Bij een open haard met groet schouw
onder het familiewapen
nipt hij aan een glas rode wijn
van zijn chateauranken
hij draagt zilvergrijs van wijsheid
in zijn haren die hij glad strijkt
zijn bordeau avondrok ligt geplooid
over zijn melkwitte benen
oudere adel schuwt het zonnelicht
hij praat frans bij het interview
alsof er geen andere taal bestaat
aan zijn voeten een pikzwarte labrador
die de trekken van zijn meester heeft.
hij praat honderd uit over het verleden
toen er noig grote concerten weerklonken
in het grote park bij tuinfeesten
toen het woord nog niet verkracht werd
de vloek veraf bleef bij het pleb
het troept nu allemaal rauw en boertig
in zijn burcht van voorbije dromen
hij houdt de vlam levend
en dit tot elke prijs geschiedenis.
Ingrid Lenaerts
|