In de verte glooit de spoorwegberm nog altijd
waar nu de fietsroute van kleiputten slingert
De trein naar Boom rijdt nu in mijn gedachten
van de tuin der kerselaars in volle bloei
Ik zie je nog aankomen,Tante Bertha, met je rieten koffer
de brede strooien zomerhoed versierd met rozen
Je leek net een witte wolk van kant uit een verhaal
dat mijn oma ter plaatse voor mij fantaseerde.
In een kooitje dat je ook droeg zat een vogel
bontgekleurde ara die bij oma op de stok ging
Zijn naam was Jaquot Tissot, hij wist het
merkwaardig was hij en fier als een gieter
De herinneringen benevelen zoveel heimwee
toen deze verzen nog moesten geboren worden.
Ingrid Lenaerts