het was geen blij weerzien slechts dat
van de lauwe hand en even wang aan wang
met gespleten keuzes tussen voetbal of fiets
de dolverliefde gans
zag de contouren van de verveling nog niet
versierde als een zotte mus
het uitgebluste slachtoffer
het was ook geen afscheid
van de vuurvogel
die blijvend uit de as verrees
het was de slang rond de boom
uit het paradijs
die niet opgaf
maar ook niet won
het was de wolf in schaapskleren
die toehapte
maar verslonden werd
als wolf
terwijl het schaap triomfeerde
raar maar waar
Ingrid Lenaerts
|