Torenhoog zit de zomer in de lucht
in een kluwen van doffe strengen
boven de stad zindert de hitte
die zich nestelt rond het hoofd
van de wandelaars die puffen
van de dagjesmensen die terrrasjes doen
in een nieuwe stijl van eetcultuur
la nouvelle cuisine met kleine hapjes
onder een zonneluifel die lichtjes wappert
Torenhoog zit de zomer op de wolken
stapels als ijsbergen in het tegenlicht
dat ze bedekken met hun lichamen
waarachter de zon schuil gaat
waar zij ondergaaat en plaatsruimt
voor de apocalypse van een onweer
Torenhoog boven de stad dreigt de wereld
van donderslag en bliksemschichten
de toorn der goden in ontwerp.
Ingrid Lenaerts