de noordzee rimpelt een vroege morgen het kabbelende water vertelt zijn geheimen zijn beloften aan en van de rijzende zon stilte zwijgt elke beweging in het vroege uur een wandelaar met zijn hond op het strand laten hun sporen in het rulle zand meeuwen wedijveren met elkaar de vis die ze geniepig ui de diepte scheppen de horizon buigt over het water als een paars lint dat de scheiding spant de wind is er nauwelijks hij is zacht als een streling oever de huid van de dageraad de noordzee rimpelt de vroege morgen.
Ingrid Lenaerts
|