Met de regen vliegt het koudegevoel over mijn hoofd over de duinen trekken de druppels striemen in het zand de ribbels als waren ze vissenkarkassen Het helmgras wordt uiteen gedreven tot in het hart waar het in zijn kaalheid getroffen wordt
Met de regen vliegen vogels weg ergens schuil beschut voor de kwade adem van de noordwestenwind die in volle hevigheid zijn longen ledigt zijn dorst lest aan de regen om het weer uit te braken over de ruggen van de verkilde wandelaars
die met hem de uitdaging aandurven open vizier maar de vuile wind geeft zich niet gewonnen drijft de zandkorrels wild boven het strand en wat rest ons nog meer dan ook onderdak te gaan in de strandhut waar hij ons niet deren kan
de plaaggeest met zijn oneindige staartenveger van opzwiepende materie in rondedansen en wervelingen
Ingrid Lenaerts
|