Vaak ligt het raakvlak verbeelding in een vogelvlucht hoog boven het land het verlangen te zweven in de wind te drijven op een wolkenstroom naar het onbekende over zee
vleugels van kant of papier die onze broosheid accentueren vleugels die ons met krachtige slagen vervoeren gewoon een engel op het podium klapwiekend naar de allesomvattende droom der oneindigheid
die dag toen ik tien werd ik mijn vleugels verloor in een kinderlijk gestoei in het engelenkoor met de aartsengel Michaƫl Ik wou zijn goudomrande vleugels hebben schitterend in de zon de mijne waren slechts van witgeverfd karton.
Zelfs gevleugelden hebben hun mindere kanten.
Ingrid Lenaerts
|