Maanden timmerden ze aan de nieuwe Congoboot.
Zijn romp werd geboren uit het Libanese cederhout
plank na plank uit het zweet van de man
die over de dijk reed in weer en wind
terwijl hij vloekte of spuugde naar de woelratten
die zijn pad kruisten bij dagereaad.
De Congoboot werd een opstapelstaande droom
het paleis waar de man die stonk naar zweet
die het spek tussen zijn tanden kraakte
nooit de rode lopers zou betreden
want toen het gevaarte te water gelaten werd
bezegelde de fles Veuve Cliquot zijn nootlot
Krassende kraaien op de scheepsromp
zetten de dode schimmen reeds in het geheugen
van de wassende waterreus.
Ingrid Lenaerts
|