De bloentuin treurt een beetje bij al die grijze luchten bij tonnen water over zijn aardse pracht De rozen zijn verstild hun scharloken rode hoedjes druipen, de bladranden vervagen de anjers zijn teneergeslagen bij bossen uiteen werd hun kameraadschap beproefd, de leeuwenbekjesdruilen laten hun lipjes hangen de salvia's houden zich niet meer recht in het sompige modderveld en de hortensia's meestal hemelsblauw verwateren tot temige tantes de tuinmeubelen staan naakt en nat geen bezoeker wil hun diensten
Alle bloemen hebben seizoensverdriet ze kunnen elkaar niet troosten ze bidden tot de zon vol overgave dat zij hun gebed mag verhoren Wij kunnen mee acteren de zon om warmte vragen want we kunnen ze allen gebruiken .
Wel zon,waar blijf je? Laat je zo niet smeken doe jezelf wat meer eer aan.
Ingrid Lenaerts
|