Ik zag geen meester op het land geen helling in de zon op de terrassen de weg liep droog op zijn borst aan de rand, alleen de viersprong
van kiezen of delen geven of nemen hij koos ik deelde het lot ongewild hij nam de maan op schoot ik gaf mijn naam op als verleden
heden een toekomst als spiraal Hij daalde neer langs zoveel lijnen onthouiden van aarde de harde kluiten de zweer al ploegde hij ze om en om.
het verweer van dag tot dag , ik kwam thuis te traagom de diepe pijn dan alleen maar zot en bot te vieren de eeuwige afstand in mijn handen.
Ingrid Lenaerts
Uit Vikingskoorts 1996
|