Jij liep dan weg en ik draaide met een smak de loop der dingen als wegwaaiende zaadkorrels gouden regen na de bloei giftig als nietéén
Cadeau doe ik je mijn afstamming in gedachten mijn wereldbol met zoeklicht op de schaduw van mijn rookpotten waar alles uit verwaait
Mijn parkiet in zijn witte kooi onderhoudt gezang de kat herinnert zich wel die prooi van begeerte en dehuismus zit nog ergens zeldzaam onder dak
Grote arend zag alle vervlogen jaren op zijn scherm de witte muur die zijn verzande emoties projecteerde als clown de eindeloze vlucht die mij verdreef
INGRID LENAERTS
|