Men spreekt zacht in blauwe ogen een monument van diepe stilte dit bolwerk zondagavond valt alles te begrijpen buiten angst en dan gebroken taal
Men verstopt jaren verzwegen nietigheid als luis op de agora zwervend ooit te ontmoeten dat zilverspoor van een slankengang naar bestemming
Men twijfelt de werld op zijn kop aan één realiteit of zij er is en niet een andere , een spiegel die barst van woorden in gestolde lava
Men hoort een misthhoorn op maandag gewoon de gang der dagen binnen handbereik In het kristal tintelt de zon eeuwig verder vergeet dit kromme leven dat vastnagelt
Ingrid Lenaerts
|