| Wie de wind niet voelt in het havengat laat me lachen  die kent hem niet dat hij snijdt als een snedig mes tot de hals en halverwege have en goed dat hij neemt en teemt  van top tot teen je lijf onderduikt in lange leren jassen als een tweede huid boven en onder buik. ondermeer 
 Dat de wind de buurt verslindt
 en het water tot kade slaat overmaats het waterover de kade  dat de wind je ribben rammelt de regen roept en erger 
 Ik verdom de wind omdat het niet zint wil zeker de zon overvolle zekere zon 
 En toch voel ik me thuis  waar de wind me hier om de oren suist moet het al langer weten kan het niet vergeten. 
 Ingrid Lenaerts
 
 |