Maandag loopt nog wankelend over straat
heeft te veel gezopen bij Gust om de hoek
trappist en jenever in een mixt van je welste
dit al sinds hij nog zondag was.
vindt het sleutelgat niet zet nu de fiets tegen de heg
wauwelt drinkliederen uit een cantusboek.
wordt naar binnen geleid door boze echtgenote
kust haar allesomvattend onder de sterren
grabbelt in haar nachtjapon van pure zijde
eega schreeuwt van verontwaardiging
Maandag krijgt klappen in het gezicht
strompelt gedwee mee naar binnen
vergeten fiets overnacht buiten
Maandag valt in bed en snurkt
de arbeid is die dag voor later.
Dinsdag misschien?
Ingrid Lenaerts
|