Op een magisch perzisch tapijt begon de reis naar het land van duizend en één nacht en veel verder waar het lag zouden we zeker en vast wel vinden
daar waar Alladin zijn toverlamp ontvlamde daar waar Ali Baba zijn rovers drilde in de grot der schitterende schatten
Het tapijt vloog over bergen en dalen de rivieren waren als zilverlinten de maan en de sterren lachten ons toe
Door het water het paardenspan van Neptunus de zee was ons onze rustige spiegel die het licht van de dageraad weerkaatste
Op het tapijt van elke dag eindigde de reis de brandstof van onze dromen sputterde bij het ontwaken naast het bed.
Ingrid Lenaerts
|