Een eenzame kauw stapte parmantig door
het avondland kleurde haar nog meer donker
dan de dreigende zware regenlucht
als een soldaat paradeerde ze in het gras
Haar kop draaide van links naar rechts
zoals een vorser zijn terrein verkent
Wat ze zocht leek nog een vraag.
Plots stootte ze de met bek de grond aan
ze trok een pier tussen de zoden uit
ze muilde hem naar binnen met grote haast
ze keek nog even rond in ijl tempo
vloog toen eensklaps schichtig weg
verdween in de wolkenwatten.
Ingrid Lenaerts
|