Ze gingen mij in eeuwigheid voor
hoewel ik er al lang bij stil sta
en ik ze uitdiepte in ware verhalen
alsof hoofdzonden mij verankerd waren
Ik gaf ze een staatsstructuur
als hoofdbron van desbetreffend kwaad
de geneugte van de zonde
als satire op een sameleving
in de duisternis van het heelal
waar het contra pal staat
boven rechgtmatigheid en deugdzaamheid
het antiquariaat van onze gemeenschap
waar ik me als oude zak
naar gedroeg minzaam behulpzaam
Het was de anarchie die het haalde
in de chaos van mijn schrijven als aanklacht tegen de spiegel van een hypocriete consumptieboom.
Ingrid Lenaerts
|