Sluipt hij langs de heg zijn groot verlangen kijkend naar haar doen en laten steelt elke moment buiten zijn ooghoeken om even later te ontkennen zijn onmacht
Bang van zichzelf en zijn schaduw vreest hij met strenge hand de afwijzing droomt van haar bruine benen wippende paardenstaart en nog veel meer
Hij kwelt zijn gedachten en lijf met wilde dromen die hem begrenzen als een gevangene achter prikkeldraad wil er uit maar blijft in de versperring hangen
drempelvrees drempelwoede ontregelt zijn humeur is variant van rot tot cynisch komt zij spoken aan zijn bedderand ach was er maar een drempelverlager in de buurt !
Ingrid Lenaerts
|