Het bos biedt geen onderkomen voor verdriet
het regent er van de takken in druilerig weer
ik zelf word zo weemoedig dat het stappen weegt
op de rulle bodem resonantie in plassen
Geen licht dat blij stemt om te huppelen
ik blijf maar zitten met de kater ontgoocheling
in de steek gelaten door een lief in functie dorpsstier
die over het muurtje kijkt en toeslaat voor nageslacht
Laat me niet zitten, ik heb recht op andere gedachten
in deze gezonde luchten waar ik bekomen moet
Ik wil weer bokkensprongen maken in vrijheid
bij de rivier der rooskeurige toekomst die ik dwing.
Ingrid Lenaerts
|