| Ik voel haar weemoed door het open raam  waarop ze ruggelings en breedarms steunt  ze denkt aan de weidse poldervlakte  waar de westenwind door de canada's blaast waar wolken naamloos grijs voorbij trekken  over het rieten dak in zijn grijze plunje dag in dag uit boven de boerengedachten het water rimpelend in de grachten dat de eendennaar de oevers drijft waar ze tijdloos rondstappen in hun eend zijn  waar ze even tijdloos weer te water gaan Het platteland gaf haar voeten in de bodem nu in deze stad meer dan armlengten vervreemding een koude in de ziel waarvan ze huivert. Ze wuift me toe en nodigt me uit haar ontheemding te vertalen  Kan ik haar helpen? Ingrid Lenaerts
 
 |