Zoals wolken uiteenwaaien
Zij daarheen zit te staren
zij boten op de Schelde ziet varen
verliest ze de draad in haar gedachten
wervelen deze als herfstbladeren
kriskras overeen
Volgend moment dansen beelden verder
ze vraagt zich af wat ze er in hemels naam doet
op die bank turend over het water
in de verte ziet ze de rookpotten
van de vervloekte kerncentrale
Doel denkt ze ? Het polderdorp
bedreigd door industriƫle expansie
Ze zal maar eens opstappen
verder wandelen niet struikelen
over losliggende plaveien
de meeuwen krijsen de wind in het oor
ze bekvechten om brood
nu voelt ze honger ziet waterplassen
kan er juist langs anders was ze nat
aan de voeten open schoenen
op zoek naar de binnenstad
want ze voelt honger dat is geen chaos in het hoofd
is echt en rammelend
een lege maag knort
Ingrid Lenaerts
|