Deze morgen heeft het Beekbos me ingelijfd
tussen de nauwlijkse bewegende sparrentakken
tussen de gele hazelaarkatjes gehuld in mist
tussen de kale beukenbomen die nog winterslapen
op de vochtige bosweg voetsporen van vroege wandelaars
af en toe nog een overjaars blad verdord in een zucht
dat me voorbij ritselde als een breuk in de stitstand
vlak bij heb ik de eerste crocussen van het jaar zien piepen
priemen uit de humuslaag als een ware warmtebron
die de lente nu uit haar schoot mag gaan schudden
Ingrid Lenaerts
|