Als ik soms zonder vederlichte gedachten
Aan oorlog denk in het huis van vrede
Dan word ik een groot vraagteken
Naar het waarom van de gruwel
Bij de vele gezegden op de muur
Zoals Make love no war en
Nooit meer oorlog
Huiver ik en klettert mijn ziel in haar ijslagen
van de maskerade bij het kind
Dat ik opvang en onderdak bied
Een landmijn rukte zijn beide benen weg
Nooit vroeg hij om oorlog
Zoals kemphanen die bekvechten
Tot de dood hen vallen laat
Hij wou gewoon spelen in de tuin.
Ingrid Lenaerts
|