Met vleugels die zweven op een lichte bries
met de zon in een wazige woordenschat vertolkt
met touwjes die trillen van vibrerende spanning
daarmee beginnen de windvogels het dansen
door de wereld die klatert van bonte kleuren
hun strijd om de macht in het luchtruim
het op en neer in spiralen lichtvoetige zotheid
Het niets doen ligt op het strand te genieten
van de mobiliteit van slingers in hun bekoring
De zware gedachten zijn veraf in het hintreland
de zorgen zijn voor later misschien
Ingrid Lenaerts
|