilen
gepakt en gezakt met blikjes
in plastic tassen
lallend over de nonsens des levens
klagen ze over hun hondenleven
weigeren te overnachten
met een dak boven het hoofd
Zij brengen de groet
aan hun mistige kelders
waar ze de pariascène
van de welvaartstaat vertolken
Ingrid Lenaerts
|