Brede luchten
Boven de velden stonden de hoge stapelwolken te zonnen
in het felle licht dat weerkaatste van de aarde tot de horizon.
gedreven als een vogel met de wiekslag in zijn volle breedte
speelde de wind in mijn haren strekte ik mijn armen uit
dacht datik de roep van de wilde ganzen ooit zou horen
speelden de hoge canada's verstoppertje in hun schaduwen
de ladder tot de hemel met zijn witte ledikanten vol watten
de ijsgrotten gebouwd uit wasems van reuzen in de lucht
ijdele droom deed mij vleugels krijgen en dwarrelen
vertraagd zoalszilveren engelen naar de aarde wiekten
schouwde ik het land van Bohemen met grote trots
het gele koolzaad op de kavels als één wiegende zee.
Ingrid Lenaerts
|