Er is wel altijd iets of iemand die hem beloert neem nu dat gele blad dat niet wil vallen daar aan die boom waar hij tegenover zit in het stadspark het tuurt naar zijn doen en laten hij zou het wel willen wegrukken en schreeuwen : vertrek
Dan huist wel ergens een ander iemand die de plooien en de vormen van zijn lijf drinkt die telt hoeveel maal hij zijn neus beroert die zijn stappen telt hoe hij zijn handen vouwt.
Het is die verdomde grote wereld die hij niet wil hij wil eruit weg Niemand laat hem gaan hoe hij ook aan zijn ketting rukt. Hij blijft gevangen.
Ingrid Lenaerts
|